Zes miljoen boze polishouders doemen op voor verzekeraars
Ferry Haan

De acties tegen de beleggingspolissen van de verzekeraars stapelen zich op. Wie worden getroffen en wat is de slagingskans van claims? Vijf vragen over woekerpolissen.
 
Wat is er mis met de beleggingspolissen?
 
De grootste kritiek op de beleggingspolissen van de verzekeraars is dat niet zichtbaar is hoe hoog de kosten zijn. De polissen zijn vaak, maar niet altijd, gekoppeld aan hypotheken. De verzekeraar houdt bij de polissen vele kosten in, zoals beheerskosten, overstapkosten, administratiekosten en verkoopkosten. De premie voor de vaak eveneens gekoppelde levensverzekering, hoort valt hier ook onder. Deze premie wordt bijna nooit uitgesplitst opgegeven, zodat de klant niet weet hoeveel hij belegt en hoe hoog zijn verzekeringspremie is, stelt Anton Weenink, hoofd van de juridische afdeling van de vereniging Consument en Geldzaken (C & G). Volgens Weenink houdt de verzekeraar van elke 100 euro die wordt ingelegd in een beleggingspolis, tussen 20 en 25 procent in aan kosten. Bij sommige polissen zou het zelfs 40 tot 50 procent van de inleg bedragen over de eerste jaren. Over deze kosten hoeft de polishouder geen rendement te verwachten.
 
Wie worden mogelijk gedupeerd?
 
‘Dat is half Nederland’, zegt advocaat Jeroen Wendelgelst, voorzitter van de Stichting Woekerpolis. Weenink van C & G schat dat in Nederland 6 miljoen beleggingspolissen zijn afgesloten. Hij denkt dat er bij al deze polissen veel mis is, omdat geen verzekeraar in Nederland volledige openheid van zaken heeft gegeven over de kosten. Sterker nog, hij verwijst naar een rechtszaak tegen Interpolis. Hierin verdedigde deze verzekeraar zich door te beweren dat het bedrijf door als enige openheid te geven een concurrentienadeel zou oplopen. ‘Er is geen witte raaf onder de circa 60 aanbieders van dit soort beleggingspolissen’, aldus Weenink.
 
Wat moet een polishouder die zich gedupeerd voelt, doen?
 
Een gedupeerde polishouder kan terecht bij een aantal loketten. Sinds maandag is er de website Woekerpolisclaim.nl van advocaat Wendelgelst. Deze advocaat is bekend van het proces over het aandelenlease-product Sprintplan van Aegon, dat hij voert voor Consument en Geldzaken. Sinds vorige week vrijdag bestaat de website www.polisopheldering.nl. Hierachter zitten voor de verzekeringsbranche nog dreigender partijen, zoals de Vereniging Eigen Huis, de Consumentenbond, de vergelijkingswebsite Independer en de Vereniging van Effectenbezitters.
 
Al eerder, begin november, riep advocaat William Schonewille gedupeerden in het tv-programma Radar op zich bij hem te melden. Dat leverde 25 duizend gegadigden op. Schonewille procedeerde eerder succesvol voor de stichting Lease-verlies.
 
Wat is de slagingskans voor de claims?
 
Hoe meer gedupeerden zich melden, hoe groter de slagingskans, zo leert de ervaring. Hierbij ligt het gevaar van verjaring van een claim op de loer. Binnen vijf jaar na het ontstaan van de schade moet de polishouder in actie komen. Volgens Weenink van C & G wordt het een taai juridisch gevecht wanneer de verzekeraars niet in beweging komen. Hij wijst op een uitspraak tegen Interpolis over een lijfrentepolis. De verzekeraar werd veroordeeld tot het terugbetalen van 80 procent van de ingehouden kosten aan de polishouder. Interpolis is niet tegen deze uitspraak in beroep gegaan.
 
Begin volgend jaar zal de rechter zich uitspreken over het beleggingsproduct Koersplan van Aegon. In 2003 liep de Koersplan-polis af en kregen beleggers vaak minder uitgekeerd dan de som van alle premies gedurende vele jaren. Wanneer ook deze uitspraak uitvalt in het nadeel van de verzekeraar, verwacht Weenink dat het hek helemaal van de dam zal zijn.
 
Is de Woekerpolis-affaire groter dan de aandelenlease-affaire?
 
Voor sommige potentieel gedupeerden zeker, maar in schade per persoon zeker niet. De schade per polis beloopt maximaal enkel tienduizenden euro’s. Bij de aandelenlease verloren sommige gedupeerden tonnen.
 
De Stichting Woekerpolisclaim verwacht vooral een goede kans bij polissen die zijn afgesloten na 7 juli 1994. Toen werd een Europese Richtlijn van kracht die verzekeraars dwong volledige informatie te geven. Pas dit jaar geeft de financiële bijsluiter zo veel informatie, dat ‘niemand nog zo’n polis afsluit’, zegt Weenink.
 
(c) de Volkskrant