Gronden van de
beslissing
Indeling van het vonnis
Het vonnis heeft de volgende
onderdelen:
1.
Feiten
2. Vorderingen [X] en [Y] in
conventie
3. Standpunten [X] en
[Y]
4. Standpunten
Dexia
5. Vorderingen Dexia in
reconventie
6. Verweer in
reconventie
7. Beoordeling van de vorderingen in conventie
en reconventie.
1.
Feiten
In conventie en in reconventie
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene
titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van
Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede
begrepen.
1.2. [X] was bij het aangaan van de hieronder
bedoelde overeenkomst gehuwd met [Y].
1.3. Op of omstreeks 8 november 2000 heeft [X] een
lease-overeenkomst ondertekend, genaamd Triple Effect Maandbetaling, waarop hij
als lessee staat vermeld, met als wederpartij Labouchere (hierna: de
lease-overeenkomst). Deze overeenkomst, die tot stand is gekomen via A. F. &
B., is aangegaan onder nummer 51786312 voor een periode van 36 maanden en
bepaalt onder meer dat [X] voor een aankoopsom (hoofdsom) van 19.800,24
aandelen leaset en dat hij 36 maandelijkse termijnen van telkens 115,40
verschuldigd is. De totale leasesom beloopt 23.954,64 waarin begrepen
4.154,40 rente. Per 7 november 2003 is deze overeenkomst verlengd met 36
maanden. Na verlenging beloopt de totale leasesom 24.109,08, waarin begrepen
4.308,84 rente. De aankoopsom (hoofdsom) is niet gewijzigd. Gedurende de
verlenging is [X] 36 maandtermijnen van 119,69 verschuldigd.
1.4. [X] heeft ter zake van de (verlengde)
lease-overeenkomst aan Dexia 36 maandelijkse termijnen van 115,40 en 10
maandelijkse termijnen van 119,69 betaald, tezamen een bedrag van
5.351,30-
1.5. Per 21 maart 2005 heeft Dexia een
eindafrekening opgesteld volgens welke [X] nog 10.499,18 verschuldigd is. [X]
heeft dit bedrag onbetaald gelaten.
1.6. [X] heeft uit hoofde van de
lease-overeenkomst van Dexia 444,75 aan dividenden ontvangen.
1.7. [Y] heeft aan [X] geen schriftelijke
toestemming verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomst.
1.8. Bij brief van 12 oktober 2004 heeft [Y] met
een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de
lease-overeenkomst, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en
terugbetaling gevorderd vσσr of uiterlijk 15 november 2004,
2. Vorderingen [X] en [Y]
in conventie
[X] en [Y] vorderen, na eiswijziging ter comparitie, bij
vonnis,
Primair
I. de
lease-overeenkomst te ontbinden, althans voor recht te verklaren dat
deze
buitengerechtelijk is ontbonden;
II. Dexia te veroordelen
om aan [X] te voldoen tegen bewijs van kwijting de somma
van
5.351,30;
III. het bedrag bedoeld onder sub II te vermeerderen
met de wettelijke rente vanaf de dag van de tekortkoming - i.e. het moment
direct voorafgaande aan de totstandkoming van de lease-overeenkomst - tot aan de
dag der betaling, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der
betaling.
IV. voor recht te verklaren dat de restschuld van [X]
vervallenverklaard is, althans dia schuld vervallen te
verklaren;
V. Dexia te bevelen, op straffe van een direct
opeisbare dwangsom groot 500,00 per dag te verbeuren voor iedere dag dat Dexia
na 3 dagen na betekening van het vonnis nalaat dit bevel te voldoen, het BKR op
te dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan te maken;
Alternatief
VI. de
lease-overeenkomst te vernietigen, althans voor recht te verklaren dat deze
buitengerechtelijk is vernietigd;
VII. Dexia te veroordelen aan [Y] te
voldoen tegen bewijs van kwijting de somma van
5.351,30;
VIII. het bedrag
bedoeld onder sub VII te vermeerderen met de wettelijke rente Vanaf de
dag
van de tekortkoming - i.e. het moment direct voorafgaande aan de
totstandkoming van de
lease-overeenkomst - tot aan de dag der betaling,
althans vanaf de datum van de
dagvaarding tot aan de dag der
betaling.
IX. Dexia te bevelen, op straffe van een direct
opeisbare dwangsom groot 500,00 per dag
te verbeuren voor iedere dag dat
Dexia na 3 dagen na betekening van het vonnis nalaat dit
bevel te voldoen,
het BKR op te dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan
te
maken;
Alternatief
X.
voor recht te verklaren dat de lease-overeenkomst nietig is;
XI. Dexia te
veroordelen aan [X] te voldoen tegen bewijs van kwijting de somma
van
5.351,30;
XII. het bedrag bedoeld onder sub XI te vermeerderen
met de wettelijke rente vanaf de dag van de tekortkoming - i,e. het moment
direct voorafgaande aan de totstandkoming van de lease-overeenkomst - tot aan de
dag der betaling, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der
betaling.
XIII. Dexia te bevelen, op straffe van een direct opeisbare
dwangsom groot 500,00 per dag te verbeuren voor iedere dag dat Dexia na 3
dagen na betekening van het vonnis nalaat dit bevel te voldoen, het BKR. op te
dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan te maken;
Subsidiair
XIV. te verklaren
voor recht dat Dexia onrechtmatig jegens [X] heeft gehandeld en dat Dexia
deswege schadeplichtig is;
XV. Dexia te veroordelen om aan [X] te
voldoen tegen bewijs van kwijting de somma van 2.782,68;
XVI. het
bedrag bedoeld onder sub XV te Vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag
van de tekortkoming i.e. het moment direct voorafgaande aan de totstandkoming
van de lease-overeenkomst tot aan de dag der betaling, althans vanaf de datum
van de dagvaarding tot aan de dag der betaling.
XVII. voor recht te verklaren
dat de restschuld van [X] vervallenverklaard is, althans die schuld vervallen te
verklaren;
XVIII.Dexia te bevelen, op straffe van een direct opeisbare
dwangsom groot 500,00 per dag te verbeuren voor iedere dag dat Dexia na 3
dagen na betekening van het vonnis nalaat dit bevel te voldoen, het BKR op te
dragen de A-notering op naam van [X] ongedaan te maken;
Primair, alternatief, alternatief en
subsidiair:
XIX. Dexia te veroordelen in de kosten van dit
geding aan de zijde van [X] gevallen;
XX. Het vonnis tot zover
uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3. Standpunten [X] en
[Y]
3.1. [X] en [Y] stellen dat de lease-overeenkomst
moet worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en
derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW en dus dat [X]
de toestemming behoefde van [Y] ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat [Y]
deze (schriftelijke) toestemming niet verleend heeft, heeft zij de overeenkomst
rechtsgeldig kunnen vernietigen.
[X] en [Y] leggen voorts aan hun vorderingen
hoofdzakelijk ten grondslag dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van
haar zorgplichten). Daarnaast hebben [X] en [Y] zich er op beroepen dat Dexia
gehandeld heeft in strijd met de Wet op het consumentenkrediet (WCK). [X] en [Y]
stellen tenslotte dat Dexia aansprakelijk is voor de gedragingen van A. F. &
B. bij de totstandkoming van de lease-overeenkomst.
3.2. Volgens [X] en [Y] is Dexia aansprakelijk
voor de door hen c.q. [X] geleden schade. De Schade bestaat volgens [X] en [Y]
uit alle financiλle gevolgen van het aangaan van de lease-overeenkomst, althans
uit de reeds door [X] betaalde bedragen.
3.3. Volgens [X] en [Y] is Dexia wettelijke rente
verschuldigd over alle betaalde bedragen ingaande de dag van het aangaan van de
lease-overeenkomst,
4 Standpunten
Dexia
4.1. Dexia betwist de vorderingen van [X] en [Y]
en voert - kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomst niet kan worden
aangemerkt als huurkoop.
4.2. Voorts voert Dexia aan dat geen sprake is van
vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat - kort gezegd - artikel
1:88 BW geen betrekking heeft op vermogensrechten als de onderhavige, geen
sprake is van huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat partijen niet hebben
beoogd om de afnemer de effecten te doen verkrijgen. Dexia stelt verder dat de
huwelijkspartner de in artikel 1:88 BW bedoelde toestemming ook op andere wijze
dan schriftelijk kan verlenen en dat [Y] dit ook gedaan heeft. Tenslotte is het
recht om de lease-overeenkomst op deze grond te vernietigen volgens Dexia
verjaard.
4.3. Dexia betwist verder dat zij tekort zou zijn
geschoten in de nakoming van haar zorgplοcht(en). Volgens Dexia beschikte [X]
bij het aangaan van de lease-overeenkomst over alle relevante informatie. Dexia
betwist aansprakelijk te zijn voor het handelen of nalaten van de A. F. & B.
Ook betwist Dexia dat zij de bepalingen - voor zover van toepassing - van de WCK
niet in acht zou hebben genomen.
4.4. Tenslotte betwist Dexia de schade, althans
betwist zij daarvoor aansprakelijk te zijn.
5. Vorderingen Dexia in
reconventie
5.1. In reconventie vordert Dexia [X] te
veroordelen tot betaling van 10.499,18, zijnde het resterende saldo van de
door Dexia opgestelde eindafrekening, te vermeerderen met de contractuele
althans wettelijke rente en kosten, stellende dat [X] in verzuim is met de
nakoming van zijn verplichtingen uit de lease-overeenkomst.
6. Verweer in
reconventie
Onder verwijzing naar het debat in conventie voeren [X]
en [Y] naar aanleiding van de tegenvordering van Dexia aan dat [X] niet in
verzuim is nu de lease-overeenkomst op goede gronden buitengerechtelijk is
vernietigd, dan wel vernietigd dient te worden.
7. Beoordeling van de
vorderingen in conventie en reconventie
7.1. In het vonnis van deze rechtbank van 27 april
2007, LJN nummer BA3914, zijn in een soortgelijk geschil een aantal rechtsvragen
beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit geding met name
van belang zijn:
huurkoop en bevoegdheid (rov 8.1);
artikel 1:88/l:89
BW (rov 8.2);
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het vonnis
van 27 april 2007 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt
afgeweken. De stellingen in conventie en in reconventie zullen zoveel mogelijk
gezamenlijk behandeld worden. In het onderhavige geval komt dat neer op het
volgende.
Huurkoop: bevoegdheid en artikel
1:88/1:89.
7.2. Een lease-overeenkomst als de onderhavige
wordt aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
7.3. Artikel 1 :88 lid 1 onder d BW is op deze
lease-overeenkomst van toepassing. Nu volgens artikel 7A: 1576i BW huurkoop bij
akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomst ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het airest van het
gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov 2.12.3). Aangezien
deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te
doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
7.4. De verjaringstermijn voor dit beroep is op
grond van artikel 3:52 lid 1 sub d BW 3 jaar. De termijn vangt aan op het moment
dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend wordt met de
overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de juridische
kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN:
AY8771). Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard
is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. De stelling van Dexia dat er in de
Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden dat de echtgenoot er
steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen als de onderhavige
doet, moge in veel gevallen juist zijn maar is onvoldoende om deze bekendheid
ook aan te nemen in gevallen waarin die bekendheid gemotiveerd wordt betwist.
Aan deze eis van gemotiveerde betwisting hebben [X] en [Y] voldaan, doordat zij
onweersproken gesteld hebben dat [Y] een eigen bankrekening heeft en de
betalingen ter zake van de lease-overeenkomst van deze rekening van [X]
plaatsvonden. [X] en [Y] hebben daarnaast beiden verklaard dat zij niet met
elkaar over het aangaan van de lease-overeenkomst hebben gesproken en dat [Y]
pas in de tweede helft van 2003 hiervan kennis heeft gekregen.
