OM vindt Sprintplan Aegon niet
onwettig
Het Parool 21 oktober 2011
ALBERT DE LANGE
AMSTERDAM Het Openbaar Ministerie zet geen
vervolging in tegen Aegon wegens vermeende onrechtmatigheden rond het
beleggingsproduct Sprintplan.
Dat heeft justitie laten weten aan de Amsterdamse
advocaat Luc Jurgens, die aangifte deed tegen Aegon en vier advocaten van Allen
& Overy wegens het plegen van valsheid in geschrift in talloze civiele
rechtszaken, het bedriegen van rechters en, als gevolg daarvan, deelname aan een
criminele organisatie.
Jurgens, die zelf gedupeerde cliënten heeft en ook
optreedt namens de Vereniging Consument & Geldzaken met 21.000 gedupeerde
leden, beschuldigt Aegon ervan aanzienlijk bedragen te hebben uitgeleend aan
beleggers, tegen acht procent rente, en een groot deel van dat geld niet zoals
beloofd te hebben belegd. Het bedrag, ruim een miljard euro, werd volgens
Jurgens, die wordt gesteund door een registeraccountant, niet belegd, waardoor
het in feite een dure, nutteloze lening werd voor de beleggers.
Aegon heeft zelf aan het Sprintplan ongeveer een
half miljard euro verdiend, terwijl de beleggers als gevolg van ‘tegenvallende
beleggingen’, aldus Aegon geen enkel rendement behaalden, maar in vijf jaar wel
veertig procent van hun ‘inleg’ aan rente betaalden.
Justitie volgt de redenering van de raadsman niet.
Uit de aangifte en uit aanvullende gesprekken met een raadsman van Aegon
concludeert het OM op formeel-juridische gronden dat er onvoldoende reden is te
menen dat het bedrijf valsheid in geschrifte heeft gepleegd, dan wel rechters
heeft opgelicht, laat staan dat de bankverzekeraar een criminele organisatie is.
Advocaat Jurgens gaat ervan uit dat zijn stellingen
alsnog bewezen zullen worden door onderzoek dat de Autoriteit Financiële Markten
naar de handelwijze van Aegon heeft ingesteld. Hij betitelt de uitblijvende
vervolging als het ‘verlenen van strafrechtelijke immuniteit’ aan Aegon, zijn
bestuurders en advocaten. In een reactie aan het OM schrijft hij: ‘Voor ernstige
strafbare misdrijven wordt feitelijke strafrechtelijke immuniteit verleend,
klaarblijkelijk omdat de belangen die voor de Aegongroep en daarmee de
strategische belangen van onze samenleving op het spel staan vele malen groter
worden geacht dan de financiële belangen van de ongeveer 120.000 deelnemende
Sprintplanners.’
Hij vindt het wenselijk dat justitie aan deze
‘immuniteit’ de voorwaarde verbindt dat Aegon Bank N.V. aan alle ongeveer
120.000 deelnemende Sprintplanners, in stilte desgewenst, het daadwerkelijke
nadeel zal terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente. Anders zal hij de
zaak aanhangig maken bij het gerechtshof in Den Haag.
Copyright: Patrick
Meershoek