Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Zaak- en rolnummer: 975239 /DX 08-2441
Vonnis van: 12 augustus 2009
F.no.: 605
 
Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
[X],
nader te noemen [X],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: mr. E.H. Hoeksma,
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND NV.
nader te noemen Dexia,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde: Swier & Van der Weijden Gerechtsdeurwaarders.
 
1.      Procedure
 
1.1.    De volgende processtukken zijn ingediend:
-       de dagvaarding van 4 augustus 2008, met producties,
-       de conclusie van antwoord van Dexia, met producties.
 
Bij rolmededeling van 26 november 2008 is de onderhavige zaak aangehouden in afwachting van een arrest van de Hoge Raad waarin rechtsvragen zouden worden beantwoord die partijen in effectenleasezaken verdeeld houden.
 
Eisende partij heeft bij akte gemotiveerd verzocht de behandeling van de zaak voort te zetten. Dexia heeft bij akte met het verzoek tot hervatting van de procedure ingestemd.
 
Naar aanleiding daarvan is de procedure bij rolmededeling van 25 februari 2009 aangehouden tot 11 maart 2009 en vervolgens hervat.
 
Bij tussenvonnis van 8 april 2009 heeft de kantonrechter bepaald dat schriftelijk moet worden voortgeprocedeerd. De kantonrechter heeft daarbij aan partijen gevraagd om overlegging van gegevens zoals een specificatie van de daadwerkelijk betaalde termijnen en ontvangen dividenden. Hierop zijn de volgende processtukken ingediend:
 
-       de conclusie van repliek tevens akte vermindering van eis van [X], met productie;
-       de conclusie van dupliek van Dexia, met producties;
-       de akte uitlating nieuw verweer bij dupliek;
 
1.2.    Daarna is vonnis bepaald op heden.
 

Gronden van de beslissing
 
2. Feiten
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
2.1.       Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V., alsmede van Legio-Lease B.V. (hierna: Labouchere of Legio-Lease). Waar hiema sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
 
2.2.    De echtgenoot van [X], [Y] (hierna; [Y]), heeft de volgende lease-overeenkomsten ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia (hierna: de lease-overeenkomsten;
Nr. Contractnr. Datum Naam overeenkomst             Leasesom    Looptijd  Termiinbedrag
1   59186152    17-5-5000   Korting Kado               € 14.978,96 120 mnd  € 2,238,84 voor mnd 1-36 Daama € 69,10 per mnd.
2   74411895    25-5-2000   WinstVerDrie-dubbelaar €  4.647,90 36  mnd   € 22,39 per mnd.
 
2.3.    [X] en [Y] waren reeds ten tijde van het aangaan van de lease-overeenkomsten met elkaar gehuwd. [X] heeft aan [Y] geen schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomsten.
 
2.4.    Bij brief van 16 februari 2003 heeft [X] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de lease-overeenkomsten, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en terugbetaling gevorderd.
 
2.5.    Op of omstreeks 9 juni 2003 heeft [Y] het zogenaamde Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod ondertekend (hiema: het Dexia Aanbod of het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod). Als onderdeel van dit Dexia Aanbod heeft [Y] lease-overeenkomst 2 met ingang van 24 mei 2003 verlengd, voor een periode van 36 maanden, met een termijnbedrag van € 22,41 per maand. [X] heeft voor deze verlenging geen schriftelijke toestemming gegeven.
 
2.6.    Op het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld;
    " Door ondertekening van dit formulier [ ] ga ik met Dexia Bank Nederland N.V. de Overeenkomst Dexia Aanbod aan. De volledige tekst van de Overeenkomst Dexia Aanbod als opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod moet, voor zoveel nodig, geacht worden volledig in dit aanmeldingsformulier te zijn ingelast en herhaald [ ]
2.7.    In de Overeenkomst Dexia Aanbod staat verder, voor zover hier van belang, het volgende:
    "Artikel 1 Algemene Bepalingen
    [ ]
    Betrokken Partij: de echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner of de wettelijke
    vertegenwoordiger(s) van Deelnemer;
    [ ]
    DA-Effectenlease-overeenkomst: Dexia Aanbod Effectenlease-overeenkomst; de ejfectenlease-overeenkomst(en) tussen Deelnemer en Dexia waarvoor het Dexia Aanbod geldt [ ]
    [ ]
    NDA-Effectenlease-overeenkomst: Niet Dexia Aanbod Effectenlease-overeenkomst: de
    (eventuele) effectenlease-overeenkomsten tussen Deelnemer en Dexia waarvoor de
    verruimde mogelijkheden van het Dexia Aanbod niet gelden [ ]
    [ ]
 
Artikel 5         Verklaringen van Deelnemer en afstand van recht
 
Artkel 5.1 Verklaringen van Deelnemer
 
5.1.1.  Deelnemer verklaart dat hij een eventueel door of namens hem tegen Dexia [ ] gerichte klacht die betrekking heeft op, of verband houdt met, die effectenlease-overeenkomst(en) intrekt of doet intrekken,

5.1.2. Deelnemer verklaart dat hij terzake van de DA-Effectenlease~overeenkomst(en) en/of de NDA-Effectenlease-overeenkomst(en) afstand doet van alle door of namens hem ofte zijnen behoeve door derden jegens Dexia [ ] gepretendeerde rechten (met inbegrip van maar niet beperkt tot enig recht op schadevergoeding o/vernietiging) uit hoofde van of verbandhoudende met die effectenlease-övereenkomst(en) [ ].
[ ]
2.8.   Op 24 mei 2006 heeft Dexia voor lease-overeenkomst 2 een eindafrekening opgesteld volgens welke [Y] uit hoofde van lease-overeenkomst 2 nog verschuldigd was € 451,84. Deze restschuld werd uit hoofde van het Dexia Aanbod verminderd tot een bedrag van € 315,47, dat [Y] op 9 juni 2006 heeft betaald. [Y] heeft uit hoofde van leaseovereenkomst 2 samen met de verlenging daarvan € 1.928,27 aan termijnen en restschuld betaald.
 
2.9.   Lease-overeenkomst 1 loopt nog en [Y] is derhalve nog maandelijks € 69,10 aan Dexia verschuldigd. Op 26 november 2008 had [Y] in totaal £ 6.799,44 betaald uit hoofde van lease-overeenkomst I, inclusief het vooruitbetaalde bedrag van € 2.238,84.
 
3.     Vorderingen [X]
 
[X] vordert na vermindering van eis bij vonnis, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
 
I.     te verklaren voor recht dat de lease-overeenkomsten nietig zijn, althans
buitengerechtelijk zijn vernietigd en dat Dexia deswege restitutieplichtig is terzake de gehele inleg op deze overeenkomsten minus de eventueel door Dexia betaalde dividenden;
II.    Dexia te veroordelen om aan [X] te voldoen tegen bewijs van kwijting terzake lease-overeenkomst 1 de somma van € 6.523,04, welk bedrag vanaf augustus 2008 maandelijks aanwast met een bedrag van € 69,10 tot aan mei 2010 of zoveel eerder dan de uitspraak van de rechtbank en welk bedrag moet worden verminderd met de aan [Y] uitgekeerde dividenden;
III.   Dexia te veroordelen om aan [X] te voldoen tegen bewijs van kwijting terzake lease-overeenkomst 2 de somma van € 1.928,64;
IV.    De bedragen bedoeld sub II en sub III te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagen dat de deelbetalingen zijn verricht op de overeenkomsten tot aan de dag der betaling, althans vanaf het tijdstip dat Dexia in verzuim verkeert (18 februari 2003) tot aan de dag der betaling, althans vanaf de datum van deze dagvaarding tot aan de dag der betaling;
V.     Dexia te veroordelen in de kosten van dit geding aan de zijde van [X].
 
4.     Standpunten [X]
 
4.1.   [X] stelt, voor zover voor de beoordeling van belang, dat de lease-overeenkomsten moeten worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW en dat bij het aangaan ervan dus de toestemming van [X] benodigd was, ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW, Omdat [X] deze (schriftelijke) toestemming niet verleend heeft, heeft zij de lease-overeenkomsten rechtsgeldig kunnen vernietigen.
 
4.2.   [X] vordert op grond van artikel 1:89 lid 5 BW terugbetaling van alle uit hoofde van de lease-overeenkomsten door [Y] aan Dexia betaalde bedragen, verminderd met de ontvangen dividenden, [X] maakt tevens aanspraak op buitengerechtelijke kosten.
 
4.3.   Volgens [X] is Dexia wettelijke rente verschuldigd over alle betaalde bedragen ingaande de datum van betaling, althans vanaf de dag dat Dexia de ontvangst van de vemietigingsbrief bevestigde (28 februari 2003), althans vanaf de dag der dagvaarding.
 
5.     Standpunten Dexia
 
5,1.   Dexia betwist de vorderingen van [X] en voert als meest vérstrekkende verweer aan dat [X] niet ontvankelijk is aangezien [Y] met het tekenen van het Dexia Aanbod afstand heeft gedaan van alle rechten uit hoofde van of verband houdende met de leaseovereenkomsten. Voorts is [X] volgens Dexia niet ontvankelijk omdat niet zij, maar [Y] de opt-out verklaring heeft afgelegd. En tenslotte is de vordering van [X] verjaard, nu er meer dan vijfjaren zijn verstreken vanaf de vemietigingsbrief die zij stuurde op 17 februari 2003 tot aan de brief van haar gemachtigde van 15 mei 2008.
 
5.2.   Verder voert Dexia - kort gezegd - aan dat geen sprake is van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat - kort gezegd - artikel 1:88 BW niet van toepassing is nu dit artikel geen betrekking heeft op vermogensrechten als de onderhavige, er geen sprake is van huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat partijen niet hebben beoogd om de afnemer de effecten te doen verkrijgen. Dexia stelt tevens dat de huwelijkspartner de in artikel 1 :88 BW bedoelde toestemming ook op andere wijze dan schriftelijk kan verlenen en dat [X] dit ook gedaan heeft.
 
5.3.   Dexia stelt voorts dat verlenging van lease-overeenkomst 2 in stand blijft, nu [X] deze niet heeft vernietigd.
 
6.     Beoordeling van de vorderingen
 
6.1.   Ten aanzien van het beroep op de niet-ontvankelijkheid van [X] overweegt de kantonrechter het volgende. Op grond van artikel 5.1.2 van de Overeenkomst Dexia Aanbod doet [Y] afstand van alle door hem of namens hem te zijnen behoeve door derden jegens Dexia gepretendeerde rechten. Het recht van [X] om de lease-overeenkomsten op grond vanartikel 1:88 jo. 1:89 BW te vernietigen betreft echter een haar persoonlijk toekomend recht waarvan [Y] geen afstand kan doen. Een andere uitleg zou zich ook niet verdragen met de gezinsbescherming die ten grondslag ligt aan een vernietiging op de voet van artikel 1:88 jo. 1:89 BW. Ingevolge artikel 1:89 lid 5 BW kan de echtgenoot die een beroep op de vernïetigingsgrond heeft gedaan tevens alle uit de nietigheid voortvloeiende rechtsvorderingen instellen, waaronder een vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling.
 
6.2.   Ten aanzien van het beroep op verjaring van de vorderingen van [X] wordt overwogen dat [Y] op 14 december 2004 een brief ter stuïtïng van de verjaring heeft gezonden, maar dat in deze brief de vorderingen op basis van artikel 1:89 BW niet worden genoemd. De kantonrechter is echter van mening dat er in gevallen als deze= gezien de ongelijkheid van partijen, minder hoge eisen mogen worden gesteld aan de inhoud van brieven van consumenten. Dexia had redelijkerwijze moeten begrijpen dat het de bedoeling was om de verjaring van alle vorderingen betreffende de door [Y] in zijn brief genoemde overeenkomsten te stuiten. Uit haar reactie van 7 januari 2005 blijkt dat Dexia dit ook als zodanig heeft opgevat. Derhalve faalt ook het beroep van Dexia op de niet-ontvankelijkheid van [X] wegens verjaring van haar vorderingen.
 
6.3.   Het beroep van Dexia op de niet ontvankelijkheid van [X] omdat zij geen opt-out verklaring zou hebben afgelegd behoeft geen behandeling, nu zij geen opt-out verklaring hoefde af te leggen. De Duisenberg-regeling was immers niet van toepassing op [X] in verband met de totstandkoming van de Overeenkomst Dexia Aanbod (art. 2.2 onder f WCAM-overeen komst).
 
6.4.   Vervolgens wordt ingegaan op de vorderingen op grond van artikel 1:88 jo. 1:89 BW. In het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837, zijn in een soortgelijk geschil een aantal rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit geding met name van belang zijn:
 
huurkoop en bevoegdheid (rov 8.1);
artikel 1:88/1:89 BW (rov 8.2);
 
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het arrest van 28 maart 2008 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt afgeweken. In het onderhavige geval komt dat neer op het volgende.
 
Huurkoop: bevoegdheid en artikel 1:88/1:89 BW
 
6.5.   Lease-overeenkomsten als de onderhavige worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve bevoegd.
 
6.6.   Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op deze lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A: I576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov 2.12.3). Aangezien deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [X] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
 
6.7.   Nu [X] van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt dienen alle betalingen van [Y] aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [Y] ter zake van die overeenkomsten van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde dividenden. De kantonrechter gaat uit van het door Dexia genoemde bedrag van € 1.795,52 aan uitgekeerde dividenden en overige betalingen (€ 1.479,57 uit hoofde van lease-overeenkomst 1 en € 315,95 uit hoofde van lease-overeenkomst 2), nu [X] heeft gesteld dat dat correct is en zij geen bewijs heeft geleverd vanhaar kanttekening dat het netto om een bedrag van € 1.346,64 ging.
 
6.8.   Ten aanzien van het beroep van Dexia op het in stand blijven van de verlenging van lease-overeenkomst 2 wordt het volgende overwogen. Lease-overeenkomst 2 en de verlengingsovereenkomst worden beschouwd als samenhangende overeenkomsten, waardoor de verlenging niet kan bestaan als de oorspronkelijke overeenkomst is vernietigd. Derhalve brengt de door [X] op 12 februari 2003 ingeroepen nietigheid van lease-overeenkomst 2 mee dat ook de verlengingsovereenkomst nietig is.
 
6.9.   Het voorgaande maakt dat met betrekking tot lease-overeenkomst 1 in ieder geval een bedrag van € 6.799,44 - € 1.479,57 = € 5.319,87 moet worden gerestitueerd, te vermeerderen met de (eventueel) na 26 november 2008 nog door [Y] betaalde termijnen. Met betrekking tot lease-overeenkomst 2 inclusief de verlenging dient een bedrag van € 1 .928,27 - € 315,95 = € 1.612,32 te worden gerestitueerd.
 
Wettelijke rente
 
6.10.  De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over de in 6.9 bedoelde saldi van de door Dexia te restitueren betalingen. De wettelijke rente moet worden berekend vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop Dexia de ontvangst bevestigde van de onder 2.4 bedoelde brief van [X], en daarbij aangaf niet aan het verzoek tot restitutie te zullen voldoen, derhalve met ingang van 28 februari 2003. Met betrekking tot betalingen die na die tijd zijn verricht geldt dat de wettelijke rente hierover steeds moet worden berekend vanaf het moment van betaling.
 
Buitengerechtelijke kosten
 
6.11.  Voor zover buitengerechtelijke kosten zijn gevorderd worden deze afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat werkzaamheden zijn verricht anders dan ter voorbereiding van processtukken en instructie van de zaak. Voor zover [X] vergoeding vordert van kosten voor het bij derden opvragen van bescheiden behoren deze tot de in artikel 241 Rv bedoelde kosten, en derhalve tot de proceskosten.
 
6.12.  De overige stellingen van partijen behoeven geen behandeling meer.
 
Proceskosten
 
6. 13. Gelet op de uitslag van de procedure dient Dexja te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
 
Uitvoerbaar bij voorraad
 
6.14.  Er is bij afweging van de belangen van beide partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
 
Tot slot
 
6.15.  Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de leaseovereenkomsten gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
 

Beslissing
 
De kantonrechter:
 
I.           verklaart voor recht dat artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomsten van toepassing is en dat de lease-overeenkomsten derhalve buitengerechtelijk vernietigd zijn;
 
II.          veroordeelt Dexia tot terugbetaling van de volgende bedragen:
 
-      met betrekking tot lease-overeenkomst 1: € 5.319,87 plus de na 26 november
2008 nog door [Y] betaalde termijnen als hoofdsom,
-      te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 Februari 2003 over het bedrag
dat op die datum reeds betaald was alsmede over dé nadien nog verrichte
termijnbetalingen, steeds gerekend vanaf de dag van betaling tot aan de dag der
voldoening;
-      met betrekking tot lease-overeenkomst 2: € 1.612,32 als hoofdsom,
-      te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2003 over het bedrag
dat op die datum reeds betaald was alsmede over de nadien nog verrichte
termijnbetalingen, steeds gerekend vanaf de dag van betaling tot aan de dag der voldoening;
 
III.        veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van eisers gevallen, tot op heden begroot op:
-      voor verschuldigd griffierecht                          €          201,00
-      voor het exploot van dagvaarding                    €           85,44
-      voor salaris van gemachtigde                          €          750,00
totaal:                                                               €        1.036,44
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;
 
IV.       verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
 
VI.       wijst af het meer en anders gevorderde;
 

Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. van der Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 augustus 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL