Gronden van de
beslissing
1.
Feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene
titel van Bank Labouchere N.V ./Legio Lease B.V. (hierna: Labouchere/Legio
Lease). Waar hierna sprake is van Dexia wordt (worden) haar
rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
1.2. Op 5 oktober 2000 heeft [X] een
lease-overeenkomst ondertekend met de naam WinstVer10Dubbelaar waarop hij als
lessee stond vermeld, met als wederpartij Legio Lease (hierna: de
lease-overeenkomst). Deze overeenkomst is aangegaan voor een periode van 120
maanden. [X] heeft zijn maandtermijnen voldaan tot april 2007.
1.3. Op 28 januari 2006 heeft [X] een
Acceptatieformulier Vaststellingsovereenkomst Duisenberg-Regeling (hierna: het
acceptatieformulier) ondertekend en heeft hij de daarbij behorende "Bepalingen
Vaststellingsovereenkomst Duisenberg-Regeling" ontvangen. In artikel 4 van deze
bepalingen is opgenomen dat de contractant afstand van recht doet.
1.4. Op 8 februari 2006 heeft Dexia aan [X] een
brief gestuurd waarin, voorzover van belang, de volgende passage is
opgenomen:
"... Op dit moment komt u niet in aanmerking voor een vergoeding
volgens de Duisenberg-Regeling. Dit kan onder andere zijn omdat u na verrekening
met eerdere overeenkomsten een positief saldo heeft of omdat uw overeenkomst(en)
niet onder deze regeling vallen.
Om in aanmerking te komen voor de
Duisenberg-Regeling voor uw lopende overeenkomst(en), die u nu niet wenst te
beëindigen, hoeft u niets te doen. Wij informeren u uiterlijk aan het einde van
de reguliere looptijd over de verschillende mogelijkheden bij beëindiging. Ook
dan komt u in aanmerking voor de Duisenberg-Regeling....".
1.5. Per 19 juli 2007 heeft Dexia een
eindafrekening opgesteld volgens welke [X] een bedrag te ontvangen had van €
17,07. Met de eindafrekening heeft Dexia aan [X] een brief gestuurd met een
verwijzing naar een door hem te ontvangen Duisenbergoverzichten daarbij
aangegeven dat in dat overzicht de vergoeding van de Duisenberg-Regeling is
opgenomen.
1.6. Op 24 juli 2007 heeft Dexia het
Duisenbergoverzicht opgesteld waaruit blijkt dat [X]
op grond van de
Duisenberg-Regeling een bedrag te ontvangen had van € 214,45. Voormeld bedrag is
door Dexia aan [X] uitgekeerd.
2.
Vorderingen
[X] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar
bij voorraad,
primair:
voor recht te verklaren dat de
lease-overeenkomst nietig is, althans is vernietigd, dan wel is
ontbonden,
dan wel de overeenkomst alsnog te vernietigen, dan wel te
ontbinden;
subsidiair:
voor rechtte verklaren dat Dexia
toerekenbaar tekort is geschoten en/of onrechtmatig jegens
hem heeft
gehandeld;
primair en subsidiair:
- Dexia te veroordelen
tot betaling van € 5.309,46 wegens de door [X] ingelegde bedragen, vermeerderd
met de wettelijke rente vanaf de dag van inleg tot aan de dag der algehele
voldoening, met daarnaast kwijtschelding van de eventuele, na beëindiging van de
overeenkomst, bestaande restschuld;
- Dexia te veroordelen in de
proceskosten.
3. Standpunten
[X]
3.1. [X] legt aan zijn vorderingen hoofdzakelijk
ten grondslag dat hij door toedoen van Dexia heeft gedwaald, althans dat Dexia
tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht(en) en/of onrechtmatig
heeft gehandeld. Daarnaast beroept [X] zich erop dat Dexia gehandeld heeft in
strijd met de Wet op het consumentenkrediet en dat de leaseovereenkomst als
gevolg daarvan nietig is.
3.2. Volgens [X] is Dexia aansprakelijk voor de
door hem geleden schade. De schade bestaat volgens [X] uit de door hem
gevorderde bedragen.
3.3. Volgens [X] is Dexia wettelijke rente
verschuldigd over alle betaalde bedragen ingaande de datum van
betaling.
4. Standpunten
Dexia
Dexia betwist de vorderingen van [X] en voert aan dat
[X] niet ontvankelijk is in
zijn vorderingen, althans dat hem deze moeten
worden ontzegd, nu [X] door
ondertekening van het acceptatieformulier de
Duisenberg-Regeling heeft geaccepteerd op basis waarvan een minnelijke regeling
tot stand is gekomen. Daarmee heeft [X] tevens
afstand gedaan van alle tegen
Dexia gepretendeerde rechten.
5. Standpunten [X] naar aanleiding
van standpunten Dexia
[X] erkent dat hij het acceptatieformulier heeft
ondertekend en de daarbij behorende bepalingen heeft ontvangen. Hij stelt echter
dat hij uit de brief van Dexia van 8 februari 2006 heeft afgeleid dat hij niet
in aanmerking kwam voor de Duisenberg-Regeling, op grond waarvan hij ook niet
langer gebonden was aan de daarin opgenomen bepalingen.
Voorts stelt hij dat
Dexia geen uitvoering heeft gegeven aan de Duisenberg-Regeling.
6. Beoordeling van de
vorderingen
6.1. De tekst van de brief van 8 februari 2006 is
voldoende duidelijk en geeft met zoveel woorden aan dat [X] voor zijn lopende
overeenkomst in aanmerking komt voor de Duisenberg-Regeling, hetgeen ook wordt
bevestigd in het- na beëindiging van de overeenkomst - opgemaakte
Duisenbergoverzicht.
6.2. Nu Dexia het bedrag waarop [X] volgens het
Duisenbergoverzicht recht had aan hem heeft overgemaakt, dient de stelling van
[X] dat Dexia geen uitvoering heeft gegeven aan de Duisenberg-Regeling als
onvoldoende met feiten toegelicht en onderbouwd te worden
gepasseerd.
6.3. De Duisenberg-Regeling is een
vaststellingsovereenkomst die een finale regeling tussen partijen inhoudt. Uit
het door partijen ondertekende acceptatieformulier volgt dat er tussen partijen
sprake is van de Duisenberg-Regeling, waarbij door [X] onder andere afstand is
gedaan van recht. Dit betekent dat het beroep van Dexia op de
Duisenberg-Regeling slaagt.
6.4. Op grond hiervan dienen de vorderingen van
[X] te worden afgewezen. De overige vorderingen en stellingen behoeven geen
behandeling meer.
Proceskosten
6.5. Gelet op de uitslag van de procedure dient
[X] te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Beslissing
De kantonrechter:
I. wijst de vorderingen van [X]
af;
II. veroordeelt [X] in de kosten van de
procedure, aan de zijde van Dexia gevallen, tot op heden begroot op € 500,00
voor salaris van gemachtigde;
III. verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij
voorraad.
Aldus gewezen door mr. M.E.A. Nijssen,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 maart 2008 in
tegenwoordigheid.van de griffier.