Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

Vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: DX 07-1433
Vonnis van: 4 juni 2008
F.no.: 580
 
Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
A. [X],
en
B. [Y],
nader te noemen [X], [Y] en [X] c.s.,
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
gemachtigde: mr. M.J. Meijer,
 
tegen:
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: dw. P. Swier
 
Verdere verloop van de procedure
 
Bij tussenvonnis van 30 januari 2008 zijn [X] c.s. in de gelegenheid gesteld voldoende onderbouwde inkomens- en vermogensgegevens te overleggen, waarbij met name moet worden gedacht aan biljetten van een proces, afkomstig van de Belastingdienst. Bij akte van 26 maart 2008 hebben [X] c.s. aangegeven de biljetten van een proces niet te kunnen overleggen. Dexia heeft hierop gereageerd bij antwoordakte van 7 mei 2008.
 
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
 
Beoordeling
 
1.     [X] c.s. hebben in hun laatste akte verklaard dat de Belastingdienst heeft geweigerd aan hen biljetten van een proces te verstrekken. Dexia heeft aangevoerd dat uit de
door [X] c.s. overgelegde gegevens niet kan worden opgemaakt wat het vermogen was ten tijde van het aangaan van de leaseovereekomsten. De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan omtrent de financiële situatie van [X] c.s. om een beslissing te nemen en acht het niet redelijk en billijk om de afwezigheid van de biljetten van een proces aan [X] c.s. toe te rekenen. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Mede gelet op de hoogte van de totale leasesommen is er geen reden om aan te nemen dat [X] c.s., ten tijde van het aangaan van de leaseovereenkomsten, over een zodanig vermogen beschikten dat dit van invloed zou zijn op de categorie indeling.
 
2.     Nu de leaseovereenkomsten 1 tot en met 5 binnen een periode van eenjaar zijn gesloten ziet de kantonrechter hierin aanleiding de leasesommen van deze overeenkomsten, ter bepaling van de categorie die voor [X] c.s. van toepassing is, bij elkaar op te tellen. Op basis van de leasesommen en het inkomen van [X] c.s. in 1997, zoals vermeld in respectievelijk 1.2. en 1.4. van het in deze zaak gewezen tussenvonnis van 30 januari 2008, is voor de leaseovereenkomsten 1 tot en met 5 categorie 2 van toepassing, nu het inkomen lager is dan tweederde van de leasesommen.
De leaseovereenkomsten 6 en 7 zijn tevens kort na elkaar afgesloten. De som van de leasesommen 1 tot en met 7 in verhouding tot het inkomen over 1999 leidt voor de leaseovereenkomsten 6 en 7 eveneens tot toepassing van categorie 2.
Ook de leaseovereenkomsten 8 tot en met 11 zijn binnen eenjaar gesloten zodat deze worden opgeteld ter bepaling van de categorie indeling. Gelet op de hoogte van alle in geding zijnde leasesommen tezamen en het inkomen in 2000 is voor de overeenkomsten 8 tot en met 11 categorie 2 van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 60 % van het nadeel voortvloeiende uit de leaseovereenkomsten 1 tot en met 11 voor rekening van Dexia dient te komen en het resterend percentage voor rekening van [X] c.s.. Bij de vaststelling van dit percentage is tevens rekening gehouden met het fiscaal voordeel en de te verrekenen dividendbelasting.
 
3.     Als nadeel wordt in aanmerking genomen het bedrag dat in de bijlage achter het contractnummer van de betreffende overeenkomst onder 'totaal nadeel' staat vermeld. Dit is het resultaat van de volgende berekening: het bedrag dat in de bijlage achter het contractnummer van de betreffende overeenkomst onder 'in aanmerking te nemen termijnen' staat vermeld (zijnde de oorspronkelijke looptijd van de overeenkomst met een maximum van 60 maanden), vermeerderd met het daarachter onder "restant hoofdsom' vermelde restant van de hoofdsom van de geldlening en verminderd met de vervolgens onder 'waarde/opbrengst' vermelde waarde van de geleasede effecten alsmede met het onder 'in eerste 5 j. ontvangen + verrekende dividenden' vermelde bedrag wegens in verband met die overeenkomst ontvangen en (eventueel) verrekende dividenden. Ten aanzien van overeenkomst 1 geldt dat geen nadeel is geleden zodat de vordering voor wat betreft leaseovereenkomst 1 wordt afgewezen.
 
4.     Van het hierboven genoemde nadeel dient, gelet op het in 2. bedoelde percentage, een bedrag voor rekening van [X] c.s. te blijven gelijk aan het daarachter onder 'voor rekening afnemer" genoemde bedrag.
 
5.     Door of ten behoeve van [X] c.s. is in het kader van de leaseovereenkomsten een bedrag betaald gelijk aan het achter het contractnummer van de betreffende overeenkomst onder 'betaald' vermelde bedrag. Hierop dienen in mindering te worden gebracht alle ontvangen dividenden als vermeld onder "totaal ontvangen dividenden' en het hiervoor berekende bedrag dat voor rekening van [X] c.s. dient te blijven, zodat Dexia per saldo aan de eisende partij dient te voldoen het per overeenkomst onder 'te ontvangen' vermelde bedrag. Voor zover [X] c.s. na de comparitie van partijen, die heeft plaatsgevonden op 22 januari 2008, uit hoofde van de leaseovereenkomsten 6 en 8 nog betalingen hebben verricht dienen deze geheel door Dexia te worden gerestitueerd, verminderd met de eventueel na die datum nog door Dexia aan [X] c.s. betaalde bedragen.
 
6.     Hetgeen [X] c.s. terug zal ontvangen wordt aan alle betalingen aan Dexia toegerekend. Dit brengt mee dat de betalingen aan Dexia voor de berekening van de wettelijke rente niet geheel, maar voor een deel in aanmerking worden genomen. Het in aanmerking te nemen deel is een breuk, waarbij de teller wordt gevormd door het bedrag dat [X] c.s. dient terug te ontvangen en de noemer door het bedrag dat ter zake van de leaseovereenkomst aan Dexia is betaald. Wettelijke rente wordt toegekend over een percentage van elke betaling aa.n Dexia, gelijk aan het percentage als vermeld in de bijlage achter de betreffende overeenkomst onder'% rente', telkens vanaf de betaaldatum.
Over de eventueel na 22 januari 2008 betaalde bedragen, eventueel gesaldeerd zoals hier voor onder 5. vermeld, dient de wettelijke rente berekend te worden vanaf de datum van de desbetreffende betaling door [X] c.s.
 
7.     De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat werkzaamheden zijn verricht anders dan ter voorbereiding van processtukken en instructie van de zaak.
 
8.     Ter comparitie is gebleken dat [X] c.s. geen achterstandscodering hebben bij het BKR zodat zij onvoldoende belang hebben bij hun vordering met betrekking tot de BKR-registratie. Deze zal dientengevolge niet worden toegewezen.
 
9.     De door de eisende partij gevorderde ontbinding van de leaseovereenkomsten wordt afgewezen nu het schenden van de zorgplicht door Dexia in de precontractuele fase niet als een tekortkoming in de nakoming kan worden aangemerkt. De overigens door [X] c.s. ingestelde vorderingen worden afgewezen. De in verband daarmee gestelde feiten en omstandigheden, de negatieve financiële gevolgen voor [X] c.s. daaronder begrepen, zijn verdisconteerd in het oordeel omtrent de verplichtingen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid thans tussen partijen hebben te gelden.
 
10.    Gelet op de uitslag van de procedure dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
 
11.    Er is bij afweging van de belangen van beide partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
 
12.    Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhoudingen. De eigendom van de in het kader van de leaseovereenkomsten gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
 
Beslissing
 
De kantonrechter:
 
I.     veroordeelt Dexia om aan eisende partij te betalen:
-  betreffende leaseovereenkomst 2 € 1.293,29, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 59,9 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 3 € 2.044,93, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 30,3 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 4 € 1.230,29, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 30,3 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 5 € 814,63, te vermeerderen met de wettelijke rente
berekend over 48,5 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan de
dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 6 € 5.459,52, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 48;5 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 7 € 1.549,49, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 52,3 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 8 € 2.357,65, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 40,4 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 9 € 11.609,06, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 60,8 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 10 6 11.609,06, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 60,8 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  betreffende leaseovereenkomst 116 11.576,46, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 60,8 % van elke betaling, telkens vanaf de betaaldatum, tot aan
de dag der algehele voldoening;
-  eventueel na 22 januari 2008 door [X] c.s. aan Dexia betaalde bedrag(en),
verminderd met (het) eventueel door Dexia na deze datum aan [X] c.s. betaalde
bedrag(en), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling door
[X] c.s. tot aan de dag der algehele voldoening;
 
II.    veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [X] c.s. gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht                  €       248,00
explootkosten                                      €         84,87
voor salaris van gemachtigde                  €     1.500,00
totaal                                                 €     1.832,87
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
 
III.   verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
 
IV.    wijst af het meer of anders gevorderde.
 

Aldus gewezen door mr. C.L.J.M, de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juni 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL