Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer: 881953 DX EXPL 07-1343
Vonnis
van: 12 december 2007 (bij vervroeging)
F.no.:451
Vonnis van de
kantonrechter
inzake
1. [X],
2.
[Y], beiden wonende te [woonplaats]
eisers in
conventie,
verweerders in reconventie,
nader te noemen respectievelijk
[X], [Y] en gezamenlijk
[X] c.s.,
gemachtigde: mr. M.
Schuring,
tegen
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in
conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde:
dw. P. Swier.
De procedure
De volgende processtukken zijn
ingediend:
- de dagvaarding van 28 juni 2007, met
producties waaronder een afschrift van de opt-out verklaring als bedoeld in
artikel 7:908 lid 2 Burgerlijke Wetboek (BW), waarin zij verklaren niet aan de
verbindendverklaring gebonden te willen zijn.
- de
conclusie van antwoord, met eis in reconventie, van Dexia, met
producties.
Bij tussenvonnis van 19 september 2007 is bepaald
dat ieder van partijen nog bij akte nadere inlichtingen diende te verstrekken.
Dexia heeft ingestemd met het voornemen van de kantonrechter om na de conclusie
van antwoord, met eis in reconventie, na akte wisseling vonnis te wijzen. [X]
c.s. heeft daartegen geen bezwaar gemaakt.
Daarna is vonnis bepaald op 9 januari
2008.
1.
Feiten
In conventie en in
reconventie
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder
algemene titel van Bank Labonchere N.V. (hierna:
Labouchere). Waar hierna
sprake is van Dexia wordt (worden) haar reehtsvoorgangster(s) daaronder mede
begrepen.
1.2 [X] was ten tijde van het aangaan
van na te melden lease-overeenkomsten gehuwd met [Y]
1.3 [X] heeft de volgende
lease-overeenkomsten ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als
wederpartij Labouchere (hierna: de lease-overeenkomsten);
Contractnr.
datum: naam van de
overeenkomst:
leasesom:
59120748(1)
20-09-2000 Korting
Kado
15.146,22
59120749(11) 20-09-2000
Korting
Kado
15.146,22
1.5. [X] heeft ten aanzien van beide
overeenkomsten in totaal 7.266,48 aan termijnen voldaan en in totaal 6
1.103,16 aan dividenden en dergelijke ontvangen,
1.6, Op 13 juni 2005 heeft Dexia de
lease-overeenkomsten beλindigd en eindafrekeningen opgesteld, volgens welke nog
verschuldigd was, respectievelijk:
I: 5.274,78, welk bedrag niet (geheel)
is voldaan;
II: 5.274,78, welk bedrag niet is
voldaan.
1.7. [Y] heeft aan [X] geen schriftelijke
toestemming verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomsten.
1.8, Bij brief van 18 februari 2003 heeft
[Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de
lease-overeenkomsten, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en
terugbetaling gevorderd op een termijn van veertien dagen.
2. Vorderingen [X]
c.s.
[X] c,s. vorderen bij vonnis, voor zover van
belang, uitvoerbaar bij voorraad:
Dexia te veroordelen, primair wegens
vernietiging van de lease-overeenkomsten, subsidiar wegens ontbinding en meer
subsidiair wegens misleidende reclame en/of onrechtmatig handelen, alle in het
kader van die overeenkomsten gedane betalingen terug te betalen, vermeerderd met
de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de respectievelijke data van
betaling, alsmede Dexia te veroordelen om binnen vijf dagen na het in deze te
wijzen vonnis de inschrijving bij het Bureau Kredietregistratie te (doen laten)
verwijderen, zulks op straffe van een dwangsom van 500,00 per dag voor iedere
dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft, met veroordeling van Dexia in de kosten
van deze procedure.
3. Standpunten [X]
c.s.
3.1. [X] c.s, stellen dat de
lease-overeenkomsten moeten worden aangemerkt als
huurkoop in de zin van
artikel 7A: 1576h BW en derhalve als koop op aftetaling in de zin van artikel
7A: 1576 BW en dus haar toestemming behoefden ingevolge artikel 1:88 lid I sub d
BW. Omdat [Y] deze (schriftelijke) toestemming niet verleend heeft, heeft zij de
overeenkomsten rechtsgeldig kunnen vernietigen.
3.2. Volgens [X] c.s, is Dexia wettelijke
rente verschuldigd over alle betaalde bedragen ingaande de bctaaldata van de
rnaandtermijnen.
4. Standpunten
Dexia
4,1. Dexia betwist de vorderingen van [X]
c.s. en voert - kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomsten niet kunnen worden
aangemerkt als huurkoop.
4.2. Voorts voert Dexia aan dat geen sprake
is van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat-kort
gezegd-artikel 1:88 BW geen betrekking heeft op vermogensrechten als de
onderhavige, er geen sprake is van huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat
partijen niet hebben beoogd om de afnemer de effecten te doen verkrijgen. Dexia
stelt verder dat de huwelijkspartner de in artikel 1:88 BW bedoelde toestemming
ook op andere wijze dan schriftelijk kan verlenen en dat [Y] dit ook gedaan
heeft.
5. Vorderingen Dexia in
reconventie
5.1. In reconventie vordert Dexia [X] c.s.
te veroordelen tot betaling van 6 10.531,62, zijnde het saldo van de door Dexia
opgestelde eindafrekeningen voorzover deze nog niet zijn voldaan, vermeerderd
niet de rente en kosten, met veroordeling van [X] c.s. in de kosten van het
geding, stellende dat [X] in verzuim is met de nakoming van zijn verplichtingen
uit de lease-overeenkomsten.
6. Verweer in
reconventie
6.1. Onder verwijzing naar het debat in
conventie betwist [X] c.s- de rcconventionele vordering van Dexia.
7. Beoordeling van de
vorderingen in conventie en reconventie
7.1. In het vonnis van deze rechtbank van
27 april 2007, LJN nummer BA39I4, zijn in een soortgelijk geschil een aantal
rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit
geding met name van belang zijn:
- huurkoop en bevoegdheid (rov 8.1);
- artikel
1:88/1:89 BW (rov 8.2),
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het
vonnis van 27 april 2007 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna
wordt afgeweken. De stellingen in conventie en in reconventie zullen zoveel
mogelijk gezamenlijk behandeld worden. In het onderhavige geval komt dat neer op
het volgende.
Huurkoop; bevoegdheid en artikel 1:88/1:89
BW,
7.2. Lease-overeenkomsten als de
onderhavige worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
7.3. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op
deze lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A:1576i BW
huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde
toestemming voor
de lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van
het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov
2.12.3),
7.4. Aangezien de schriftelijke toestemming
van [Y] voor de leaseovereenkomsten ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep
te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid. Gelet hierop heeft [Y] de
lease-overeenkomsten bij haar brief van 18 februari 2003 rechtsgeldig
vernietigd.
7.6. Dientengevolge dienen alle betalingen
van [X] aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomsten aan [X] c.s. te worden
gerestitueerd, verminderd met hetgeen [X] ter zake van die overeenkomsten van
Dexia heeft ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden. Dit betekent dat een bedrag
van 7.266,48 minus 1.103,16 aan dividenden en dergelijke = 6.163,32 door
Dexia aan [X] c.s. dient te worden voldaan.
7.7. De gevorderde wettelijke rente is ten
aanzien van de lease-overeenkomsten toewijsbaar over het totaal van de, ter zake
van deze lease-overeenkomsten, door Dexia te restitueren betalingen vanaf het
moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment
waarop de in de hiervoor in 1-8. genoemde brief gestelde betalingstermijn
verstreek, derhalve met ingang van 5 maart 2003, behoudens voor zover het
betalingen betreft die nadien hebben plaatsgevonden, waarover wettelijke rente
verschuldigd zal zijn ingaande de dag van elke betaling. De kantonrechter gaat
ervanuit dat de eerste 3 1 termijnen van 69,97 voor beide lease-overeenkomsten
voor vorenbedoelde datum zijn voldaan. [X] heeft in de periode na genoemde datum
ook dividenden ontvangen. Dit brengt mee dat de betalingen van [X] voor de
berekening van de wettelijke rente niet geheel maar voor een deel in aanmerking
worden genomen. Het is aanmerking te nemen deel is een breuk, waarbij de teller
wordt gevormd doorliet bedrag dat [X] vanaf 5 maart 2003 per saldo aan Dexia
heeft betaald, te weten 2.934,54 minus ontvangen dividenden 245,14 - 6
2,689,40 en waarbij de noemer wordt gevormd door het totale bedrag dat [X] vanaf
5 maart 2003 aan Dexia heeft betaald.
7.8. De overige stellingen van partijen in
conventie behoeven geen behandeling meer,
Vordering in reconventie
7.9. Uit het voorgaande volgt dat de door
Dexia ingestelde reconventionele vordering dient te worden
afgewezen.
Proceskosten
7.10. Gelet op de uitslag van de procedure in
conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van
het geding in conventie en reconventie. De kosten in reconventie zullen evenwel
op nihil begroot worden, nu het debat in reconventie (vrijwel) geheel samenvalt
met dat in conventie.
7.12. Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen
partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige
rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de lease-overeenkomsten
gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
Beslissing
De kantonrechter;
In conventie
I. veroordeelt Dexia aan [X]
c.s. te voldoen:
- 6.163,32 als
hoofdsom;
- de wettelijke rente vanaf 5 maart 2003 berekend over
de op dat moment verschuldigde hoofdsom van 3.473,92 tot aan de dag der
voldoening;
- de wettelijke rente over 91,6 % van elke daarna
verrichte betaling vanaf de respectievelijke betaaldata van de maandtermijnen
tot aan de dag der voldoening;
III. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure, aan de zijde van [X] c.s. gevallen, tot op heden begroot op:
voor
verschuldigd
griffierecht
106,00
voor het exploot van
dagvaarding
84,31
voor salaris van
gemachtigde
500,00
In
totaal
690,31
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief
BTW;
IV. verklaart deze veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
V. wijst het meer of anders
gevorderde af;
in reconventie
VI. wijst de vordering
af;
VII. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] c.s gevallen, tot op heden begroot op
nihil.
Aldus gewezen door mr. A. van Dijk,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 december 2007
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL