Het meest trieste van dit drama haalt dhr. Koremans in zijn geheel niet aan.
Deze volledig gedeformeerde jurist en vakidioot verklaart het volgende:
3.3. Dexia stelt dat [eiser] geen spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. Voor een operatie in het buitenland bestaat geen noodzaak. Gesteld noch gebleken is dat een operatie in Nederland niet door de zorgverzekeraar wordt vergoed.
Dat hij zichzelf tot een van de topadvocaten van Nederland zou rekenen dat is dan zijn mening maar dat hij daarbij ook nog eens zichzelf tot een van Nederlands meest getalenteeerde medische specialist durft te verklaren met zijn absoluut ontbreken van enige kennis en ervaring op het medisch gebied en hier heel bout toch de volgende verklaring durft af te leggen is toch wel de grootste misser die deze stumper zich denkt te mogen aanmeten waarbij het in deze zaak gaat over een absolute zaak over leven en dood.
Gelukkig tikt de voorzieningenrechter - zo wordt een rechter in kort geding genoemd - hier dhr. Cornegoor keihard op de vingers.(Normaal zal een rechter in kort geding alleen verwijzen dat een kort geding niet geschikt is voor bepaalde uitspraken en dat daar een bodemprocedure voor gevoerd moet worden). Echter in deze uitspraak heeft de rechter specifiek naar Connegoor c.q. Dexia het volgende verklaart, waarschijnlijk omdat deze rechter Cornegoor c.q. Dexia absuluut te ver vond gaan in hun/zijn verklaring.
4. De beoordeling
4.1. De gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat.
spoedeisend belang
4.2. De voorzieningenrechter volgt [eiser] in zijn stelling dat zijn wens om in Engeland geopereerd te worden gerespecteerd dient te worden. Vast staat dat de operatie die [eiser] moet ondergaan zeer ingrijpend is en dat de kans op ernstige complicaties groot is. Onder die omstandigheden is het niet aan Dexia te treden in de keus van [eiser] om zich in Engeland te laten opereren. Nu niet door Dexia wordt betwist dat een operatie geïndiceerd is, dat een operatie in Engeland [eiser] enkele tienduizenden euro’s zal kosten en dat de ziektekostenverzekeraar deze kosten niet zal voldoen, is voldoende aannemelijk dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening.
Wat natuurlijk in dit kort geding volslagen buiten geding stond waren de onderstaande zo langzamerhand de al jaren genoemde en bekendstaande en steeds herhaalde argumentatie van Cornegoor c.q. Dexia waardoor bepaalde rechten c.q. aansprakelijkheid niet meer voor Dexia zouden gelden. Gedingstukken welke door Cornegoor tevens in dit kort geding als relevant zijn meegeëist(het ging uiteindelijk alleen in eerst instantie voor een vergoeding van een bedrag voor de kosten van een (riscante) medische ingreep in het buitenland) zijn hier als absoluut niet relevant mede opgevoerd als duidelijke argumentatie om de zaak zo duidelijk mogelijk af te
wijzen. Daarom is het dan ook volslagen onduidelijk waarom een ervaren advocaat zoals Cornegoor althans daar zouden we toch van moeten uitgaan(of hebben we dit nu zo volkomen mis), de onderstaande stukken ook in het geding heeft aangehaald om waarschijnlijk blijkbaar daarmee zijn zaak sterker te beargumenteren, terwijl een ervaren advocaat ook duidelijk weet dat in een kort geding zaak juist een hoop zaken buiten de procedure moeten blijven omdat deze in een bodemprocedure apart moeten worden behandeld.
Het tweede gedingstuk
Daarnaast heeft de echtgenote de vernietiging van artikel 1:89 BW niet tijdig ingeroepen. De verjaringstermijn voor een beroep op art 1:89 BW is drie jaren en vangt aan op het tijdstip dat de vernietigbare rechtshandeling ter kennis komt van de echtgenoot. De onderhavige vernietigingsverklaring dateert van 21 december 2005. Voor een rechtsgeldig beroep op de vernietigingsgrond van art. 1:89 BW is dus vereist dat de echtgenote van [eiser] pas na 20 december 2002 op de hoogte raakte van het bestaan van de overeenkomsten. De leaseovereenkomsten zijn gesloten in 1997 en 1998. Het is onwaarschijnlijk dat de echtgenote pas na 20 december 2002, derhalve vijf jaar, later kennis heeft genomen van de omstreden leaseovereenkomsten.
Dexia voert voorts aan dat ten aanzien van vorderingen, gebaseerd op een schending van de zorgplicht (door Dexia) nog geen jurisprudentie van de Hoge Raad voorhanden is. In de arresten die tot nu toe met betrekking tot leaseovereenkomsten door de gerechtshoven zijn gewezen, bestaat de schade uitsluitend uit de restschuld. De uitspraken van de Rechtbank Amsterdam in de Dexia-zaken zijn niet in hogere rechtspraak bevestigd.
artikel 1:88 lid 1 sub d j? 1:89 BW
4.3. [eiser] beroept zich op nietigheid van de leaseovereenkomsten. Hij stelt dat zijn echtgenote pas in 2003 bekend werd met de leaseovereenkomsten omdat in dat jaar een nieuwe hypothecaire lening is aangegaan voor de aflossing van de restschuld. Zijn echtgenote heeft bij brief van 21 december 2005 en dus binnen drie jaar nadat zij bekend werd met de leaseovereenkomsten deze overeenkomsten vernietigd.
Dexia stelt dat het onwaarschijnlijk is dat de echtgenote gedurende vijf jaar onbekend was met de leaseovereenkomsten. Zij stelt dat het door [eiser] gedurende de looptijd van de leaseovereenkomsten betaalde bedrag van EUR 90.000,- in relatie tot zijn gestelde inkomen aanzienlijk is. Voorts was van twee overeenkomsten de looptijd op 21 december 2002 verstreken. Eén overeenkomst resulteerde in een restschuld en één in een uitkering. Onaannemelijk is dat dit voor de echtgenote verborgen bleef. Dexia merkt daarbij op dat de echtgenote niet ter zitting aanwezig is om het door [eiser] gestelde te bevestigen.
Ondanks dat ook hier Cornegoor c.q. Dexia hier nogal wat moeite doet om met allerlei juridische argumenten zijn/hun betrokkenheid c.q. onschuld tracht te ontkennen, vond ook hier dat de rechter een heel duidelijk singnaal naar Cornegoor c.q. Dexia moest afgeven i.v.m. hun stellingname.
De voorzieningenrechter overweegt dat de bewijslast van het feit dat de echtgenote reeds vóór 20 december 2002 bekend was met de leaseovereenkomsten, bij Dexia ligt. Daartoe heeft Dexia haar standpunt met feiten en omstandigheden onderbouwd. Die feiten op zich zijn niet weersproken maar over de daaraan door Dexia verbonden conclusie dat de echtgenote met de overeenkomsten bekend was vóór 20 december 2002 verschillen partijen van mening. Op voorhand kan daarom echter niet gezegd worden dat in hoge mate waarschijnlijk is dat het beroep op verjaring niet zal slagen zodat de vordering van [eiser] in de bodemprocedure in hoge mate waarschijnlijk is. In deze kort geding procedure is geen plaats voor bewijslevering zodat niet thans reeds in hoge mate waarschijnlijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat de leaseovereenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd en dat de primaire vordering toegewezen zal worden.
Het is eigenlijk het trieste en het meest dramatische bericht wat ik in alle jaren op dit forum ben tegenkomen en het zou eigenlijk mogelijk moeten zijn om gezamelijk de betreffende persoon ter verantwoording te roepen hetzij door hem voor een tuchtcommissie te laten verschijnen hetzij hem op zijn menselijke en maatschappelijke plichten te wijzen.
Indien je eens duidelijk tussen de regels doorleest van deze uitspraak en daarbij niet in acht hoefd te nemen dat het hier om een kort geding zou gaan dan zou je met aan grote zekerheid grenzende waarschlijnheid de gedachte kunnen opvatten dat deze uitspraak zou zijn gewonnen door de eiser. Helaas heeft kort gedingen soms andere criterias waardoor eerst andere processen nodig zijn om tot een juiste uitspraak te komen.
Het is alleen zo jammer dat de tijd hier doortikt en dat hier Cornegoor en Dexia blijkbaak absoluut geen enkele rekening mee willen houden. Het bevestigd natuurlijk al het beeld wat al jaren van deze orginisatie was ontstaan; namelijk dat dit geen mensen of orginisatie meer waren maar complete robots.
mvg,
Elbe