7.5. In dit licht heeft Dexia haar stelling, dat
[Y] de overeenkomst na het verstrijken van de verjaringstermijn heeft
vernietigd, onvoldoende met feiten onderbouwd, zodat die stelling gepasseerd
dient te worden en er geen aanleiding is Dexia ter zake tot bewijs toe te laten.
Er moet derhalve van worden uitgegaan dat [Y] de lease-overeenkomst tijdig heeft
vernietigd. Dientengevolge dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van
de lease-overeenkomst, totaal 5,351,30, te worden gerestitueerd, verminderd met
hetgeen hij ter zake van die overeenkomst van Dexia ontvangen heeft, te weten
dividenden ad 444,75, per saldo derhalve een bedrag van
4.906,55,
Wettelijke rente
7.6. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar
over het in 7,5 vermelde saldo van de door Dexia te restitueren betalingen vanaf
het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment
waarop de door [Y] in haar onder l .8 bedoelde brief genoemde betalingstermijn
verstreek, derhalve met ingang van 16 november 2004.
BKR registratie
7.7. Nu [X] ingevolge dit vonnis geen
betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking
tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde
dwangsom zal worden gematigd en de termijn waarbinnen Dexia aan haar na te
melden verplichting moet voldoen zal worden gesteld op tien dagen na betekening
van het in deze te wijzen vonnis.
Ontbinding
7.8. De door [X] en [Y] gevorderde ontbinding van
de lease-overeenkomst wordt afgewezen omdat zij daarbij, gelet op het
voorgaande, geen belang meer hebben.
Verklaring voor recht
7.9. De vorderingen van [X] en [Y] gericht op
verklaringen voor recht worden, met uitzondering van de verklaring voor recht
betreffende artikel 1 :S8 BW, eveneens afgewezen, omdat zij daarbij, gelet op
het voorgaande, geen belang meer hebben.
Overige stellingen in conventie
7.10. De overige stellingen van partijen in conventie
behoeven geen behandeling meer.
Vordering in reconventie
7.11. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia
ingestelde reconventionele vordering dient te worden afgewezen.
Proceskosten
7.12. Gelet op de uitslag van de procedure in conventie
en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding
in conventie en reconventie.
Overig
7.13. Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen
geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige
rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de leaseovereenkomst
gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie
I. verklaart voor recht dat artikel
1:88 BW op de lease-overeenkomst van toepassing is en dat de lease-overeenkomst
derhalve buitengerechtelijk vernietigd is;
II. veroordeelt Dexia aan eisers te
voldoen:
- 4.906,55 als
hoofdsom;
- de wettelijke rente over 4.906,55 vanaf
16 november 2004 tot aan de dag der voldoening;
III. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] en [Y] gevallen, tot op heden begroot
op:
aan [X] en [Y] te voldoen:
voor verschuldigd
griffierecht 48,00
aan de griffier van de rechtbank te voldoen:
voor
verschuldigd
griffierecht
144,00
voor het exploot van
dagvaarding
85,60
voor salaris van
gemachtigde
400,00
in
totaal:
629,60
een en ander, voorzover verschuldigd, inclusief
BTW;
IV. veroordeelt Dexia om binnen tien dagen
na betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te Tiel te berichten
dat [X] geen verplichtingen uit de onderhavige overeenkomst meer heeft, op
straffe van een dwangsom van 100,- voor elke dag dat Dexia niet aan deze
veroordeling voldoet tot een maximum van
10.000,-;
V. verklaart deze veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst het meer of anders gevorderde
af;
In reconventie
VII. wijst de vordering af;
VIII. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure
aan de zijde van [X] en [Y] gevallen, tot op heden begroot op 200,-, te
betalen aan de griffier van de rechtbank.
Aldus gewezen door mr. M.S.F. Voskens,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 november 2007
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL