DATUM :   29-4-2004
 
REDACTEUR :  Pema
 
Gedupeerden van aandelenconstructie Legio Lease hebben geen vertrouwen in de Stichting Leaseverlies die zegt op te komen voor hun belangen. Gedupeerden kunnen geen contact krijgen met de stichting en advocaten die gedupeerden bijstaan krijgen niet of nauwelijks informatie. 92 duizend gedupeerden hebben elk 45 euro betaald aan de stichting, die daarmee een vermogen van ruim 4 miljoen euro heeft opgebouwd.
Volgens deskundigen is er tot nu toe niet veel meer uitgegeven dan veertigduizend euro voor procedurekosten en het opzetten van een website. De Stichting Leaseverlies zegt om strategische redenen geen inzage te willen geven in de financiën.
De advocaat die voor de Stichting Leaseverlies werkt is van hetzelfde kantoor als de voorzitter van de stichting. Die voorzitter zit tevens in het Algemeen Bestuur van de Vereniging van Effectenbezitters, een instantie die door de Stichting Leaseverlies wordt genoemd als toezichthouder op haar activiteiten
.
 
“Inschrijfgeld innen, een paar ‘geleerde’ mannen een flink salaris uitkeren en dat was het dan”. Het is één van de kritische geluiden over de Stichting Leaseverlies, die zich zegt in te zetten voor de gedupeerden van Legio Lease. Deze aandelenconstructie met geleend geld stortte aan het begin van het nieuwe millennium honderdduizenden Nederlanders in de financiële ellende toen de koersen niet volgens de belofte waren gestegen maar gekelderd. Ruim negentig   Stichting Leaseverlies helpt gedupeerden Legio Lease niet.
duizend gedupeerden wendden zich inmiddels tot de in april 2002 opgerichte Stichting Leaseverlies voor juridische bijstand. Door het inschrijfgeld van 45 euro per deelnemer is het vermogen van die stichting inmiddels opgelopen tot ruim 4 miljoen euro.

Door Peter Maarsen

Mr. William M. Schonewille van advocatenkantoor Barents en Krans in Den Haag is de advocaat die door de Stichting Leaseverlies is ingeschakeld om de belangen van gedupeerden te behartigen. De voorzitter van de stichting, jonkheer Mr. G. Hooft Graafland, is adviseur van dat Haagse advocatenkantoor. “Dat lijkt op het eerste gezicht niet de zuiverste constructie”, zegt advocaat De Vries van advocatenkantoor Vlaskamp & Van Loo in Amsterdam voor RTV Noord Holland. “Het vraagt in elk geval om duidelijke rekenschap van de bestedingen van Stichting Leaseverlies tot nu toe”.

Advocaat Schonewille verschijnt regelmatig in het TROS-programma Radar waar hij spreekt over de juridische strijd van de Stichting Leaseverlies tegen Dexia Bank Nederland. Die bank nam in mei 2001 Legio Lease inclusief de rokende puinhopen van de aandelenconstructie over van de Bank Labouchère. Het conflict dat gedupeerden van Legio Lease met Dexia hebben draait om onjuiste en onvolledige informatievoorziening bij de aandelenconstructie. In dat kader is het saillant dat jonkheer Mr. G. Hooft Graafland, naast zijn functie als voorzitter van de Stichting Leaseverlies, in de Raad van Advies van Faxtor B.V. zit. Die B.V. is medebeheerder van het Phoenix Fund; een beleggingsfonds dat door de Stichting Bijsluiterscore afgelopen week is getypeerd als “inflexibel met een onduidelijk karakter, hoge kosten en weinig informatie over de fraaie resultaten”. Verder wordt het door de Stichting Bijsluiterscore pijnlijk genoemd dat de wettelijke voorschriften met betrekking tot de financiële bijsluiter bij het Phoenix Fund niet adequaat worden gevolgd en dat de informatieverschaffing niet consistent, onduidelijk, summier of zelfs afwezig is.

De juridische strijd van Stichting Leaseverlies heeft tot nu toe bestaan uit het laten uitgaan van een dagvaarding naar Dexia. De stichting geeft verder alle ruimte aan de onderhandelingen met Dexia en de conclusies van de Commissie Geschillen Aandelenlease, onder leiding van ex-ombudsman Menno Oosting. Die commissie is door minister Zalm in september 2003 ingesteld om, volgens de officiële opdracht, “te bemiddelen tussen aanbieders en afnemers en aldus te bevorderen dat partijen onderling op een efficiënte wijze tot een oplossing komen voor de openstaande geschillen die voortvloeien uit de verkoop van aandelenleaseproducten in de jaren 1995 tot en met 2002”. Er moet kortom door bemiddeling worden geprobeerd het aantal slepende rechtszaken zo klein mogelijk te houden. Volgens advocaat Schonewille heeft Stichting Leaseverlies intensief met de commissie gesproken en ook in dat kader dus een actieve rol gehad in het behartigen van de belangen van de aangesloten gedupeerden.

De commissie Oosting is een “aanvullende infrastructuur” naast de Klachtencommissie van het Dutch Securities Institute (DSI), toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de rechter. Zelf zei Menno Oosting in zijn installatierede, “de commissie heeft geen formele status en geen bevoegdheden. We behandelen geen individuele geschillen, geven geen individuele adviezen en zijn ook geen vorm van mediation. Als betrokken partijen - aan beide kanten – de goede diensten van de commissie op prijs stellen en hun medewerking aan ons werk willen verlenen, ontstaat mogelijk een draagvlak voor het bereiken van aanvaardbare oplossingen die anders niet zouden zijn bereikt, of misschien met veel hogere persoonlijke een maatschappelijke kosten”. Ondanks de omzichtige formuleringen van taak en doel moet de commissie volgens de minister in staat zijn op 1 mei van dit jaar met een eindrapport te komen. Stichting Leaseverlies hoopt op een acceptabele minnelijke regeling.

De juridische strijd die de Stichting Leaseverlies voert lijkt in elk geval tot het eindrapport niet meer dan een opgeheven vingertje. “De hele procedure heeft ze tot nu toe mogelijk zo’n dertigduizend euro gekost”, zegt advocaat De Vries. “Ik baseer me daarbij op de kosten van ons eigen onderzoek toen we een aantal individuele zaken op ons namen. Daarbij komen natuurlijk ook nog kosten voor het onderhandelen met Dexia e.d. Maar de juridische procedure heeft nog geen groot gat in de begroting van Stichting Leaseverlies geslagen”. Volgens mr. Schonewille is de procedure al zeer uitgebreid geweest. “Na een zeer grootschalig onderzoek besloeg de dagvaarding alleen al enkele ordners”. De gang van zaken is volgens Schonewille vooral vertraagd door tussenkomst van de Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie van Pieter Lakeman, die zich mengde in de procedure. Door de tussenkomst van SOBI is er op 25 mei aanstaande een zitting bij de rechtbank.

In een brief van 26 januari 2004, aan de aangeslotenen bij de Stichting Leaseverlies, schrijft het bestuur dat het uit kostenoogpunt niet mogelijk is om degenen die niet over internet beschikken structureel bij brief op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen. “Uw bijdragen moeten worden gebruikt voor het in stand houden en regelmatig bijhouden van de website, de kosten van advocaten en het raadplegen van andere deskundigen (waaronder wetenschappers) om uw zaak zo goed mogelijk te behartigen”. De stichting onderhoudt een website met informatie over de zaak tegen Dexia Bank Nederland. Op die website worden onder andere antwoorden gegeven op veelgestelde vragen. Dat onderdeel van de website is al maanden hetzelfde. In de rubrieken ‘in het nieuws’ (08/03/2004 en 27/02/2004) en ‘nieuws van de stichting’ (16/04/2004 en 11/02/2004) verschijnt af en toe een berichtje, de genoemde data tussen de haakjes geven aan wanneer voor de laatste twee keren. Wie de website onderhouden en hoeveel daarvoor wordt betaald willen de verantwoordelijken niet zeggen. Deskundigen schatten dat voor het opzetten van de website een bedrag van maximaal tienduizend euro nodig is geweest.

Terwijl de stichting met Dexia zegt te onderhandelen, eist de bank, onder andere via dagvaardingen en aanmaningen, het geleende geld terug van de gedupeerden van Legio Lease. “Als je contact opneemt met de stichting kun je schrijven, bellen en mailen tot je een ons weegt, je krijgt ze niet te pakken. En als Dexia de duimschroeven aandraait, adviseren ze een advocaat in de arm te nemen”, zegt één van de Legio Lease gedupeerden, de heer Endenburg uit Den Helder. “Ik voel me langzaamaan dubbel gepakt. Eerst door Legio Lease, daarna door de Stichting Leaseverlies. Het gaat wel om vijfenveertig euro, dat zijn ruim honderd oude guldens. Ze doen er voorlopig bar weinig voor”. Advocaat Schonewille zegt dat de stichting van het begin af duidelijk heeft gemaakt dat het niet voor individuen op kan treden en dat de rechterlijke macht overbelast zou raken van negentigduizend individuele rechtszaken.
Advocaat De Vries wendde zich voor zijn cliënten tot de stichting voor informatie, bijvoorbeeld de dagvaarding die ze hebben uitgebracht aan Dexia. “Via het verspreiden van die dagvaarding kun je knowhow delen. Hiermee zouden gedupeerden echt geholpen kunnen worden. Maar de dagvaarding krijgen we niet. In plaats daarvan hebben we een handleiding van een paar pagina’s gekregen met daarin basale informatie voor het voeren van verweer tegen de vordering van Dexia. Het meest opvallend in de handleiding is nog het advies een bepaalde stap niet te nemen omdat we anders de stichting in de wielen zouden rijden”.
Schonewille zegt de dagvaarding niet openbaar te willen maken omdat er aanzienlijke kosten zijn gemaakt voor het onderzoek. Kosten die aangeslotenen bij de stichting hebben gedragen en waarvan niet aangeslotenen gebruik zouden kunnen maken. Maar in dit geval gaat het om mensen die wel vijfenveertig euro hebben betaald. “Het vergroot ook de procesrisico’s voor het collectief”, zegt Schonewille. “Er zullen dan veel verschillende procedures worden gevoerd op veel verschillende wijzen over hetzelfde onderwerp. Dat maakt de kans op verschillende uitspraken aanzienlijk groter. Die situatie acht de stichting onwenselijk en in strijd met het belang van de aangeslotenen”. Tot nu toe hebben zich 60 mensen gemeld bij Vlaskamp & Van Loo. “Ik adviseer mensen die al zijn aangesloten bij Stichting Leaseverlies maar gewoon aangesloten te blijven, voor zover het ze niets extra’s kost. Mensen die nog juridische bijstand zoeken kunnen beter direct naar een advocaat”, zegt advocaat De Vries. “Maar wij kunnen er momenteel geen cliënten meer bij hebben in deze zaak”.

Wie als vertegenwoordiger van de pers contact zoekt met de stichting wordt doorverwezen naar adviesbureau Huijskens & Istha. Ook Charles Huijskens is regelmatig bij TROS Radar te gast. De stichting geeft openlijk aan dat het bestuur, de advocaten en de Raad van Toezicht allen salaris ontvangen maar over de hoogte daarvan wil Huijskens niets zeggen. “U noemt het salaris, ik noem het een vergoeding”.
Ook de hoogte van het tarief van zijn eigen adviesbureau en de kosten daarvan tot nu toe blijven onduidelijk. Dat tarief wordt door deskundigen geschat op vijftienhonderd euro per dag. “We kunnen er niet zomaar op los declareren”, zegt Huijskens voor RTV Noord Holland.

De reden voor de financiële geheimzinnigheid zou vooral strategisch zijn. Volgens mr. Schonewille is openheid niet gewenst omdat Dexia dan het juridische uithoudingsvermogen van Stichting Leaseverlies te goed zou kunnen inschatten. Verder wijst Schonewille op de “kwalitatief zeer hoogwaardige” Raad van Toezicht aan wie het bestuur van de Stichting Leaseverlies verantwoording moet afleggen en die het bestuur zowel gevraagd als ongevraagd adviseert. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) wordt door Charles Huijskens verder nog genoemd als kritische waakhond voor de activiteiten van de stichting. Ook in het algemeen bestuur van de VEB komen we jonkheer Mr. G. Hooft Graafland, de voorzitter van Stichting Leaseverlies weer tegen. Dat de Raad van Toezicht salaris ontvangt en Hooft Graafland een dubbelfunctie vervult doet blijkbaar aan de onafhankelijkheid van de beoordelingen niet af.

Ruim vier miljoen euro min veertigduizend euro rechtstreekse kosten voor de procedure plus de website. Het voor Dexia en gedupeerden van Legio Lease verborgen gedeelte blijven de salarissen van het bestuur en de Raad van Toezicht en de kosten van het bevriende advocatenkantoor Barents en Krans en adviesbureau Huijskens & Istha. Advocaat Schonewille laat tot slot nog weten dat de aangeslotenen er verzekerd van kunnen zijn dat er zeer zorgvuldig met hun bijdragen zal worden omgegaan en dat er nog voldoende middelen in kas zijn om de komende jaren door te procederen.