Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer: 1043060 DX EXPL
09-251
Vonnis van: 23 september 2009
F.no.:618
Vonnis van de
kantonrechter
inzake
[X],
wonende te
[woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
nader te
noemen [X],
gemachtigde: mr. N. Boerman-Bove,
tegen
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in
conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde:
Swier & Van der Weijden Gerechtsdeurwaarders.
Procedure
1.1. De volgende processtukken zijn
ingediend:
de dagvaarding van 17 april 2009, met producties.
de conclusie
van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in
reconventie,
met producties.
1.2. Bij tussenvonnis van 8 juli 2009
is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2009. Ter
comparitie zijn verschenen [X] en zijn echtgenote [Y] (hierna: [Y]) in
persoon, bijgestaan door diens gemachtigde mr. N. Boerman-Bove en van de zijde
van Dexia C.F. Weterings, bijgestaan door mr. J. van den Berg. Van hetgeen
besproken is ter comparitie heeft de griffier aantekening gehouden. Voorafgaand
aan deze comparitie zijn door [X] per fax van 25 augustus 2009 nadere gegevens
in verband met de comparitie (tevens vermeerdering van eis) en door Dexia per
fax van 17 augustus 2009 aanvullende stukken ingediend, welke thans tot de
gedingstukken behoren.
1.3. Daarna is vonnis bepaald op
heden.
Gronden van de
beslissing
2.
Feiten
In conventie en in
reconventie:
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
2.1. Dexia is de reehtsopvolgster
onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna
sprake is van Dexia wordt haar rechtsvoorgangster daaronder mede
begrepen.
2.2. [X] heeft de volgende
lease-overeenkomst (hierna: de lease-overeenkomst) ondertekend waarop hij als
lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia:
Contractnr. Datum Naam
overeenkomst
Leasesom Looptijd
Termijnbedrag
51880--- 19.05.00 Triple Effect
vooruitbetaling € 51.324,03 36 mnd
€8.152.92 (vooruitbetaling)
2.3. In totaal heeft [X] op grond van
de lease-overeenkomst (bij vooruitbetaling) € 8.152,92 aan termijnen aan Dexia
voldaan. Dexia heeft geen dividenden aan hem uitgekeerd.
2.4. Per 19 mei 2003 heeft Dexia een
eindafrekening opgesteld volgens welke [X] uit hoofde van de lease-overeenkomst
nog verschuldigd was € 24.307.80.
2.5. [Y] heeft [X], met wie zij ten
tijde van het aangaan van de lease-overeenkomst was gehuwd, geen schriftelijke
toestemming verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomst.
2.6. Bij brief van 22 december 2005
heeft [Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de lease-overeenkomst vernietigd.
Bij brief van 20 januari 2006 heeft de gemachtigde van [X] Dexia gesommeerd tot
restitutie binnen twee weken na dagtekening van deze brief van hetgeen in het
kader van de lease-overeenkomst door [X] betaald is.
3.
Conventie
3.1. [X] vordert thans, na
vermeerdering van eis, bij vonnis- voor zover voor de beoordeling van belang-,
zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
- te
verklaren voor recht dat de lease-overeenkomst bij de onder 2.5 bedoelde
brief
buitengerechtelijk is vernietigd;
- te
verklaren voor recht dat vanwege de vernietiging alle door [X]
betaalde
gelden aan Dexia onverschuldigd zijn
geschied;
- Dexia te veroordelen om aan [X] op
basis van onverschuldigde betaling artikel
6:203 BW, te voldoen tegen bewijs
van kwijting een bedrag van € 8.265,96;
- te
verklaren voor recht dat de onbetaald gebleven vervallen termijnen
en/of
onbetaald gebleven bedragen van de eindafrekening middels de
vernietiging komen
te vervallen;
- het
bedrag onder sub 3 te vermeerderen met de wettelijke rente danwei
genoemde
bedragen te vermeerderen met de rente gelijk gesteld aan de
wettelijke rente
vanwege vergoeding en de schade van de kosten ingevolge
artikel 6:206 BW. Dit te
rekenen vanaf de dag van betaling aan Dexia, althans
vanaf de dag dat Dexia in
verzuim verkeert tot aan de dag der betaling,
althans vanaf de datum van de
dagvaarding tot aan de dag der
betaling;
- te verklaren voor recht dat
voornoemde bedragen dienen te worden betaald aan de
Stichting Derdengelden
Juridico te Almelo middels bankrekeningnummer
61.37.25.956 conform het
gestelde in de volmachten opgenomen onder productie
1.4. van de
dagvaarding;
- Dexia te bevelen, op straffe van
een direct opeisbare dwangsom van € 500,— per dag
te verbeuren voor iedere
dag dat Dexia na 3 dagen na betekening van het vonnis
nalaat aan dit vonnis
te voldoen, het BKR op te dragen om alle noteringen te
laten
verwijderen/ongedaan te maken;
- Dexia
te bevelen, op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 500,-- per
dag
te verbeuren voor iedere dag dat Dexia na 3 dagen na betekening van het
vonnis
nalaat aan dit vonnis te voldoen, om voormelde bedragen te betalen aan
Stichting
Derdengelden Juridico;
- Dexia te
veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2. Dexia voert gemotiveerd verweer
tegen de vorderingen van [X].
4.
Reconventie
Vordering
4.1. In reconventie vordert Dexia [X]
te veroordelen tot betaling van € 23.668,64, zijnde het resterende saldo van de
door Dexia opgestelde eindafrekening, vermeerderd met de rente en kosten,
stellende dat [X] in verzuim is met de nakoming van zijn verplichtingen uit de
lease-overeenkomst.
Verweer
4.2. [X] voert gemotiveerd verweer
tegen de vorderingen in reconventie onder verwijzing naar de stellingen in
conventie.
5. Beoordeling
van de vorderingen in conventie en in reconventie
5.1. Waar nodig zal hiema nader
worden ingegaan op de stellingen van partijen. Geoordeeld wordt als
volgt.
5.2. Artikel 1:88 lid l onder d BW is
op de lease-overeenkomst van toepassing. Nu volgens artikel 7A: 1576i BW
huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomst ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het
gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN AZ9721, rov 2.12.3 en het arrest
van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837). Aangezien deze schriftelijke
toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier
bedoelde vernietigbaarheid.
5.3. Ten aanzien van het verweer van
Dexia dat het beroep op de vernietiging van de lease-overeenkomst is verjaard,
oordeelt de kantonrechter als volgt. De verjaringstermijn voor dit beroep is op
grond van artikel 3:52 lid 1 sub d BW 3 jaar. De termijn vangt aan op het moment
dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend wordt met de
overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met dejuridische
kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN
AY8771). [Y] heeft ter comparitie gesteld dat zij pas in de zomer van 2005 op de
hoogte raakte van het bestaan van de lease-overeenkomst, op het moment dat er
naar aanleiding van de ontstane restschuld een deurwaarder aan de deur kwam. Zij
heeft de lease-overeenkomst toen buitengerechtelijk vernietigd bij brief van 22
december 2005. Dexia beroept zich op verjaring van de vordering van [Y].
Derhalve rust op Dexia de last te bewijzen dat [Y] al eerder van de
lease-overeenkomst op de hoogte was, en wel op zodanig tijdstip dat de
vernietigbaarheid niet binnen 3 jaar nadat deze aan [Y] ten dienste is komen te
staan is ingeroepen.
5.5. De kantonrechter heeft
kennisgenomen van de arresten van het gerechtshof te Amsterdam van 19 mei 2009
(LJN: BI4359 en LJN: BI4354) en oordeelt in navolging van die arresten als
volgt. De enkele stelling van Dexia dat in de Nederlandse gezinsverhoudingen de
ene echtgenoot weet heeft van een door de andere echtgenoot genomen beslissing
tot het aangaan van een effectenlease-overeenkomst, houdt geen algemene
ervaringsregel in de zin van artikel 149 lid 2 Rv in en dient dus niet bij de
beoordeling te worden betrokken. Aan deze stelling zal dan ook worden
voorbijgegaan.
5.6. Voorts heeft Dexia in algemene
termen aangevoerd dat het gebruikelijk is dat een echtpaar een en/of-rekening
heeft die op beider naam staat. Dexia heeft echter nagelaten concrete feiten of
omstandigheden te stellen waaruit kan volgen dat hiervan ook in de onderhavige
situatie sprake is en wat de gevolgen hiervan zijn voor het verjaringsberoep van
[Y]. [X] heeft deze stelling van Dexia bovendien gemotiveerd betwist en daartoe
ter comparitie gesteld dat partijen een gescheiden financiële huishouding hadden
en dat betalingen aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomst zijn verricht van
een privérekening van [X]. Daartoe heeft [X] ter comparitie de bankpas van de
rekening laten zien waarvan de betalingen ter zake van de lease-overeenkomst
zijn gedaan. Derhalve is komen vast te staan dat de door [X] aan Dexia op grond
van de leaseovereenkomst gedane betalingen zijn gedaan van een rekening die
alleen op naam van [X] stond. [Y] heeft ten slotte verklaard dat zij haar eigen
bankrekening had en daarop haar arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving. Met
financiële zaken hield zij zich verder niet bezig. Op grond van het vorenstaande
ziet de kantonrechter geen reden Dexia toe te laten tot nadere bewijslevering
van haar stellingen op dit punt.
5.7. Gelet op vorenstaande heeft
Dexia geen feiten gesteld en/of voldoende gespecificeerd te bewijzen aangeboden
die het verjaringsberoep wat betreft de overeenkomst kunnen dragen. Het
bewijsaanbod van Dexia dienaangaande zal worden gepasseerd. Dit heeft tot gevolg
dat er van uitgegaan moet worden dat [Y] de leaseovereenkomst tijdig heeft
vernietigd.
5.8. Nu [Y] van haar bevoegdheid tot
vernietiging gebruik heeft gemaakt dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter
zake van de lease-overeenkomst te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen
[X] ter zake van die overeenkomsten van Dexia ontvangen heeft, zoals uitbetaalde
dividenden en andere uitkeringen. De vordering van [X] dat alle betalingen
voortvloeiende uit het aangaan van de lease-overeenkomst dienen te worden
terugbetaald, komt derhalve voor toewijzing in aanmerking. In onderhavig geval
is ten aanzien van de lease-overeenkomst een bedrag van € 8.265,96 betaald (de
vooruitbetaling van € 8.152,92 en eenmalig een bedrag van € 113,04 ten aanzien
van de restschuld), zodat het te restitueren bedrag € 8.265,96
bedraagt.
Wettelijke rente
5.9. De gevorderde wettelijke rente
is toewijsbaar over het in 5.8. bedoelde saldo van de door Dexia te restitueren
betalingen vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was.
Uitgaande van de in de brief van 20 januari 2006 genoemde betalingstermijn van
veertien dagen vanaf de dagtekening van die brief, is Dexia op 3 februari 2006
in verzuim geraakt. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen vanaf 3
februari 2006 over de voor die datum door [X] aan Dexia gedane
betalingen.
Verklaring voor recht
5.10. De vorderingen van [X] gericht op
verklaringen voor recht worden, behoudens voor zover deze zijn gericht op de
nietigheid van de lease-overeenkomst, afgewezen omdat hij daarbij, gelet op het
voorgaande, geen belang meer heeft.
BKR registratie
5.11. Nu [X] ingevolge dit vonnis geen
betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking
tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde
dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd en de termijn waarbinnen Dexia aan
haar na te melden verplichting moet voldoen zal worden gesteld op veertien dagen
na betekening van dit vonnis.
5.12. Uit het voorgaande volgt dat de door
Dexia ingestelde reconventionele vordering dient te worden
afgewezen.
5.13. Gelet op de uitkomst van de procedure
in conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten
van het geding in conventie en in reconventie. Gezien de samenhang tussen de
vordering in conventie en in reconventie, zullen de kosten van dit geding in
reconventie worden gesteld op nihil.
5.14. Er is bij afweging van de belangen
van beide partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het
vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie
I. verklaart voor recht
dat artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomst van toepassing is en dat de
lease-overeenkomst derhalve buitengerechtelijk vernietigd is;
II. veroordeelt Dexia tot
restitutie van € 8.265.96 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3
februari 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
III. veroordeelt Dexia in de kosten
van de procedure aan de zijde van eisers gevallen, tot op heden begroot op:
-
voor verschuldigd griffierecht € 208,00
-
voor salaris van gemachtigde €
625.00
totaal:
€ 833.00
een en ander, voorzover verschuldigd, inclusief
btw;
IV. veroordeelt Dexia om binnen
veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te
Tiel te berichten dat [X] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomst meer
heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan
deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,00;
V. verklaart deze
veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af het meer of anders
gevorderde;
In reconventie
I. wijst de vordering
af;
II. veroordeelt Dexia in de
kosten van de procedure, aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op
nihil.
Aldus gewezen door mr. M.E.A. Nijssen,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 september 2009
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL