’Geloofwaardigheid van verzekeraar in
geding’
BRANCHE HOUDT VAST AAN
BELEGGINGSVERZEKERING
• door THEO BESTEMAN
AMSTERDAM – De geloofwaardigheid
van verzekeraars is in het geding, erkent het Verbond van Verzekeraars voor het
eerst. De kritiek van toezichthouder AFM op slecht renderende
beleggingsverzekeringen leidde tot onrust bij consument en politiek. „Veel
kritiek is ongefundeerd, maar er is voldoende reden tot onderzoek én een
koerswijziging”, reageert Niek Hoek, voorzitter van de brancheorganisatie en
topman van Delta Lloyd. Maar schuld bekennen, weigert hij. Per verzekerde wordt
onderzocht of de schade te herstellen is.
Hoek roept zijn leden vandaag
tijdens een verzekeringscongres op hun fouten te erkennen en klanten maximale
duidelijkheid te bieden. „Want zonder vertrouwen is er voor ons geen markt
meer.”
De kritiek van de
Autoriteit Financiële Markten (AFM) op het gebrek aan inzicht in kosten voor
beleggingsproducten is de verzekeraars zwaar gevallen. De AFM heeft verzekeraars
naar verluidt intern gewaarschuwd. Maar zo mogelijk meer nog steekt het
mediarumoer en de mogelijke schadeclaims van inmiddels 25.000 ’gedupeerden’ van
’woekerpolissen’.
„Dat woord
alleen al. Het beeld dat verzekeraars zakkenvullers zijn, is totaal misplaatst”,
zegt Hoek, die zich hiermee voor het eerst openlijk uitspreekt.
„Tegen onzin kunnen we ons
moeilijk verdedigen. We doen veel. Sinds de jaren zeventig hebben we een
klachtenregeling. Er is een onafhankelijke ombudsman. Vanaf 1998 bestaat een
gedragscode, een financiële bijsluiter per product waarin risico’s worden
toegelicht. Ik erken dat informatie aan de klant, naar de normen van vandaag met
kritischer klanten, transparanter
moet.”
De conclusies van de AFM
over de kostendoorrekening zijn toch helder, waarom bekent u geen
schuld?
„Dat doen we, maar
alleen na onderzoek. Daar waar het fout is gegaan, proberen we de schade te
herstellen. Voor beleggingsproducten hoeven we ons niet te schamen. Van
zakkenvullen is geen sprake: beleggingsverzekeringen leveren al jaren minder dan
1% rendement op.”
Maar kosten en
provisie worden van de inleg afgetrokken, de rest belegd. Dan valt het rendement
tegen.
„Over die kosten
bestaat veel misverstand. Beleggingsverzekeringen zijn complex. Die vereisen
advies, daar zit een prijskaartje aan. De overlijdensrisicodekking wordt nu als
inkomsten gepresenteerd. Maar voor die dekking worden prestaties
geleverd.”
Hoeveel verzekeraars heeft
het verbond al bestraffend
toegesproken?
„Als ik zie dat
iets niet goed gaat, spreek ik leden er op aan. Niet en plein publiek maar
intern en tot nu toe meerdere malen per jaar. Ik zie meer in structurele
verbeteringen. De verplichte financiële bijsluiter is nu helder. Maar het is de
vraag of de klant die begrijpt. Consumenten kijken niet altijd voldoende naar
wat ze aanschaffen. Aan een autoaankoop wordt meer tijd besteed dan aan een
pensioenpolis.”
Het product was
wel uw verantwoordelijkheid.
„Dat is zo, dus moet het nu beter.Dat de beleggingsopbrengst kan tegenvallen, is
een bekend en aanvaardbaar risico. Over kosten en provisie moeten we duidelijker
zijn.”
Wat zegt u tegen de
25.000 mensen die zich gedupeerd
voelen?
„Daar waar het heel
ongelukkig is uitgepakt en exceptionele kosten zijn gemaakt, gaan we polissen
nog eens netjes na. Elke verzekeraar voor zich. Er komt geen generale regeling,
er zijn wel vijftien categorieën aan producten. Maar bij exceptionele kosten
kijken we er opnieuw naar. We verwijzen daarbij expliciet naar
klachtenprocedures, en we onderzoeken of onze afspraken zijn
nageleefd.”
Waarom zo
laat?
„Dit vereist
zorgvuldigheid, geduld en tijd. De hele sector legt nu alle producten onder de
loep. De verzekeraars moeten klaar zijn voor publieke controle die we vroeger
niet gewend waren. Maar zonder grotere openheid geen vertrouwen, zonder
vertrouwen geen zaken.”