(Door)Procederen ondanks schikkingsvoorstel of WCAM niet onredelijk.
Goed nieuws voor gedupeerde is te vinden in de uitspraak die onlangs door PAL op hun site is gezet.
http://www.platformaandelenlease.nl/Uitspraken/Helmond12102005.htm
Zeker voor degenen die zich kunnen beroepen op vernietiging van de overeenkomst(en) met Dexia vanwege het ontbreken van het wettelijke toestemmimgsvereiste (artikel 1:88, lid 3 BW)
14.1 Bij antwoordakte heeft Dexia nog verwezen naar het resultaat dat is bereikt in het overleg onder leiding van de heer Duisenberg. Daarbij heeft zij gewezen op het thans bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel nummer 29414 tot wijziging van het BW en Rv. teneinde de collectieve afwikkeling van massaschades te vergemakkelijken. De kantonrechter gaat hier echter aan voorbij. Het overleg onder leiding van de heer Duisenberg was er op gericht om te komen tot een voorstel voor een schikking dat de individuele klant van Dexia kon accepteren of verwerpen.
Het overleg onder leiding van de heer Duisenberg was er op gericht om te komen tot een voorstel voor een schikking dat de individuele klant van Dexia kon accepteren of verwerpen.
Dat een dergelijk voorstel tot stand is gekomen, betekent dan ook niet dat [X] daar ook aan gebonden is, te minder nu uit het feit dat zij wenst voort te procederen volgt dat zij het voorstel niet wil accepteren.
Dat is ook niet onredelijk, omdat het voorstel voor cliënten van Dexla die zich kunnen beroepen op vernietiging van de overeenkomst bij gebreke aan toestemming van hun echtgenoot minder ver strekt dan hetgeen hun op basis van hun verweer zou toekomen, zodat zij ontegenzeggelijk een belang houden bij voortprocederen. De kantonrechter acht de inhoud van het resultaat van die onderhandelingen overigens als algemeen bekend, nu daaraan ruimschoots aandacht is besteed in de media, zodat hij zich vrij acht die inhoud bij dit oordeel te betrekken.
14.2 Het wetsvoorstel 29414 is niet meer dan dat, een wetsvoorstel. Het beoogt een ingrijpende wijziging van één van de basisbeginselen van het overeenkomstenrecht, te weten: dat overeenkomsten tussen partijen slechts tot stand komen op basis van aanbod door de ene partij en aanvaarding van dat aanbod door de wederpartij. Het wetsvoorstel beoogt immers - heel verkort weergegeven - de mogelijkheid in het leven te roepen dat een gelaedeerde gebonden wordt aan een vaststellingsovereenkomst die een belangenbehartigende persoon of instantie met de aansprakelijke schadeveroorzaker treft en bij de totstandkoming van welke vaststellingsovereenkomst de gelaedeerde zelf niet betrokken hoeft te zijn geweest, mits die vaststellingsovereenkomst verbindend wordt verklaard. Nu het wetsvoorstel beoogt een mogelijkheid in het leven te roepen die afwijkt van het hiervoor genoemde basisbeginsel en evenmin kan worden geoordeeld dat het codificatie betreft van een thans (buiten de insolventiepraktijk en het arbeidsrecht om) reeds gebruikelljke gang van zaken, is de kantonrechter van oordeel dat op deze ontwikkeling in de wetgeving niet geanticipeerd kan worden, nog daargelaten dat niet is gebleken dat de bereikte overeenstemming de goedkeuring zou kunnen verkrijgen van een "verbindend verklarende rechter".
15. Omdat op grond van het voorgaande dient te worden beslist als na te melden, kan hetgeen partijen verder nog hebben betoogd met betrekking tot het toerekenbaar tekortschieten van Dexia onbesproken blijven. Dexia heeft zowel in conventie als in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij te gelden en zal om die reden worden veroordeeld in de kosten van het geding.
De gedupeerde(n) zijn er in geslaagd de nietigheid van het contract voor recht te laten verklaren ook al zou volgens Dexia de wederpartij van het bestaan van de overeenkomst op de hoogte zijn geweest. De toepasselijke wet schrijft de schriftelijke toestemming van de echtgeno(o)t(e) voor.
9. Bij repliek in conventie heeft Dexia gesteld dat [X] de toestemming wel heeft verleend en heeft zij expliciet aangevoerd zulks te willen bewijzen door het doen horen van de echtgenoot van [X] en eventuele andera familieleden. Zij heeft daarbij een beroep gedaan op een aantal omstandigheden die volgens haar maken dat [X] op de hoogte moet zijn geweest van het bestaan van de overeenkomst.
De enkele omstandigheid dat de echtgenoot van [X] met het bestaan van de overeenkomst op de hoogte is geweest, is echter ten deze niet relevant tengevolge artikel 1:88, lid 3 BW dient de toestemming van de echtgenoot schriftelijk te worden gegeven, indien de wet voor het verrichten van de rechtshandeling een vorm voorschrijft. Ingevolge artikel 7a:15761.1id 1 BW wordt de overeenkomst van huurkoop aangegaan bij authentieke of onderhandse akte, die moet voldoen aan de eisen gesteld in artikel 7A:1576j BW. Nu dus voor het aangaan van de huurkoop een vorm voorschrift bestaat, had de toestemming van de echtgenoot schriftelijk gegeven moeten worden. Uit de door Dexia overgelegde akte van de thans in geding zijnde overeenkomst blijkt niet van de toestemming zijdens de echtgenoot. Het verweer van Dexia berust ook op de door haar genoemde omstandigheden, die - zo leest de kantonrechter het verweer - maken dat Dexia er op mocht vertrouwen dat de echtgenoot van [X] had ingestemd met het aangaan van de overeenkomst. Dat de echtgenoot van [X] deze toestemming ook expliciet en schriftelijk heeft gegeven, is echter zijdens Dexia niet gesteld. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat hetgeen Dexia in dit verband ter onderbouwing van haar verweer heeft aangevoerd suggestief is en onvoldoende ter onderbouwing van het verweer dat de benodigde toestemming wel en ook op de formeel juiste wijze is gegeven.
Om die reden passeert de kantonrechter ook dit verweer en het in dat verband gedane bewijsaanbod.
Het is te hopen dat de “Raad voor de rechtspraak” in het belang van alle gedupeerden op
http://www.rechtspraak.nl snel alle uitspraken zet die inmiddels over aandelenlease bekend zijn geworden.
Met dank aan betrokkenen en Platform Aandelenlease (PAL) die zich in deze steeds als een echte belangenbehartiger van gedupeerden laat zien.
Met vriendelijke groeten,
Okerene