Het verdere verloop van de
procedure
Na het tussenvonnis van 13 december 2005 heeft Dexïa
verzocht de procedure te schorsen welk verzoek door [X] is tegengesproken. Bij
rolbeschikking van 28 maan 2006 is het schorsingsverzoek afgewezen. Vervolgens
heeft Dexia een nadere conclusie genomen waarop [X] heeft gereageerd. Nadien is
het vonnis op heden bepaald.
De nadere beoordeling
1.
In het tussenvonnis van 8 maart 2005 heeft de
kantonrechter beslist dat de overeenkomst wegens dwaling moet worden vernietigd.
Het beroep van [X] op vernietiging wegens dwaling is ter afwering van de
vordering van Dexia gedaan en daarom —anders dan haar vorderingen in
reconventie-- toelaatbaar. Zie artikel 3:51 lid 3 BW.
De zaak is in bedoeld
tussenvonnis verwezen naar de rol voor uitlating van partijen in verband met de
vraag naar de precieze verhouding tussen Dexia en Koers-Kompas (rechtsoverweging
13 van het tussenvonnis) en in verband met de vraag tot welke gevolgen de
vernietiging van de overeenkomst moet leiden en tot slot om Dexia in de
gelegenheid te stellen een tweetal posten (rechtsoverweging 17 van hel
tussenvonnis) nader toe te lichten.
2.
In het tussenvonnis van 13 december 2005 zijn de
standpunten van Dexia ten aanzien van de hiervoor genoemde punten kort
samengevat. Onder rechtsoverweging 6 van dit tussenvonnis heeft de kantonrechter
het standpunt van [X] kort samengevat. Vervolgens is de zaak opnieuw naar de rol
verwezen om Dexia in de gelegenheid te stellen op de nieuwe stellingen van [X]
te reageren. Die reactie volgde bij conclusie van 23 mei 2006 waarop [X] bij
conclusie van 20 juni 2006 heeft gereageerd.
Voor zover die conclusie van [X]
(wederom) uitmondt in tegenvorderingen zal de inhoud van die conclusie buiten
beschouwing worden gelaten, omdat [X] niet in conventie tegenvorderingen kan
instellen en zij in reconventie niet ontvankelijk is verklaard.
3.
Alvorens (zonodig) de nieuwe stellingen van
partijen te bespreken zal de kantonrechter aanhaken bij de stand van zaken zoals
die blijkt uit de tussenvonnissen van 8 maart 2005 en 13 december 2005 en eerst
de vraag naar de relatie tussen Dexia en Koers-Kompas bespreken.
4.
Uit de overgelegde stukken, met name de
overeenkomst (productie I dagvaarding), blijkt dat tussen Dexia en [X] een
lease-overeenkomst tot stand is gekomen betreffende het certificaat
Korting-Koers. Het enkele feit dat [X] ook ervoor had kunnen kiezen de
aankoopsom in één keer (aan Koers-Kompas) te voldoen, in welk geval geen
leaseovereenkomst tussen partijen tot stand zou zijn gekomen zoals Dexia heeft
betoogd, neemt niet weg dat in dit concrete geval nu juist wel een lease-overeen
komst tussen partijen tot stand ia gekomen, waarbij Dexia gebruik heeft gemaakt
van de diensten van Koers-Kompas. De evidente samenwerking tussen Dexia en
Koers-Kompas is niet spontaan, alleen in de concrete situatie van [X], tot stand
gekomen. Uit de brochure van Koers-Kompas (productie 10 conclusie van repliek)
blijkt dat de financiering van de aankoopsom via Dexia loopt, en (zelfs) dat
Dexia de uitbetaling op de einddatum garandeert. Dexia financierde dus niet
alleen, maar garandeerde ook.
De stelling van Dexia dat zij niet was
betrokken bij de ontwikkeling van de producten van Köers-Kompas en evenmin bij
het opstellen en verspreidon van informatiemateriaal voor (potentiële) cliënten
van Koers-Kompas is twijfelachtig en doet in elk geval niet ter zake. Uit niets
blijkt dat Dexia —veronderstellenderwijze uitgaande van de juistheid van
bedoelde stelling-- op enigerlei wijze afstand heeft genomen van het aangeboden
product en van de inhoud van de brochure. Integendeel, met [X] is een
overeenkomst gesloten. Dexia en Koers-Kompas zijn kennelijk een
samenwerkingsverband aangegaan in verband waarmee bedoelde brochure is opgesteld
en verspreid. Binnen dat samenwerkingsverband heeft Koers-Kompas ongetwijfeld in
eigen voordeel bemiddeld maar om voor de hand liggende redenen ook in het
voordeel van Dexia. Tot slot: gesteld noch gebleken is dat Koers-Kompas slechts
in het voordeel van [X] heeft bemiddeld.
Het handelen (en nalaten) van
Koers-Kompas moet dus aan Dexia worden toegerekend in lijn met de uitspraak van
de Commissie van Beroep DSI van 27 januari 2005 (rechtsoverweging 12
tussenvonnis 8 maart 2005).
5.
Gegeven het oordeel van de kantonrechter dat
sprake is van dwaling (rechtsoverweging 11 tussenvonnis 8 maart 2005), die
dwaling is veroorzaakt door de inlichtingen die Koers-Kompas aan [X] heeft
gegeven en het handelen van Koers-Kompas aan Dexia moet worden toegerekend,
dient de overeenkomst tussen partijen te worden vernietigd. Voldoende
aannemelijk is dat [X] bij een juiste en volledige voorstelling van zaken de
overeenkomst niet zou hebben gesloten.
De scheiding die Dexia aanbrengt
tussen enerzijds de financiering van de aankoop van het certificaat en
anderzijds de aankoop zelf, is gekunsteld, liet gaat om een nauw- met elkaar
verweven en sterk samenhangend pakket afspraken, zodat dwaling ten aanzien van
de te verwachten winsten ook gevolgen heeft voor de financiënngsafapraken
tussen partijen, ofte-wel voor het geheel van de overeenkomst.
7.
Partijen zijn
in het tussenvonnis van 8 maart 2005 (rechtsoverweging 16) in de gelegenheid
gesteld zich uit te laten over de vraag tot welke gevolgen de vernietiging van
de overeenkomst wegens dwaling moet leiden.
In haar conclusie van 28 juni
2005 heeft Dexia op dit punt, voor zover thans nog van belang, gesteld dal [X]
het bedrag van de geldlening ad € 2.500.00 moei terugbetalen, welk bedrag kan
worden verrekend met de door Dexia behouden verkoopopbrengst van het certificaat
ad € 1 .896,05. Per saldo is dat € 603,95. Daarop komen -zo redeneert de
kantonrechter-- in elk geval in mindering de 8 termijnen van € 35,10 die [X]
hoeft betaald, in totaal € 281,20. De kantonrechter baseert dit aantal op de
volgende gegevens: een minimum looptijd van 48 maanden, 32 nog resterende
termijnen van € 35,10 en een bedrag van € 281,20 wegens 8 achterstallige
termijnen. De kantonrechter ontleent deze cijfers aan de afrekening (productie 4
dagvaarding). Blijft over € 322,75. De vraag is voor wiens rekening en risico
het (koers)verlies ad € 603,95 komt.
8.
[X] heeft belegd in aandelen en hoewel zij daarmee
een zeker risico op verlies op de koop heeft toegenomen, staat in dezen vast dat
juist op dat punt sprake is van dwaling veroorzaakt door de misleidende
mededelingen in de folder. Het is daarom in dit concrete geval redelijk en
billijk dat het (koers)verlies voor rekening van Dexia blijft. Dat verlies zou
niel zijn ontstaan indien haar voorlichting volledig en adequaat was geweest,
omdat in dat geval [X] de overeenkomst niet zou hebben gesloten, zoals hierboven
al is overwogen. Een beroep op artikel 6:278 lid 2 BW heeft Dexia wel gedaan,
maar slechts zeer (te) summier en uitsluitend in verband met het beroep van [X]
op artikel 1:88 en 1:89 BW. Een en ander leidt tot de conclusie dat de vordering
van Dexia moet worden afgewezen. Nu het beroep op vernietiging van de
overeenkomst slaagt, ligt het voor de hand dat Dexia de registratie bij het BKR
doet doorhalen ook zonder dal zij daartoe wordt veroordeeld.
9.
De overige geschilpunten laat de kantonrechter
onbesproken omdat een beslissing daarin niet tot een ander resultaat -gehele of
gedeeltelijke toewijzing van de vordering van Dexia- kan leiden.
Nu Dexia de
verliezende partij is, dient zij in de proceskosten te worden veroordeeld. De
kantonrechter ziet geen grond af te wijken van de gebruikelijke
liquidatietarieven. De werkelijke kosten van rechtsbijstand stijgen (vrijwel)
altijd uit boven het met inachtneming van het liquidatietarief toe te wijzen
bedrag. Overigens is aannemelijk dat de processtukken grotendeels uit
standaardteksten bestaan die door de gemachtigde van [X] ook in andere
lease-zaken worden gebruikt.
De beslissing
de kantonrechter;
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, tot
op heden aan de kant van [X] begroot op (2 punten a € 135,00) is € 270,00 voor
salaris gemachtigde.
Aldus gegeven door mr. C.H. de Maan, kantonrechter,
en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 25 september 2007, in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL