Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: 817204 DX 06-3565
Vonnis van 21 november 2007
F.no,: 583
 
Vonnis van de kantonrechter
 
i n z a k e
 
[X],
nader te noemen [X],
 
en
 
[Y],
nader te noemen [Y],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
gemachtigde mr. E. Hoeksma,
 
t e g e n
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N,V„
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eοseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde dw. P. Swier.
 
Verloop van de procedure
 
Het volgende processtuk is ingediend:
-    de dagvaarding van 16 december 2005, met producties.
 
Daarna heeft Dexia bij akte schorsing van de procedure aangezegd krachtens de Wet collectieve afwikkeling massaschade (WCAM). Bij rolmededeling van 7 februari 2006 is vastgesteld dat de procedure is geschorst.
 
Na de zogenoemde WCAM-beschikking van 25 januari 2007 van het gerechtshof te Amsterdam heeft [X] een afschrift overgelegd van de mede namens [Y] afgelegde opt-out verklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 Burgerlijke Wetboek (BW), waarin hij verklaart niet aan de verbindendverklaring gebonden te willen zijn. Naar aanleiding daarvan is beslist dat de onderhavige procedure wordt hervat.
 
Vervolgens is ingediend:
-    de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, van Dexia, met producties.
 
Bij tussenvonnis van 18 april 2007 is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 17
oktober 2007.
Van hetgeen besproken is ter comparitie is proces-verbaal gemaakt.
Voorafgaand aan deze comparitie is door [X] en [Y] de conclusie van antwoord in
reconventie, met producties, in het geding gebracht en heeft Dexia per brief van 2 oktober
2007 een akte met productie ingediend. Deze stukken behoren tot de processtukken.
 
Daarna is vonnis bepaald op heden.
 

Gronden van de beslissing
 
Indeling van het vonnis
 
Het vonnis heeft de volgende onderdelen:
1.        Feiten
2.        Vorderingen [X] en [Y] in conventie
3.        Standpunten [X] en [Y]
4.        Standpunten Dexia
5.        Vorderingen Dexia in reconventie
6.        Verweer in reconventie
7.    Beoordeling van de vorderingen in conventie en reconventie.
 

1.    Feiten
 
In conventie en in reconventie
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
1.1.  Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
 
1.2.  [X] was bij het aangaan van de hieronder bedoelde overeenkomst gehuwd met [Y].
 
1.3.  Op of omstreeks 8 november 2000 heeft [X] een lease-overeenkomst ondertekend, genaamd Triple Effect Maandbetaling, waarop hij als lessee staat vermeld, met als wederpartij Labouchere (hierna: de lease-overeenkomst). Deze overeenkomst, die tot stand is gekomen via A. F. & B., is aangegaan onder nummer 51786312 voor een periode van 36 maanden en bepaalt onder meer dat [X] voor een aankoopsom (hoofdsom) van € 19.800,24 aandelen leaset en dat hij 36 maandelijkse termijnen van telkens € 115,40 verschuldigd is. De totale leasesom beloopt € 23.954,64 waarin begrepen € 4.154,40 rente. Per 7 november 2003 is deze overeenkomst verlengd met 36 maanden. Na verlenging beloopt de totale leasesom € 24.109,08, waarin begrepen € 4.308,84 rente. De aankoopsom (hoofdsom) is niet gewijzigd. Gedurende de verlenging is [X] 36 maandtermijnen van € 119,69 verschuldigd.
 
1.4.  [X] heeft ter zake van de (verlengde) lease-overeenkomst aan Dexia 36 maandelijkse termijnen van € 115,40 en 10 maandelijkse termijnen van € 119,69 betaald, tezamen een bedrag van € 5.351,30-
 
1.5.  Per 21 maart 2005 heeft Dexia een eindafrekening opgesteld volgens welke [X] nog € 10.499,18 verschuldigd is. [X] heeft dit bedrag onbetaald gelaten.
 
1.6.  [X] heeft uit hoofde van de lease-overeenkomst van Dexia € 444,75 aan dividenden ontvangen.
 
1.7.  [Y] heeft aan [X] geen schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomst.
 
1.8.  Bij brief van 12 oktober 2004 heeft [Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de lease-overeenkomst, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en terugbetaling gevorderd vσσr of uiterlijk 15 november 2004,
 

2.    Vorderingen [X] en [Y] in conventie
 
[X] en [Y] vorderen, na eiswijziging ter comparitie, bij vonnis,
 
Primair
I.    de lease-overeenkomst te ontbinden, althans voor recht te verklaren dat deze
buitengerechtelijk is ontbonden;
II.   Dexia te veroordelen om aan [X] te voldoen tegen bewijs van kwijting de somma van
€ 5.351,30;
III.  het bedrag bedoeld onder sub II te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de tekortkoming - i.e. het moment direct voorafgaande aan de totstandkoming van de lease-overeenkomst - tot aan de dag der betaling, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der betaling.
IV.   voor recht te verklaren dat de restschuld van [X] vervallenverklaard is, althans dia schuld vervallen te verklaren;
V.    Dexia te bevelen, op straffe van een direct opeisbare dwangsom groot € 500,00 per dag te verbeuren voor iedere dag dat Dexia na 3 dagen na betekening van het vonnis nalaat dit bevel te voldoen, het BKR op te dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan te maken;
 
Alternatief
VI.   de lease-overeenkomst te vernietigen, althans voor recht te verklaren dat deze buitengerechtelijk is vernietigd;
VII.  Dexia te veroordelen aan [Y] te voldoen tegen bewijs van kwijting de somma van
€ 5.351,30;
VIII. het bedrag bedoeld onder sub VII te vermeerderen met de wettelijke rente Vanaf de dag
van de tekortkoming - i.e. het moment direct voorafgaande aan de totstandkoming van de
lease-overeenkomst - tot aan de dag der betaling, althans vanaf de datum van de
dagvaarding tot aan de dag der betaling.
IX.   Dexia te bevelen, op straffe van een direct opeisbare dwangsom groot € 500,00 per dag
te verbeuren voor iedere dag dat Dexia na 3 dagen na betekening van het vonnis nalaat dit
bevel te voldoen, het BKR op te dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan te
maken;
 
Alternatief
X.    voor recht te verklaren dat de lease-overeenkomst nietig is;
XI. Dexia te veroordelen aan [X] te voldoen tegen bewijs van kwijting de somma van
€ 5.351,30;
XII.  het bedrag bedoeld onder sub XI te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de tekortkoming - i,e. het moment direct voorafgaande aan de totstandkoming van de lease-overeenkomst - tot aan de dag der betaling, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der betaling.
XIII. Dexia te bevelen, op straffe van een direct opeisbare dwangsom groot € 500,00 per dag te verbeuren voor iedere dag dat Dexia na 3 dagen na betekening van het vonnis nalaat dit bevel te voldoen, het BKR. op te dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan te maken;
 
Subsidiair
XIV.  te verklaren voor recht dat Dexia onrechtmatig jegens [X] heeft gehandeld en dat Dexia deswege schadeplichtig is;
XV.   Dexia te veroordelen om aan [X] te voldoen tegen bewijs van kwijting de somma van € 2.782,68;
XVI.  het bedrag bedoeld onder sub XV te Vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de tekortkoming — i.e. het moment direct voorafgaande aan de totstandkoming van de lease-overeenkomst — tot aan de dag der betaling, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der betaling.
XVII. voor recht te verklaren dat de restschuld van [X] vervallenverklaard is, althans die schuld vervallen te verklaren;
XVIII.Dexia te bevelen, op straffe van een direct opeisbare dwangsom groot € 500,00 per dag te verbeuren voor iedere dag dat Dexia na 3 dagen na betekening van het vonnis nalaat dit bevel te voldoen, het BKR op te dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan te maken;
 
Primair, alternatief, alternatief en subsidiair:
XIX.  Dexia te veroordelen in de kosten van dit geding aan de zijde van [X] gevallen;
XX.   Het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
 
3.    Standpunten [X] en [Y]
 
3.1.  [X] en [Y] stellen dat de lease-overeenkomst moet worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW en dus dat [X] de toestemming behoefde van [Y] ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat [Y] deze (schriftelijke) toestemming niet verleend heeft, heeft zij de overeenkomst rechtsgeldig kunnen vernietigen.
[X] en [Y] leggen voorts aan hun vorderingen hoofdzakelijk ten grondslag dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplichten). Daarnaast hebben [X] en [Y] zich er op beroepen dat Dexia gehandeld heeft in strijd met de Wet op het consumentenkrediet (WCK). [X] en [Y] stellen tenslotte dat Dexia aansprakelijk is voor de gedragingen van A. F. & B. bij de totstandkoming van de lease-overeenkomst.
 
3.2.  Volgens [X] en [Y] is Dexia aansprakelijk voor de door hen c.q. [X] geleden schade. De Schade bestaat volgens [X] en [Y] uit alle financiλle gevolgen van het aangaan van de lease-overeenkomst, althans uit de reeds door [X] betaalde bedragen.
 
3.3.  Volgens [X] en [Y] is Dexia wettelijke rente verschuldigd over alle betaalde bedragen ingaande de dag van het aangaan van de lease-overeenkomst,
 
4     Standpunten Dexia
 
4.1.  Dexia betwist de vorderingen van [X] en [Y] en voert - kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomst niet kan worden aangemerkt als huurkoop.
 
4.2.  Voorts voert Dexia aan dat geen sprake is van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat - kort gezegd - artikel 1:88 BW geen betrekking heeft op vermogensrechten als de onderhavige, geen sprake is van huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat partijen niet hebben beoogd om de afnemer de effecten te doen verkrijgen. Dexia stelt verder dat de huwelijkspartner de in artikel 1:88 BW bedoelde toestemming ook op andere wijze dan schriftelijk kan verlenen en dat [Y] dit ook gedaan heeft. Tenslotte is het recht om de lease-overeenkomst op deze grond te vernietigen volgens Dexia verjaard.
 
4.3.  Dexia betwist verder dat zij tekort zou zijn geschoten in de nakoming van haar zorgplοcht(en). Volgens Dexia beschikte [X] bij het aangaan van de lease-overeenkomst over alle relevante informatie. Dexia betwist aansprakelijk te zijn voor het handelen of nalaten van de A. F. & B. Ook betwist Dexia dat zij de bepalingen - voor zover van toepassing - van de WCK niet in acht zou hebben genomen.
 
4.4.  Tenslotte betwist Dexia de schade, althans betwist zij daarvoor aansprakelijk te zijn.
 
5.    Vorderingen Dexia in reconventie
 
5.1.  In reconventie vordert Dexia [X] te veroordelen tot betaling van € 10.499,18, zijnde het resterende saldo van de door Dexia opgestelde eindafrekening, te vermeerderen met de contractuele althans wettelijke rente en kosten, stellende dat [X] in verzuim is met de nakoming van zijn verplichtingen uit de lease-overeenkomst.
 
6.    Verweer in reconventie
 
Onder verwijzing naar het debat in conventie voeren [X] en [Y] naar aanleiding van de tegenvordering van Dexia aan dat [X] niet in verzuim is nu de lease-overeenkomst op goede gronden buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel vernietigd dient te worden.
 
7.    Beoordeling van de vorderingen in conventie en reconventie
 
7.1.  In het vonnis van deze rechtbank van 27 april 2007, LJN nummer BA3914, zijn in een soortgelijk geschil een aantal rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit geding met name van belang zijn:
 
huurkoop en bevoegdheid (rov 8.1);
artikel 1:88/l:89 BW (rov 8.2);
 
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het vonnis van 27 april 2007 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt afgeweken. De stellingen in conventie en in reconventie zullen zoveel mogelijk gezamenlijk behandeld worden. In het onderhavige geval komt dat neer op het volgende.
 
Huurkoop: bevoegdheid en artikel 1:88/1:89.
 
7.2.  Een lease-overeenkomst als de onderhavige wordt aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve bevoegd.
 
7.3.  Artikel 1 :88 lid 1 onder d BW is op deze lease-overeenkomst van toepassing. Nu volgens artikel 7A: 1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de lease-overeenkomst ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het airest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov 2.12.3). Aangezien deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
 
7.4.  De verjaringstermijn voor dit beroep is op grond van artikel 3:52 lid 1 sub d BW 3 jaar. De termijn vangt aan op het moment dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend wordt met de overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de juridische kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN: AY8771). Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. De stelling van Dexia dat er in de Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden dat de echtgenoot er steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen als de onderhavige doet, moge in veel gevallen juist zijn maar is onvoldoende om deze bekendheid ook aan te nemen in gevallen waarin die bekendheid gemotiveerd wordt betwist. Aan deze eis van gemotiveerde betwisting hebben [X] en [Y] voldaan, doordat zij onweersproken gesteld hebben dat [Y] een eigen bankrekening heeft en de betalingen ter zake van de lease-overeenkomst van deze rekening van [X] plaatsvonden. [X] en [Y] hebben daarnaast beiden verklaard dat zij niet met elkaar over het aangaan van de lease-overeenkomst hebben gesproken en dat [Y] pas in de tweede helft van 2003 hiervan kennis heeft gekregen.
 
7.5.  In dit licht heeft Dexia haar stelling, dat [Y] de overeenkomst na het verstrijken van de verjaringstermijn heeft vernietigd, onvoldoende met feiten onderbouwd, zodat die stelling gepasseerd dient te worden en er geen aanleiding is Dexia ter zake tot bewijs toe te laten. Er moet derhalve van worden uitgegaan dat [Y] de lease-overeenkomst tijdig heeft vernietigd. Dientengevolge dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomst, totaal € 5,351,30, te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen hij ter zake van die overeenkomst van Dexia ontvangen heeft, te weten dividenden ad € 444,75, per saldo derhalve een bedrag van € 4.906,55,
 
Wettelijke rente
 
7.6.  De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over het in 7,5 vermelde saldo van de door Dexia te restitueren betalingen vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop de door [Y] in haar onder l .8 bedoelde brief genoemde betalingstermijn verstreek, derhalve met ingang van 16 november 2004.
 
BKR registratie
 
7.7.  Nu [X] ingevolge dit vonnis geen betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd en de termijn waarbinnen Dexia aan haar na te melden verplichting moet voldoen zal worden gesteld op tien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis.
 
Ontbinding
 
7.8.  De door [X] en [Y] gevorderde ontbinding van de lease-overeenkomst wordt afgewezen omdat zij daarbij, gelet op het voorgaande, geen belang meer hebben.
 
Verklaring voor recht
 
7.9.  De vorderingen van [X] en [Y] gericht op verklaringen voor recht worden, met uitzondering van de verklaring voor recht betreffende artikel 1 :S8 BW, eveneens afgewezen, omdat zij daarbij, gelet op het voorgaande, geen belang meer hebben.
 
Overige stellingen in conventie
 
7.10. De overige stellingen van partijen in conventie behoeven geen behandeling meer.
 
Vordering in reconventie
 
7.11. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia ingestelde reconventionele vordering dient te worden afgewezen.
 
Proceskosten
 
7.12. Gelet op de uitslag van de procedure in conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie en reconventie.
 
Overig
 
7.13. Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de leaseovereenkomst gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
 

Beslissing
 
De kantonrechter:
 
In conventie
 
I.    verklaart voor recht dat artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomst van toepassing is en dat de lease-overeenkomst derhalve buitengerechtelijk vernietigd is;
 
II.   veroordeelt Dexia aan eisers te voldoen:
-      € 4.906,55 als hoofdsom;
-     de wettelijke rente over € 4.906,55 vanaf 16 november 2004 tot aan de dag der voldoening;
 
III.  veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X] en [Y] gevallen, tot op heden begroot op:
 
aan [X] en [Y] te voldoen:
voor verschuldigd griffierecht        € 48,00
 
aan de griffier van de rechtbank te voldoen:
voor verschuldigd griffierecht              € 144,00
voor het exploot van dagvaarding         €  85,60
voor salaris van gemachtigde              €  400,00
in totaal:                                        €  629,60
een en ander, voorzover verschuldigd, inclusief BTW;
 
IV.   veroordeelt Dexia om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te Tiel te berichten dat [X] geen verplichtingen uit de onderhavige overeenkomst meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,- voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van
€ 10.000,-;
 
V.    verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
 
VI.   wijst het meer of anders gevorderde af;
 
In reconventie
 
VII.  wijst de vordering af;
 
VIII. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X] en [Y] gevallen, tot op heden begroot op € 200,-, te betalen aan de griffier van de rechtbank.
 

Aldus gewezen door mr. M.S.F. Voskens, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 november 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL