Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
RECHTBANK ZWOLLE
Sector kanton-locatie 
Lelystad
 
Zaaknr.:232309 CV 04-4281
datum: 11 augustus 
2004
 
Vonnis in de zaak 
van:
 
de naamloze vennootschap
DEXIA BANK 
NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij in 
conventie,
gedaagde partij in reconventie,
gemachtigde: Hanze 
gerechtsdeurwaarders te Zwolle,
 
legen
 
[X],
wonende te 
[woonplaats]
gedaagde partij in conventie.
eisende partij in 
reconventie,
gemachtigde: mr. H.B.Chr. Stratman, advocaat te 
Lelystad.
 
Partijen worden verder Dexia en [X] 
genoemd.
 
De procedure
 
De kantonrechter heeft kennisgenomen 
van:
 
-    de dagvaarding d.d. 23 maart 
2004;
-    het antwoord van [X] tevens eis in 
reconventie;
-    de conclusie van repliek in conventie, 
tevens voorwaardelijke wijziging van eis, en de
     
conclusie van antwoord in reconventie waarna [X] niet (tijdig) heeft 
gereageerd.
 
Het geschil in conventie en in 
reconventie
 
1.
Dexia heeft bij inleidende dagvaarding in 
conventie de betaling gevorderd van € 1.431,07 terzake van een overeenkomst, 
vermeerderd me! de contractuele rente vanaf 18 oktober 2003 tot de dag van 
voldoening, alsmede € 323,68 voor buitengerechtelijke incassokosten inclusief 
BTW. [X] heeft bij conclusie van antwoord verweer gevoerd. Bij conclusie van 
repliek in conventie heeft Dexia haar vordering in conventie voorwaardelijk 
gewijzigd in die zin dat Dexia heeft gevorderd, onder de voorwaarde dat enig 
deel van de vordering in reconventie van [X] wordl toegewezen, de veroordeling 
van [X] tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil tussen de aan koop 
waarde van de in artikel 1 van de overeenkomst genoemde effecten minus de waarde 
van bedoelde effecten op de datum van vernietiging of ontbinding van de 
overeenkomst.
 
2
[X] heeft in reconventie gevorderd de 
overeenkomst te vernietigen wegens dwaling en Dexia te veroordelen tot 
terugbetaling van de door hem betaalde inleg van FL. 50.-- per maand tussen 1 
mei 2000 en 1 november 2002 vermeerderd met de wettelijke rente. Dexia heeft 
verweer gevoerd.
 
De vaststaande feiten in conventie en in 
reconventie
 
3
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld 
en anderzijds niet dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende 
vast:
3.1
Op 5 april 2000 is tussen de naamloze vennootschap Bank 
Labouchere N.V. als lessor enerzijds en [X] als lessee anderzijds een 
lease-overccnkomst gesloten. Deze overeenkomst wordt aangeduid als hel product 
"KoerExtra". Bij deze overeenkomst wordcn aan [X] effecten Legio AEX-plus 
Certificaat verleast voor een totaal overeengekomen leasesom van € 5.445,36 
inclusief een bedrag van € 3.317,74 aan te betalen rente tijdens de looptijd van 
de leaseovereenkomst. Op de lease-overeenkomsi zijn Bijzondere Voorwaarden 
Effecten Lease van Legio-Lease van toepassing.
3.2
De leasesom bedraagt 
het lotaal van 240 maandtermijnen van telkens € 22.61.
3.3
Dexia is de 
rechtsopvolgster van  Bank Labouchere N.V. die handelde onder de naam  
Legio-Lease.
3.4
Door Dexia is de lease-overeenkomst voortijdig beëindigd 
omdat [X] niet meer voldeed
aan zijn betalingsverplichtingen.
3.5
Na 
verkoop door Dexia van de aandelen in oktober 2003 is de opbrengst daarvan in 
mindering
gebracht op de totaal overeengekomen hoofdsom waarna een door [X] 
aan Dexia te
belalen bedrag van € 1.43 1.07 resteerde  Dexia heeft in 
oktober 2003 de eindafrekening van
€ 1.431.07 aan [X] doen 
toekomen.
 
De beoordeling in conventie en in 
reconventie
 
4
Dexia heeft gesteld dat [X] weigerachtig is 
gebleven het bedrag van de eindafrekening van € 1.431,07 te betalen. Reden 
waarom Dexia in onderhavige procedure de betaling hiervan heeft gevorderd. [X] 
heeft bij conclusie van antwoord in conventie verweer gevoerd en gesteld dat 
Legio-Lease er destijds een vrij agressieve verkooptechniek op na hield zonder 
daarbij alle in- en outs van de constructie naar voren te brengen. [X] stelt dat 
hij nimmer op de hoogte is gesteld van het risico dat de koersen van de aandelen 
zo ver zouden zakken dat de verrichte inleg niet meer voldoende zou zijn om de 
schuld bij Legio-Lease te dekken. Evenmin is hem uitleg gegeven dat het een 
lening op annuïteitbiasis betrof. Legi-Lease heeft, volgens [X]. niet voldaan 
aan haar zorgplicht door volledige informatie ie verstrekken en na te gaan of de 
klant voldoende financiële draagkiacht had. [X] acht zich misleid en wenst een 
beroep op dwaling te doen.
 
5
Dexia heeft bij repliek in conventie haar 
vordering nader toegelicht en tevens haar eis in conventie voorwaardelijk 
gewijzigd. [X] heeft niet meer gereageerd op hetgeen Dexia nader heeft 
aangevoerd. Hetgeen bij repliek in conventie is aangevoerd is daardoor niet 
weersproken. Nu uit de conclusie van repliek in conventie van de zijde van Dexia 
en de in het geding gebrachte stukken onweersproken volgt dat niet alleen in de 
aan [X] toegezonden brochure KoersExtra maar ook in de overeenkomst, de 
bijzondere voorwaarden, het rekenvoorbeeld en de fiscale opinie, wordt gewezen 
op het feit dat wordt belegd met geleend geld en dat financieel risico wordt 
gelopen, dient het verweer van [X] dat hij bij het aangaan van de 
lease-overeenkomst niet juist is voorgelicht, te worden gepasseerd. Bovendien 
heeft [X] niet weersproken dat hij voorafgaand aan het sluiten van de 
overeenkomst diverse keren telefonisch contact heeft gehad met Legio-Lease 
zodat, voorzover er na toezending van de hiervoor aangehaalde stukken voor hem 
nog onduidelijkheden bestonden, het op zijn weg had gelegen dit tijdens deze 
diverse telefonische contacten aan de orde te stellen en om uitleg te vragen. 
Het voorgaande leidt ertoe dat het door [X] gedane beroep op dwaling dient te 
worden verworpen.
 
6
Het door [X] gevoerde verweer dat Dexia niet 
heeft voldaan aan haar zorgplicht omdat hem geen volledige informatie is 
verstrekt en zijn financiële positie niet is onderzocht, dient eveneens te 
worden verworpen. Niet alleen heeft Dexia dit gemotiveerd weersproken maar naar 
het oordeel van de kantonrechter heeft [X] zijn verweer dal zijn financiële 
positie niet is onderzocht, ook onvoldoende onderbouwd. [X] heeft enkel 
aangegeven dat hij "bijvoorbeeld in de bijstand terecht is gekomen" maar hieruit 
maakt de kantonrechter op dat dit zich eerst na het sluiten van de 
lease-overeenkomst heeft voorgedaan. Dit kan Dexia niet worden tegen geworpen. 
Nu [X] aan de door hem gestelde schending van de zorgplicht geen andere feiten 
ten grondslag heeft gelegd anders dan die waarop hij zijn beroep op dwaling 
heeft gebaseerd, dient mede onder verwijzing naar hetgeen hiervoor onder 5 is 
overwogen ook dit verweer van [X] te worden gepasseerd.
 
7
Het voorgaande betekent dat de vordering van 
Dexia voor een bedrag van € 1.431.07 dient te worden toegewezen. Voorts is 
toewijsbaar de over dit bedrag gevorderde contractuele rente nu [X] de vordering 
terzake van de rente niet gemotiveerd   heeft betwist.
 
8
Bij gebreke van betwisting is eveneens de 
vordering terzake van de buitengerechtelijke kosten toewijsbaar. De 
kantonrechter ziet evenwel geen reden voor toekenning van BTW over de 
buitengerechtelijke kosten zodal een bedrag van € 272.-- zal worden 
toewezen
 
9
Gelet op helgeen hiervoor onder 5 en 6 is 
overwogen zijn er geen gronden aanwezig om de lease-overeenkomst zoals door [X] 
in reconventie is gevorderd, te vernietigen en Dexia te veroordelen tot 
terugbetaling van de betaalde inleg.
 
10
Nu de voorwaardelijk gewijzigde eis in 
conventie uitsluitend is gewijzigd indien en voorzover enig deel van de 
vordering in reconventie van [X] zou worden toegewezen, behoeft deze 
voorwaardelijk gewijzigde vordering, nu de vordering in reconventie is 
afgewezen, niet verder beoordeeld te worden.
 
11
[X] zal als de grotendeels in het ongelijk 
gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten zowel in conventie als in 
reconventie. Nu in reconventie geen noemenswaardig meerwerk door Dexia is 
verricht zullen de proceskoslen in reconventie op nihil worden 
bepaald.
 
De beslissing
 
De kantonrechter:
 
in conventie
 
-     veroordeelt [X] om aan 
Dexia €  1.703,07 te betalen, vermeerderd me contractuele rente van 0,96 % 
per maand over € 1.431,07 vanaf 18 oktober 2003 tot de dag van algehele 
voldoening;
 
-     veroordeelt [X]  
in de kosten van dit geding Deze kosten worden, voor zover op heden aan de zijde 
van Dexia gevallen, bepaald op:
€ 87,02 voor kosten exploot;
€ 190,-- voor 
vast recht;
€ 270,-- voor salaris gemachtigde;
 
-     verklaart dit vonnis 
uitvoerbaar bij voorraad;
 
-     wijst het meer of 
anders gevorderde af;
 
in reconventie
 
-     wijst de vordering 
af;
 
-     veroordeelt [X] in de 
kosten van dit geding. Deze kosten worden, voor zover tot op heden aan de zijde 
van Dexia gevallen, bepaald op nihil.
 
Dit vonnis is gewezen door mr J.M. van 
Wegen en in het openhaar uitgesproken op woensdag 11 augustus 2004, in 
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL