Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK GRONINGEN
 
Sector kanton
 
Locatie Groningen
 
Zaak\rolnummer: 350094/08-469
 
Vonnis d.d. 9 oktober 2008
 
inzake
 
de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland NV,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie, hierna Dexia te noemen,
gemachtigde Tijhuis & Partners, gerechtsdeurwaarders te Meppel,
 
tegen
 
[X],
wonende te [woonplaatst] aan de [straat] [nummer],
gedaagde in conventie, tevens eiser in reconventie, hierna [X] te noemen,
gemachtigde mr. P.J. Antons, advocaat te Groningen.
 
PROCESGANG
 
De bij vonnis van 7 februari 2008 gelaste comparitie is gehouden op 16 april 2008. Partijen (Dexia deugdelijk vertegenwoordigd) en de gemachtigde van [X] zijn ter zitting verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Partijen hebben vervolgens ieder nog twee aktes genomen.
Het vonnis is (nader) bepaald op heden.
 
OVERWEGINGEN in conventie en in reconventie
 
De verdere beoordeling
 
1.    De inhoud van het vonnis van 7 februari 2008 moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd en de daarvan deel uitmakende overwegingen worden gehandhaafd.
 
2.    Op de comparatie die vervolgens heeft plaatsgevonden zijn de financiële gegevens met betrekking tot de onderhavige overeenkomst en de persoonlijke financiële omstandigheden van [X] aan de orde gekomen. Over de financiële omstandigheden en over het vast te stellen nadeel hebben partijen zich vervolgens nog bij akte uitgelaten.
 
3.    Naar het oordeel van de kantonrechter beschikt zij thans over voldoende gegevens om het nadeel en de betalingsverplichting (van Dexia dan wel [X]) te kunnen vaststellen.
Daartoe wordt het volgende overwogen.
 
4.    In een geval als het onderhavige moet naar het oordeel van de kantonrechter onder het nadeel worden verstaan het totaalbedrag van alle volgens de overeenkomst verschuldigde maandelijkse termijnen gedurende de looptijd van de lease-overeenkomst, te vermeerderen met het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom van de geldlening en te verminderen met de opbrengst van de geleasede effecten en met de aan de afnemer uitgekeerde dividenden.
 
5.    Dexia heeft, onder verwijzing naar een aantal arresten, nog betoogd dat bij het berekenen van het nadeel geen rekening moet worden met de betaalde rente. De kantonrechter volgt Dexia daarin niet. De lening, waarvan de rente het gevolg is, is namelijk onlosmakelijk verbonden met de onderhavige lease-overeenkomsten. Zonder deze overeenkomsten zou er geen sprake zijn van een lening en dus evenmin van rente. Gesteld noch gebleken is dat Dexia [X] voldoende heeft gewaarschuwd voor de mogelijkheid dat de over de lening te betalen rente met de opbrengst van de belegging niet zal worden terugverdiend en dus verloren zal gaan of dat zij heeft geverifieerd dat [X] zich van deze mogelijkheid bewust was. Dat [X] wist althans had kunnen weten dat er sprake was van geleend geld, maakt niet dat hij het risico van het verloren gaan van de rente zonder meer had kunnen of behoren te begrijpen. De rente dient daarom in beginsel als nadelig gevolg van het aan Dexia verweten handelen in aanmerking te worden genomen bij de vaststelling van het totale nadeel.
 
6.   Op grond van de ter beschikking staande en niet althans onvoldoende betwiste gegevens kan het nadeel als volgt worden becijferd:
 
                                                                contractnummer      contractnummer
                                                                74580667               74580668
                                                      
-   totaal maandtermijnen                              €  4.532,76             €  4.532,76
-   niet afgeloste deel geldlening                     € 24.002,22             € 24.002,22
                                                                € 28.534,98             € 28.534,98
-   opbrengst effecten                                  € 10.587,84             € 10.587,84
-   dividenden                                              €     287,70              €    287,70 nadeel                                                        € 17.659,44             € 17.659,44
 
Het totale nadeel bedraagt daarom op € 35.318,88.
 
7.    Met betrekking tot het door de kantonrechter in Amsterdam ontwikkelde categoriemodel geldt dat op grond  van de door [X] verstrekte en door Dexia niet althans onvoldoende betwiste gegevens van de volgende financiële en persoonlijke omstandigheden van [X] kan worden uitgegaan:
-  beleggingservaring: geen
-  vermogen: geen of nagenoeg geen
-  inkomen: een netto gezinsinkomen van meer € 15.000,00 per jaar maar minder dan 2/3 deel
   deel van de totale leasesom
-  opleiding: de Mavo, gevolgd door een studie Middelbaar laboratorium onderwijs en een aantal
   ICT opleidingen
-  voor beleggen relevante beroepservaring:geen
 
[X] valt daarom in catgorie 2. Alle relevante feiten en omstandigheden in aanmerking genomen
acht de kantonrechter het redelijk dat 65% van het hiervoor becijferde nadeel voor rekening
van Dexia komt. Ten laste van [X] komt daarom € 12.361,61 (35% van €35.318,88)
 
8.    Uit de processtukken volgt dat [X] in totaal € 9.265,52 aan Dexia heeft betaald (de maandtermijnen (2 x € 4.532,76) en nog een bedrag van € 200,00). Van andere betalingen is niet gebleken. Dexia heeft € 575,40 aan dividenden uitgekeerd dan wel verrekend. Dat bedrag moet in mindering worden gebracht op het door [X] betaalde bedrag. [X] moet daarom nog € 3.671,49 (€ 12.361,61 - (€ 9.265,52 - € 575,40)) aan Dexia betalen.
 
9.    Nu de door Dexia gevorderde hoofdsom gedeeltelijk wordt toegewezen, komt een evenredig deel van de gevorderde rente voor toewijzing in aanmerking, zodat € 216,11 zal worden toegewezen.
 
10.  Onvoldoende is gebleken dat in het incassotraject buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht anders dan ter voorbereiding van de processtukken en instructie van de zaak. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden afgewezen.
 
11.  Op grond van het voorgaande is de conventionele vordering van Dexia toewijsbaar tot een bedrag van € 3.887,60 vermeerderd met rente en zal de reconventionele vordering van [X] worden afgewezen.
 
12.  Gelet op de uitkomst van de procedure zullen de proceskosten in conventie en in reconventie aldus worden gecompenseerd dat iedere partij de eigen kosten draagt.
 
BESLISSING
 
De kantonrechter:
 
in conventie en in reconventie
 
veroordeelt [X] om tegen kwijting aan Dexia te betalen € 3.887,60 vermeerdeid met de contractuele rente ad 0,96% per maand over € 3.671,49 vanaf 22 september 2003 tot de dag der algehele voldoening;
 
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
 
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
 
wijst af het meer of anders gevorderde.
 

Dit vonnis is gewezen door mr. G.R. van Baak-Klijnsma, kantonrechter, en op 9 oktober
2008 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL