Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

Vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Zaak- en rolnummer: 910998 DX EXPL 07-1865
Vonnis van: 25 juni 2008
F.no.: 641
 
Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
[X],
wonende te [woonplaats],
eiser,
nader te noemen [X],
gemachtigde: mr. E.H. Hoeksma,
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: dw, P. Swier.
 
Procedure
 
De volgende processtukken zijn ingediend:
 
-      de dagvaarding van 5 november 2007, met producties;
-      van de zijde van Dexia, een conclusie van antwoord, met producties;
-      een akte tot hervatting procedure, met productie.
 
Bij tussenvonnis van 20 februari 2008 is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 28 mei 2008, Ter comparitie zijn verschenen [X] in persoon, bijgestaan door mr. E.H. Hoeksma, advocaat te Leiden en van de zijde van Dexia C.A. Bastiaans, bijgestaan door mr. M. Kemmers, advocaat te Amsterdam, Voorafgaand aan deze comparitie zijn door [X] een akte uitlating na tussenvonnis, met producties en door Dexia per fax van 15 mei 2008 aanvullende stukken ingediend, welke thans tot de processtukken behoren. Van hetgeen besproken is ter comparitie heeft de griffier aantekening gehouden.
 
Daarna is vonnis bepaald op heden.
 
Gronden van de beslissing
 
1.     Feiten
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
1.1.   Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt haar reehtsvoorgangster daaronder mede begrepen.
 
1.2.   [X] verkeerde ten tijde van het aangaan van de hieronder bedoelde overeenkomst in de volgende omstandigheden:
 
Leeftijd:                                                       40
Beroep:                                                        pastoraal medewerker
Opleiding:                                                     MAVO
Netto (gezins)inkomen per jaar:                        circa € 14.610,-
Vermogen (na aftrek van schulden);                  geen
Relevante beleggings- of beroepservaring:          geen
 
1.3.   [X] heeft de volgende lease-overeenkomst ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere (hierna: de lease-overeenkomst):
Nr.  Contractnr.  Datum         Naam overeenkomst                        Leasesom     Looptijd   Termijnbedrag
1    22504693     24-08-2001 Capital Effect Maandbetaling 15 jaar   € 8.409,60   180 mnd   € 46,72 p/mnd

De lease-overeenkomst is lot stand gekomen via Spaar Select B.V. (hiema: de tussenpersoon).
 
1.4.   Dexia heeft een eindafrekening opgesteld waaruit is gebleken dat Dexia aan [X] uit hoofde van de lease-overeenkomst een bedrag van € 152,92 verschuldigd was. Dexia heeft dit bedrag aan [X] voldaan.
 
1.5,   Voor wat betreft het in totaal aan Dexia betaalde bedrag, het totaalbedrag aan ontvangen en/of verrekende dividenden en andere gegevens van de lease-overeenkomst wordt verwezen naar de aan dit vonnis gehechte bijlage (hiema: de bijlage).
 
2.     Stellingen van partijen
 
Vordering
 
2,1.   [X] vordert op gronden als vermeld in de processtukken bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren voor recht dat:
- de lease-overeenkomst buitengerechtelijk is vernietigd, althans nietig is, althans voor recht te verklaren dat Dexia onrechtmatig jegens [X] heeft gehandeld en dat Dexia schadeplichtig is;
-  Dexia te veroordelen aan [X] te voldoen de som van € 2,776,95, te vermeerderen met
de wettelijke rente vanaf de dagen dat de dee (betalingen zijn verricht tot aan de dag der algehele voldoening;
-  Dexia te veroordelen in de werkelijk proceskosten.
 
Verweer
 
Dexia voert gemotiveerd verweer tegen de vorderingen van [X].
 
3.     Beoordeling van de vorderingen
 
3.1.   Waar nodig zal hierna nader worden ingegaan op de stellingen en verweren van partijen. Geoordeeld wordt als volgt.
 
3.2.   In het vonnis van deze rechtbank van 27 april 2007, LJN BA3914, en het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008. LJN BC2837 zijn voor soortgelijke geschillen een aantal rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, die de kantonrechter overneemt- οn essentie komt dit in de onderhavige zaak neer op het volgende:
- Lease-overeenkomsten als de onderhavige worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve bevoegd.
- Een effecteninstelling (als Dexia) is aansprakelijk voor gedragingen van een tussenpersoon.
- Dexia was bij het aanbieden van het onderhavige product gehouden aan de in de NR gecodificeerde zorgplichten.
 
3.3.   Dexia heeft niet in voldoende mate voldaan aan haar zorgplichten voortkomende uit het 'know your customer '-principe. Dat brengt met zich dat de lease-overeenkomst niet tot stand had behoren te komen en dat een causaal verband bestaat tussen deze tekortkoming en de door [X] geleden schade. Toepassing van het bepaalde in artikel 6; 101 BW leidt uiteindelijk niet tot een ander resultaat dan het gevolg zal zijn van de hierna volgende verdeling van het nadeel, zodat deze tekortkoming hierna buiten behandeling zal blijven.
 
3.4.   Dexia heeft in onvoldoende mate voldaan aan haar zorgplicht om [X] op niet mis te verstane wijze te wijzen op de risico's die verbonden zijn aan de lease-overeenkomst, Dexia is derhalve aansprakelijk voor de als gevolg van dit tekortschieten opgetreden nadelige gevolgen.
 
3.5.   Dexia is echter niet voor hec volledige nadeel aansprakelijk. Het voor rekening van Dexia komende nadeel dient ie worden verminderd in evenredighefd met de, op een gemotiveerde schatting berustende, mate waarin aan [X] toe te rekenen omstandigheden tot het nadeel hebben bijgedragen. Dit overeenkomstig hetgeen de Hoge Raad heeft beslist in zijn arrest van 31 maart 2006, RvdW 2006. 328 LJN AU6092. Een en ander zal tot uitdrukking worden gebracht door toepassing van de hierna bedoelde maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Grondslag voor de hiervoor bedoelde schatting vormen de persoonlijke omstandigheden van [X] die van invloed zijn op de waarschijnlijkheid dat de onderhavige lease-overeenkomst tot stand zou zijn gekomen indien Dexia haar zorgplicht afdoende was nagekomen, mede gelet op de leasesom en op de overige verplichtingen uit de onderhavige rechtsverhouding met Dexia. Dit betreft met name (maar niet uitsluitend) de financiλle omstandigheden en de kennis en ervaring van [X].
 
3.6.   Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.2. bij de feiten zijn vermeld, is voor [X] categorie 1 (als bedoeld in het vonnis van deze rechtbank van 27 april 2007) van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 20% van het nadeel voor rekening van [X] dient te komen, als vermeld in de bijlage, en het resterend percentage voor rekening van Dexia komt.
 
3.7.   Als nadeel wordt in aanmerking genomen het bedrag dat in de bijlage onder 'totaal nadeel' staat vermeld. Dit is het resultaat van de volgende berekening: het bedrag dat in de bijlage onder 'in aanmerking te nemen termijnen' staat vermeld (zijnde de oorspronkelijke looptijd van de lease-overeenkomst met een maximum van 60 maanden), vermeerderd met het daarachter onder 'restant hoofdsom' vermelde restant van de hoofdsom van de geldlening en verminderd met de vervolgens onder 'waarde/opbrengst' vermelde waarde van de geleasede effecten alsmede met het onder 'in eerste 5 j. ontvangen + verrekende dividenden' vermelde bedrag wegens in verband met die overeenkomst (althans de eerste 60 maanden) ontvangen en (eventueel) verrekende dividenden.
 
3.8.   Van dit nadeel dient, gelet op het in 3,6. bedoelde percentage, een bedrag voor rekening van [X] te blijven gelijk aan het daarachter onder Woor rekening afnemer' genoemde bedrag.
 
3.9.   Door of ten behoeve van [X] is in het kader van de lease-overeenkomst een bedrag betaald gelijk aan het onder 'betaald' vermelde bedrag. Hierop dienen in mindering te worden gebracht alle (ook na 60 maanden) ontvangen dividenden en het aan [X] uitbetaalde positieve saldo op de eindafrekening als vermeld onder '"totaal ontvangen' en het hiervoor bedoelde bedrag dat voor rekening van [X] dient te blijven, zodat Dexia per saldo aan [X] dient te voldoen het onder 'te ontvangen' vermelde bedrag van € 1.937,14.
 
3.10,  Hetgeen [X] terug zal ontvangen wordt aan alle betalingen aan Dexia toegerekend. Dit brengt mee dat de betalingen aan Dexia voor de berekening van de wettelijke rente niet geheel, maar voor een deel in aanmerking worden genomen. Het in aanmerking te nemen deel is een breuk, waarbij de teller wordt gevormd door het bedrag dat [X] dient terug te ontvangen en de noemer door het bedrag dat ter zake van de lease-overeenkomst aan Dexia is betaald. Wettelijke rente wordt toegekend over een percentage van elke betaling aan Dexia, gelijk aan het percentage als vermeld in de bijlage onder '% rente', telkens vanaf de betaaldatum.
 
3.11.  Gelet op de uitslag van de procedure dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
 
3.12,  Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meerjegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de lease-overeenkomst gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
 
Beslissing
 
De kantonrechter:
 
I.     veroordeelt Dexiaom aan [X]te betalen € 1.937,14, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over 70,1% van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan de dag der algehele voldoening;
 
II.    veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op:
te betalen aan [X]
voor verschuldigd griffierecht                             € 49,75
 
te betalen aan de griffier van de rechtbank
voor verschuldigd griffierecht                            € 149,25
voor het exploot van dagvaarding                      €   84,31
voor salaris van gemachtigde                            €  375,—
totaal                                                           €  608,56
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
 
III.   verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
 
IV.    wijst af het meer of anders gevorderde.
 
Aldus gewezen door mr. R.H.C. van Harmelen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL