GRONDEN VAN DE
BESLISSING
in conventie als in
reconventie
1. De
feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster van Bank
Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt
(worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
1.2. [X] en [Y] (hierna: [Y]) zijn vanaf 4
november 1987 tot 11 februari 2004 met elkaar gehuwd geweest.
1.3. [X] is op of omstreeks 29 mei 2000 met Dexia
2 effectenlease-overeenkomsten beiden genaamd 'WinstVerDriedubbelaar' met
contractnummers 74411502 en 74411008 (hierna: de lease-overeenkomsten)
aangegaan.
1.4. Op grond daarvan heeft [X] aan Dexia
gedurende de periode vanaf de ingangsdatum van de lease-overeenkomsten tot en
met 26 mei 2003 in totaal een bedrag van 16.241,50 betaald. [X] heeft geen
dividend ontvangen.
1.5. [Y] heeft [X] geen schriftelijke toestemming
verleend voor het aangaan van de voornoemde lease-overeenkomsten.
1.6. Voor het eerst bij brief van 6 februari 2003
heeft [Y] de (ver)nietig(baar)heid van de lease-overeenkomsten ingeroepen in
verband met het ontbreken van haar schriftelijke toestemming, als bedoeld in
artikel 1:88 lid 1 Burgerlijk Wetboek, voor het aangaan daarvan en Dexia
verzocht binnen 14 dagen de betaalde bedragen terug te storten.
1.7. Op 26 mei 2003 heeft Dexia de
eindafrekeningen opgesteld volgens welke [X] in totaal nog verschuldigd was 6
46.151,18.
2. Vorderingen [X] in
conventie
[X] vordert bij vonnis, uitvoerbaar
bij voorraad:
1.
voor recht te verklaren dat [X] recht heeft
terugbetaling van al hetgeen hij in het kader van de onderhavige contracten aan
Dexia heeft betaald, en wel op grond van vernietiging door zijn toenmalige
echtgenote ex artikel 1:88 BW lid 1 sub d jo 1:89 lid 1 BW;
2.
voor het geval de nietigheid of ontbinding van de
contracten niet wordt uitgesproken: te verklaren voor recht dat Dexia
onrechtmatig heeft gehandeld en/of toerekenbaar tekort is geschoten in de
zorgvuldigheid en zorgplicht die zij zowel uit redelijkheid en billijkheid als
uit de wet als uit het contract jegens [X] had moeten betrachten en dat zij
daarom gehouden is alle door [X] aan haar betaalde bedragen te restitueren,
vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de betalingen tot
aan de dag der voldoening;
3.
Dexia te veroordelen tot terugbetaling aan [X] van
16.448,40 aan inleg en 250,00 aan restschuld, te vermeerden met de
wettelijke rente over dit bedrag, althans de som van alle door [X] aan Dexia
betaalde bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen
vanaf de dag van de betalingen tot aan de dag der voldoening;
4.
Dexia te bevelen om binnen twee weken na
betekening van het te wijzen vonnis te bewerkstelligen dat de registratie van
[X] bij het BKR te Tiel ongedaan wordt gemaakt, zulks op straffe van een
dwangsom van 500,00 voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met
een maximum van 20.000,00;
5.
Dexia te veroordelen in de werkelijke
proceskosten, te weten het vaste bedrag van 895,00 alsmede 15% over de eerste
10.000,00, 10% over het meerdere tot 20.000,00 en 5% over het meerdere vanaf
20.000,00 over het voordeel van [X] ten opzichte van het bemiddelingsvoorstel
van Duisenberg, althans tot betaling van de door de rechtbank in goede justitie
vast te stellen bedrag.
3. Vordering Dexia in
reconventie
3.1. In reconventie vordert Dexia [X] te
veroordelen tot betaling van 15.520,12, zijnde de restschuld minus 66,67%
korting ingevolge de Duisenbergregeling.
4. Standpunten
[X]
4.1. [X] stelt dat hij voor het aangaan van de
lease-overeenkomsten, die moeten worden aangemerkt als huurkoop in de zin van
artikel 7A: 1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel
7A:1576 BW, de toestemming van [Y] behoefde ingevolge artikel 1:88 lid I sub d
BW. Omdat zij deze (schriftelijke) toestemming niet heeft verleend heeft de
onder 1.6 bedoelde brief geleid tot vernietiging van de
leaseovereenkomsten.
4.2. [X] legt verder aan zijn vorderingen ten
grondslag dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht(en),
en/of onrechtmatig heeft gehandeld.
4.3. In reconventie voert [X] voorts aan dat Dexia
geen aanspraak kan maken op betaling van de restschuld nu vaststaat dat zij haar
zorgplicht jegens hem heeft geschonden.
5. Standpunten
Dexia
5.1. Dexia betwist de vorderingen en voert - kort
gezegd - aan dat de lease-overeenkomsten niet kunnen worden aangemerkt als koop
op afbetaling en dat [X] dan ook geen beroep toekomt op de artikelen 1:88 en
1:89 BW. Voorts voert Dexia aan dat toestemming ook anders dan schriftelijk kan
worden verleend en dat dit in dit geval ook is geschied.
5.2. Dexia betwist dat zij zou zijn
tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgplichten of dat zij onrechtmatig zou
hebben gehandeld.
5.3. Dexia stelt in reconventie dat [X] zijn
verplichtingen uit hoofde van de leaseovereenkomsten dient na te komen. [X] is -
conform Duisenbergregeling - nog verschuldigd een bedrag van 15.520,12. De
restschuld bedraagt voor beide leaseovereenkomsten in totaal een bedrag van
23.200,59.
6.
Beoordeling
in conventie als in
reconventie
6.1. De kantonrechter verwijst allereerst naar de
vonnissen van deze rechtbank van 27 april 2007 (LJN-nummers: BA3914, BA3916 en
BA3920) en neemt de daarin opgenomen relevante overwegingen ten aanzien van de
rechtsvragen en beoordelingsmaatstaven over, voor zover daarvan hierna niet
wordl afgeweken. In het onderhavige geval komt dit neer op het
volgende.
Huurkoop
6.2. Lease-overeenkomsten als de onderhavige
worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
Artikel 1:88 en 1:89 BW
6.3. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is van
toepassing op een lease-overeenkomst als de onderhavige. Nu volgens artikel
7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde
toestemming voor de lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven
(vgl. het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007,LJN: AZ9721,
rechtsoverweging 2.12.3). Nu deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y]
de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde
vernietigbaarheid.
6.5. [Y] heeft tijdig terzake deze
lease-overeenkomsten bij Dexia een beroep op de vernietigbaarheid gedaan.
Geconcludeerd wordt dan ook dat de leaseovereenkomsten rechtsgeldig
buitengerechtelijk zijn vernietigd. Dit betekent dat de gevorderde verklaring
voor recht in zoverre toewijsbaar is.
6.6. Aangezien de leaseovereenkomsten rechtsgeldig
zijn vernietigd, ontstaat in het kader van de ongcdaanmakingsverplichting voor
Dexia een verbintenis hetgeen ter zake van de leaseovereenkomsten door [X] aan
Dexia is betaald, te restitueren (verminderd met de eventuele door [X] genoten
opbrengsten zoals dividenden). Uit hetgeen hiervoor onder de feiten onder 1.4.
is opgenomen blijkt het saldo van de aan Dexia betaalde en van Dexia ontvangen
16.241,50 te bedragen. Dientengevolge dient hiervoor vermelde totaalbedrag door
Dexia te worden gerestitueerd. [X] heeft geen voordelen (zoals dividenden)
genoten. De eigendom van de geleasede effecten verblijft bij Dexia.
6.7. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar
over het in 6.6. bedoelde saldo ter zake van de lease-overeenkornst ('
16.241,50), vanaf het moment dat Dexia met de terugbetaling in verzuim was,
zijnde het moment waarop de door [Y] bij brief van 6 februari 2003 de
vernietiging van de lease-overeenkomsten heeft ingeroepen. In haar brief heeft
/ij een termijn van 14 dagen gesteld. Dat betekent dat de wettelijke rente
toewijsbaar is vanaf 20 februari 2003 over het op dat moment door [X] betaalde
bedrag tot de dag der voldoening. Voor zover het betalingen betreft die nadien
hebben plaatsgevonden, is daarover wettelijke rente verschuldigd ingaande de dag
van elke betaling.
6.8. Partijen zullen geen verplichtingen meer
jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding. Al hetgeen partijen
nog hebben aangevoerd omtrent de eventuele schending van de zorgplicht door
Dexia dan wel overige besproken gronden worden niet verder inhoudelijk
behandeld, nu overwogen is dat de onderhavige lease-overeenkomsten rechtsgeldig
door [Y] buitengerechtelijk is vernietigd.
6.9. Naar aanleiding van de vordering gericht op
ongcdaanmaking van de (A-)notering van [X] bij BKR, overweegt de kantonrechter
dat deze, nu uit het voorgaande blijkt dat de lease-overeenkomsten niet in stand
blijven, toewijsbaar is, met dien verstande dat Dexia wordt veroordeeld BKR
binnen acht dagen een bericht te zenden, inhoudende dat de registratie van de
lease-overeenkomsten dienen te worden gestaakt c.q. verwijderd of gewijzigd ten
gunste van [X]. De gevorderde dwangsom wordt gematigd tot 100,- per dag, met
een maximum van 10.000,-.
Vordering in reconventie
6.10. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia
ingestelde reconventionele vordering dient te worden afgewezen. De in verband
daarmee gestelde gronden, feiten en omstandigheden zijn verdisconteerd in het
oordeel in conventie omtrent de verplichtingen die naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid thans tussen parttijen hebben te
gelden.
6.11. Gelet op de uitslag van de procedure in conventie
en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding
in conventie en reconventie. De kosten in reconventie zullen evenwel op nihil
begroot worden, nu het debat in reconventie (vrijwel) geheel samenvalt met dat
in conventie.
BESLISSING
De kantonrechter:
in conventie
I. verklaart voor recht dat de
lease-overeenkomsten met nummers 74411502 en 74411008 zijn
vernietigd;
II. veroordeelt Dexia aan [X] te voldoen een
bedrag van 16.241,50 aan hoofdsom;
- de wettelijke rente vanaf 20 februari
2003, berekend over de op dat moment betaalde hoofdsom, tot aan de dag der
voldoening;
- de wettelijke rente over het bedrag van de daarna verrichte
betalingen vanaf de respectievelijke betaaldata van de maandtermijnen tot aan de
dag der voldoening;
III. veroordeelt Dexia binnen acht dagen na
betekening van dit vonnis aan de stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te
Tiei schriftelijk te berichten dat de registratie van de in dit vonnis genoemde
lease-overeenkomsten dienen te worden geslaakt c.q. verwijderd of gewijzigd ten
gunste van [X], met veroordeling van Dexia tot betaling aan [X] van een dwangsom
van 100,- per dag of gedeelte van een dag
dat Dexia nalaat aan deze
veroordeling te voldoen, met een maximum aan dwangsommen van
10.000,-;
IV. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op lieden begroot op:
- voor
verschuldigd
griffierecht
199,00
- voor
het exploot van
dagvaarding
84,31
- voor salaris van
gemachtigde
900,00
In
totaal:
1.183,31
een en ander, voor
zover verschuldigd, inclusief BTW;
V. verklaart de veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst het meer of anders gevorderde
af.
in reconventie
VI. wijst de vordering af;
VII. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X]
gevallen, tot op heden begroot op
nihil.
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2007
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL