Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
rolnummer: 900935 DX EXPL 07-1481
Vonnis van: 
25 juni 2008
F.no.: 582
 
Vonnis van de 
kantonrechter
 
inzake
 
1.     
[X],
2.     [Y],
nader te noemen 
respectievelijk [X], [Y] en gezamenlijk [X c.s.],
beiden wonende te 
[woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in 
reconventie.
gemachtigde: mr. M.A. van Hoof,
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK 
NEDERLAND N.V.,
nader te noemen Dexia.
gevestigd te 
Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: 
dw. P. Swier.
 
Procedure
 
De volgende processtukken zijn 
ingediend:
-      de dagvaarding van 17 september 
2007, met producties, waaronder een afschrift van
de opt-outverklaring als 
bedoeld in artikel 7:908 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW),
waarin [X c.s.] 
verklaren niet aan de verbindendverklaring gebonden te 
willen
zijn:
-      de conclusie van antwoord in 
conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, van
Dexia. met 
producties.
 
Bij tussenvonnis van 28 november 2007 is een 
comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 28 mei 2008. Ter comparitie zijn 
verschenen [X c.s.] met hun gemachtigde en namens Dexia A. de Jonge bijgestaan 
door mr. E. van Leut. Van hetgeen besproken is ter comparitie heeft de griffier 
aantekening gehouden. Voorafgaand aan deze comparitie zijn door [X c.s.] op 14 
mei 2008 een akte uitlating na tussenvonnis met producties en door Dexia per fax 
van 13 mei 2008 aanvullende stukken ingediend, welke thans tot de gedingstukken 
behoren.
 
Daarna is vonnis bepaald op heden.
 
Gronden van de 
beslissing
 
1.     
Feiten
 
In conventie en in 
reconventie
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat 
vast:
 
1.1.   Dexia is de rechtsopvolgster 
onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. en Legio Lease B-V. (hierna: 
Labouchere en Legio Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar 
rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
 
1.2.   [X] heeft de volgende 
lease-overeenkomsten ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als 
wederpartij Labouchere en Legio Lease (hiema: respectievelijk lease-overeenkomst 
1,2,3,4,5, 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15 en 16 en gezamenlijk de 
lease-overeenkomsten):
Nr. Contractnr. Datum    Naam 
overeenkomst   
Leasesom                       
Looptijd    Termijnbedrag
1   
36009056   12.03.98 Spaarleasen              
 7.985,62 (f. 17.598.60) 180 mnd     
44,37 
2   
36009057   12.03.98 Spaarleasen              
 7.985,62 (f. 17.598.60) 180mnd      
44.37
3   36009058   
12.03.98 Spaarleasen              
 7.985,62 (f. 17.598.60) 180mnd      
44,37
4   36009059   
12.03.98 Spaarleasen              
 7.985.62 (f. 17.598.60) 180mnd      
44,37 
5   36009060 12.03.98  
Spaarleasen               
 7.985,62 (f. 17.598,60) 180 mnd     
44,37
6   36011889 17.04.98  
Spaarleasen               
 8.470,26 (f. 18.666.=) 180 mnd      
47,06
7   36011890 17.04.98  
Spaarleasen               
 8.470,26 (f. 18.666.=) 180 mnd      
47,06
8   36011891 17.04.98  
Spaarleasen               
 8.470,26 (f. 18.666.=) 180 mnd      
47,06
9   36011892 17.04.98  
Spaarieasen               
 8.470,26 (f. 18.666.=) 180 mnd      
47,06
10 36011893 1704.98   
Spaarleasen                
8,470,26 (f. 18.666.=) 180 mnd      
47,06
11 59000010 21.04.98  Legio Feestplan 
II        9.474,32 (f. 20.878.65) 120 
mnd     47,12
12 59000011 21.04.98  Legio 
Feestplan II        9.474,32 (f. 
20.878.65) 120 mnd     
47,12
13 59000012 21.04.98  Legio Feestplan 
II        9.474,32 (f. 20.878,65) 120 
mnd     47,12 
14 59000013 21.04.98  
Legio Feestplan II        9.474,32 (f. 
20.878,65) 120 mnd     
47,12 
15 59000014 21.04.98  Legio Feestplan 
II        9.474,32 (f. 20.878,65) 120 
mnd     47,12
16 74116979 03 12.98  
WinstVerDriedubbelaar  10.222,49 (f. 22.527.40) 36 
mnd     1.815.12 (f. 4.000.-) bij vooruitbetaling
 
1.3.   Dexia heeft eindafrekeningen 
opgesteld met de volgende resultaten:
 
Nr. Datum eindafrekening   
Resultaat        voldaan
1   
09.06.05                    
 - 738,96       Nee, er staat 320,21 
open
2   
09.06.05                    
 - 738,96       Nee
3   
09.06.05                    
 - 738,96       Nee
4   
09.06.05                    
 - 738,96       Nee
5   
09.06.05                    
 - 738,96       Nee
6   
09.06.05                    
 - 1.077,25    Nee
7   
09.06.05                    
 - 1.077,25    Nee
8   
09.06.05                    
 - 1.077.25    Nee
9   
09,06.05                    
 - 1.077,25    
Nee
10 09.06.05                    
 - 1.077,25    Nee
11 
09.06.05                    
 - 1.829,21    
Nee
12 09.06.05                    
 - 1.869,96    
Nee
13 09.06.05                    
 - 1.869,96    
Nee
14 09.06.05                    
 - 1.869.96    
Nee
15 09.06.05                    
 - 1.869,96    
Nee
16 03.12.01                    
1.144.32 (positief) Ja, door Dexia
 
1.4.   Voor wat betreft het in totaal 
aan Dexia betaalde bedrag, het totaalbedrag aan ontvangen en/of verrekende 
dividenden en andere gegevens per lease-overeenkomst wordt venvezen naar de aan 
dit vonnis gehechte bijlage (hierna: de bijlage).
 
1.5.   Bij het aangaan van de 
lease-overeenkomsten was [X] gehuwd. Bij brief van
16 december 2004 heeft [Y] 
met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de 
lease-overeenkomsten 1 tot en met 15, althans vernietiging in rechte 
aangekondigd, en terugbetaling gevorderd binnen een termijn van tien dagen. Bij 
dagvaarding van 17 september 2007 is ter zake van lease-overeenkomst 16 een 
beroep op artikel 1:89 BW gedaan.
 
2.     
Conventie
 
Vordering
 
2.1.   [X c.s.] vorderen op gronden als 
vermeld in de processtukken bij vonnis thans, na wijziging van eis, voor zover 
mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
 
I.     de 
lease-overeenkomsten nietig te verklaren, althans te vernietigen;
 
II.    te verklaren voor recht dat 
Dexia wanprestatie heeft gepleegd jegens [X c.s.], dan wel jegens hen 
onrechtmatig heeft gehandeld en uit dien hoofde schadeplichtig is;
 
III.   Dexia te veroordelen om tegen 
een behoorlijk bewijs van kwijting aan [X] te betalen een bedrag van  48.500,=. 
althans een zodanig bedrag als U. E.A. in goede justitie zal vermenen te 
behoren, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 26 
december 2004, dan wel een zodanige datum als door U E-A. in goede justitie te 
bepalen tot de dag van algehele voldoening, althans een zodanig besluit als U 
E.A. in goede justitie zal vermenen te behoren;
 
IV.    Dexia te veroordelen om 
tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [X c.s.] te betalen een bedrag van  
3.570,= bij wege van vergoeding aan buitengerechtelijke kosten.
althans een 
zodanig bedrag als U. E,A. in goede justitie zal vermenen te 
behoren;
 
V.     Dexia te gelasten de 
registratie ten laste van [X c.s.] bij het. BKR te Tiel geheel te doen 
doorhalen;
 
VI,    Dexia te verwijzen in de 
kosten van de procedure.
 
Verweer
 
2.2.   Dexia voert gemotiveerd verweer 
tegen de vorderingen van [X c.s.].
 
3.     
Reconventie
 
Vordering
 
3.1.   In reconventie vordert Dexia [X] 
te veroordelen tot betaling van  17.968,95, zijnde de resterende saldi van de 
door Dexia opgestelde eindafrekeningen, vermeerderd met de rente, stellende dat 
Hottermari in verzuim is met de nakoming van zijn verplichtingen uit de 
lease-overeenkomsten.
 
Verweer:
 
3.2.   [X c.s.] voeren gemotiveerd 
verweer tegen de vorderingen in reconventie.
 
4.     Beoordeling 
van de vorderingen in conventie en in reconventie
 
4.1.   Waar nodig zal hierna nader 
worden ingegaan op de stellingen van partijen. Geoordeeld wordt als 
volgt.
 
4.2.   In het vonnis van deze rechtbank 
van 27 april 2007, LJN nummer BA3914, en het arrest van de Hoge Raad van 28 
maart 2008, LJN BC2837 zijn voor soortgelijke geschillen een aantal rechtsvragen 
beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, die de kantonrechter overneemt. In 
essentie komt dit in de onderhavige zaak neer op het volgende; 
Lease-overeenkomsten als de onderhavige worden aangemerkt als huurkoop. De 
kantonrechter is derhalve bevoegd.
 
4.3.   Artikel 1:88 lid I onder d BW is 
op deze lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A: 1576i BW 
huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de 
lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven. Aangezien deze 
schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen 
op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
 
4.4.   De verjaringstermijn voor dit 
beroep is driejaar en vangt aan op het moment dat de echtgenoot bekend wordt met 
het bestaan van de overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de 
juridische kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 
68 en LJN; AY8771). Dexia heeft een beroep gedaan op verjaring en daartoe 
geweien op dat een aantal betalingen van op grond van de lease-overeenkomsten 
verschuldigde bedragen heeft plaatsgevonden vanaf de en/of-bankrekening die op 
naam van [X] c,s, stond. Daaruit volgt volgens Dexia dat [Y] op de hoogte was 
van de lease-overeenkomsten, met ingang van de (oudste) ontvangstdatum van de 
bankafschriften waarop die betalingen staan vermeld.
 
4.5.   De kantonrechter overweegt het 
volgende. Ter comparitie hebben [X c.s.] onbetwist verklaard dat een aantal 
betalingen is verricht van de en/of rekening en dat vervolgens betalingen 
zijn verricht van een rekening alleen op naam van [X]. Nu Dexia dit punt niet 
gemotiveerd heeft bestreden gaat de kantonrechter hiervan uit.
 
4.6.   In het algemeen mag ervan worden 
uitgegaan dat een echtgenote kennis neemt van (mede) aan haar gerichte post, 
zeker wanneer het berichten betreft aangaande een zo belangrijk onderwerp als 
de gezinsfinanciλn. De bekendheid van de echtgenote met de lease-overeenkomsten 
kan daarom in beginsel worden afgeleid uit betalingen vanaf de en/of rekening, 
met ingang van de ontvangstdatum van de bankafschriften waarop die betalingen 
staan vermeld. Dit is slechts anders indien uit concrete en objectiveerbare 
feiten en omstandigheden blijkt dat de echtgenote desalniettemin niet op de 
hoogte was van het bestaan van de lease-overeenkomsten.
 
4.7.   In het onderhavige geval heeft 
[Y] ter comparitie verklaard dat zij en [X] samen een cateringbedrijf hadden. In 
2004 bleek [X] ziek en kon het bedrijf niet langer worden voortgezet. Rond 
oktober 2004 besloten [X c.s.] het bedrijf te verkopen. Op dat moment heeft [X] 
het bestaan van de lease-overeenkomsten aan [Y] opgebiecht. Vanwege de 
lease-overeenkomsten bleek verkoop van het bedrijf namelijk niet mogelijk. 
Voorts heeft [Y] ter comparitie verklaard nimmer iets van de 
lease-overeenkomsten te hebben gemerkt omdat zij elke dag pas rond 18.00 a 
19.00 uur thuis kwam van haar werk, zij nimmer post zag omdat [X] de post reeds 
had verwerkt en zij zich ook niet met de financiλn, zakelijk en privι, 
bemoeide.
 
4.8.   Gelet op de met concrete feiten 
en omstandigheden onderbouwde, gemotiveerde toelichting van [X c.s.] en de 
omstandigheid dat slechte een aantal betalingen van een en/of rekening is 
betaald, is de kantonrechter van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [Y] 
voor oktober 2004 reeds op de hoogte is geweest van het bestaan van de 
lease-overeenkomsten. Dit betekent dat het beroep van Dexia op verjaring wordt 
verworpen en dat de lease-overeenkomsten (bij brief van 16 december 2004 en bij 
dagvaarding) tijdig en op juiste gronden zijn vernietigd.
 
4.9.   Nu sprake is van een 
rechtsgeldige vernietiging dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van 
de lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd. verminderd met hetgeen [X] uit 
hoofde van de lease-overeenkomsten van Dexia heeft ontvangen. Voor de bedragen 
wordt verwezen naar hetgeen op de bijlage bij dit vonnis is vermeld onder 
'betaald, 'ontvangen dividenden en uitkeringen' en 'te ontvangen'.
 
4.10.  De gevorderde wettelijke rente is (en 
aanzien van lease-overeenkomsten 1 tot en met 15 toewijsbaar over het in 4.9. 
bedoelde saldo van de door Dexia te restitueren betalingen vanaf het moment 
waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop de 
door [Y] in haar onder 1.5 bedoelde brief genoemde betalingstermijn verstreek, 
derhalve met ingang van 31 december 2004. Ten aanzien van lease-overeenkomst 16 
is wettelijke rente verschuldigd vanaf 17 september 2007.
 
4.11.  De overige stellingen van partijen in 
conventie behoeven geen behandeling meer.
 
4.12.  De gevorderde buitengerechtelijke 
kosten worden afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat 
werkzaamheden zijn verricht anders dan ter voorbereiding van processtukken en 
instructie van de zaak.
 
4.13.  Uit het voorgaande volgt dat de door 
Dexia ingestelde reconventionele vordering dient te worden afgewezen. De 
in verband daarmee gestelde gronden, feiten en omstandigheden zijn 
verdisconteerd in het oordeel in conventie omtrent de verplichtingen die naar 
maatstaven van redelijkheid en billijkheid thans tussen partijen hebben te 
gelden.
 
In conventie en in 
reconventie
 
4.14.  Gelet op de uitslag van de procedure 
in conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten 
van het geding in conventie en in reconventie.
 
4.15.  Nadat aan dit vonnis is voldaan 
zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige 
rechtsverhouding(en).
 
Beslissing
 
De kantonrechter:
 
in conventie
 
I.     veroordeelt Dexia om 
aan [X c.s.] te betalen
ter zake van lease-overeenkomst 
1
 3.096,29 als hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente 
vanaf
31 december 2004 tot aan de dag der algehele voldoening;
ter 
zake van lease-overeenkomsten 2,3 en 4
 3.051,93 als hoofdsom, te 
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
31 december 2004 tot aan de dag 
der algehele voldoening per overeenkomst als
voornoemd;
ter zake 
van lease-overeenkomst 5
 3.007,61 als hoofdsom, te vermeerderen 
met de wettelijke rente vanaf
31 december 2004 berekend tot aan de dag der 
algehele voldoening;
ter zake van lease-overeenkomst 6
 
3.214,36 als hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
31 
december 2004 tot aan de dag der algehele voldoening;
ter zake van 
lease-overeenkomsten 7,8 en 9
 3.214.35 als hoofdsom te 
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
31 december 2004 tot aan de dag 
der algehele voldoening per overeenkomst als
voornoemd;
ter zake 
van lease-overeenkomst 10
 3.261,40 als hoofdsom, te vermeerderen 
met de wettelijke rente vanaf
3 1 december 2004 tot aan de dag der algehele 
voldoening;
ter zake van lease-overeenkomst 11
 2.886,51 
als hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
31 december 2004 
tot aan de dag der algehele voldoening;
ter zake van 
lease-overeenkomst 12,13 en 14
 2.845,76 als hoofdsom, te 
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
3 I december 2004 tot aan de dag 
der algehele voldoening per overeenkomst als
voornoemd;
ter zake 
van lease-overeenkomst 15
 2.867,77 als hoofdsom, te vermeerderen 
met de wettelijke rente vanaf
31 december 2004 tot aan de dag der algehele 
voldoening;
ter zake van lease-overeenkomst 16
 670,80 
als hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
17 september 2007 
tot aan de dag der algehele voldoening;
 
II.    veroordeelt Dexia in de 
kosten van de procedure, aan de zijde van eisende partij gevallen, tot op heden 
begroot op:
voor verschuldigd 
griffierecht                  
    199,00
voor het exploot van 
dagvaarding                 
84,31
voor salaris van 
gemachtigde                   
1.500,00
totaal                                                 
 1.783,31
een en ander, voorzover verschuldigd, inclusief BTW;
 
III.   verklaart deze veroordelingen 
uitvoerbaar bij voorraad;
 
IV.    wijst af het meer of anders 
gevorderde;
 
in reconventie
 
V.     wijst de vordering 
af;
 
VI.    veroordeelt Dexia in de 
kosten van de procedure, aan de zijde van eisende partij gevallen, tot op heden 
begroot op nihil.
 
Aldus gewezen door mr. A. van Dijk, 
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2008 in 
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL