Hallo Margreet,
In het eindvonnis staat o.a. :
2.7 Door Eisers is in het kader van de overeenkomst een bedrag van euro 6.763,12 betaald, zodat hij per saldo geen vordering op DSB heeft. De rechtbank merkt hierbij volledigheidshalve op dat Eisers aldus weliswaar de door hem betaalde termijnen niet terugkrijgt, maar evenmin (het verreweg grootste deel van) de "restant geldlening" zal hoeven voldoen aan DSB.
3. DE BESLISSING
De rechtbank:
verklaart voor recht dat DSB jegens Eisers haar precontractuele zorgplicht heeft geschonden en daarmee onrechtmatig heeft gehandeld en mitsdien aansprakelijk is voor de dientengevolge door Eisers geleden schade;
veroordeelt DSB in de kosten van het geding, tot aan dit vonnis aan de zijde van Eisers begroot op euro 417,74 aan verschotten en op euro 2.260,00 aan salaris van de procureur;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Het eerste gedeelte gaat dus over het Hollands Welvaren Select contract en het laatste (vetgedrukte) over het doorlopend crediet wat is afgesloten.
Volgens het tussenvonnis heb je het volgende afgesloten:
c. Op 9 februari 2000 is Eiser sub 1 c.s. met De Gouwe Voorschotbank B.V. een overeenkomst van doorlopend krediet (verder ook te noemen: "Het netto-krediet") (contractnummer []) aangegaan voor een bedrag van fl. 42.500,=, met een effectieve rente op jaarbasis van 5,8%. Bij het verstrekken van dit krediet zijn met het opgenomen bedrag de schulden bij de Postbank en Visa van respectievelijk fl. 15.500,= en fl. 500,= afgelost.
d. Op dezelfde dag is Eiser sub 1 c.s. met Robbesand Voorschotbank B.V. en de Stichting Beleggingsrekening ANT-Trust (hierna te noemen: "de Stichting"), gevestigd te Amsterdam, een overeenkomst Hollands Welvaren Select (verder te noemen: de overeenkomst) (contractnummer 0100-02-2510) aangegaan.
Na het beeindigen van het Hollands Welvaren Select contract is er een restschuld ontstaan.
k. Voor deze restschuld is Eiser sub 1 c.s. op 29 september 2004 met DSB een overeenkomst van doorlopend krediet (hierna te noemen: de overeenkomst van doorlopend krediet) aangegaan voor een bedrag van euro 12.253,= met een effectieve rente op jaarbasis van 6,9%. Bij het verstrekken van dit krediet is de (rest)schuld bij Robbesand Voorschotbank B.V. voortvloeiende uit de overeenkomst afgelost.
De rechtbank heeft deze restschuld kwijtgescholden, maar niet het doorlopend krediet :
De overeenkomst van doorlopend krediet
4.20 De vorderingen liggen in zoverre voor afwijzing gereed, daar Eiser sub 1 c.s. geen, dan wel onvoldoende feiten en/of omstandigheden heeft gesteld die de conclusie kunnen rechtvaardigen, dat er sprake is geweest van onrechtmatig handelen aan de zijde van DSB bij het aangaan van de overeenkomst van doorlopend krediet, dan wel van een tekortschieten van DSB in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst. Ook heeft Eiser sub 1 c.s. niet feitelijk en concreet gesteld waarin de dwaling en/of het misbruik van omstandigheden bij het aangaan van de overeenkomst van doorlopend krediet was gelegen.
De vraag is nu, heb je tot op heden voldaan aan de maandelijkse betalingen voor het doorlopend krediet of ben je hiermee gestopt en is er nu een betalingsachterstand en vordert DSB dit nu.
Of vordert DSB de restschuld van het Hollands Welvaren Select, een restschuld die de rechtbank heeft kwijtgescholden?
Nog even een andere vraag.
De rechtbank heeft ook dit beslist:
veroordeelt DSB in de kosten van het geding, tot aan dit vonnis aan de zijde van Eisers begroot op euro 417,74 aan verschotten en op euro 2.260,00 aan salaris van de procureur;
Heb je dit geld (2677,74 euro) van DSB ontvangen via de advocaat?
Groeten,
Piet