De
vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer buigt zich over de
consumentenbescherming bij aandelenlease constructies. De vraag is in hoeverre
de overheid bescherming kan bieden tegen ondoorzichtige
aandelenproducten.
Sinds
vorig jaar bestaat er grote onrust onder honderdduizenden mensen die met geleend
geld belegden. De minister van Financiën liet weten dat er in 2001 700.000
contracten uitstonden met een totale contractwaarde van 6,5 miljard euro. In
elke straat in Nederland hadden verschillende gezinnen toen één of meer
aandelenlease plannen - met namen als Winstverdriedubbelaar - in hun
bezit.
In
beginsel betreft het hier gewone privaatrechtelijke contracten, waar de politiek
en de overheid eigenlijk buiten staan. De beslissing om wel of niet op de beurs
te beleggen is ieders eigen verantwoordelijkheid. Er kan dan ook geen sprake van
zijn dat de overheid de leaseverliezen gaat vergoeden. Dat zou ook een verkeerd
signaal zijn richting de belastingbetalers die dergelijke risico's niet zijn
aangegaan. Speculeren zou dan immers beloond worden.
Recht
op bescherming
Aan
de andere kant heeft de consument recht op een zekere bescherming tegen
marktpartijen met een grote informatievoorsprong. Het is niet voor niets dat
voor complexe financiële producten de 'financiële bijsluiter' verplicht is
gesteld. De informatievoorziening door Legio Lease en andere bedrijven lijkt
tekortgeschoten te zijn. De Autoriteit Financiële Markten (AFM, toen nog STE)
spreekt in een persbericht van 9 mei 2001 al van 'misleidende reclame-uitingen'
door aanbieders van aandelenlease producten. Veel zaken roepen grote twijfels
op: de agressieve verkoopmethodes, de rendementsberekeningen, het ontbreken van
informatie over de fiscale gevolgen van het Belastingplan 2001, het gebrek aan
risicodiversificatie binnen de aangekochte aandelenportefeuilles, de zorgplicht
en het gemak waarmee krediet werd verstrekt.
Gedupeerden
vinden dat banken de zorgplicht niet goed hebben nageleefd. De PvdA heeft het
plan gelanceerd om een raad van wijzen in te stellen die de problemen zou moeten
bekijken en op moet zoek gaan naar een schikking waarin alle partijen zich
kunnen vinden. De belangenbehartigers van enkele tienduizenden beleggers
reageerden positief en willen opnieuw in gesprek. De stichtingen Leaseverlies en
Eegalease, de Consumentenbond en de Vereniging van Effectenbezitters verwachten
dat een raad van wijzen de discussie weer vlot kan trekken. Dexia Bank Nederland
ziet weinig ruimte voor nieuwe gesprekken. De bank heeft bijna 500 miljoen euro
uitgetrokken om beleggers tegemoet te komen.
Minister
Zalm heeft voorgesteld om het Dutch Securities Institute (DSI), een
onafhankelijke geschillencommissie voor de beurs, een oordeel te laten vellen
over de wijze waarop de producten aan de man zijn gebracht. Het DSI sloot
afgelopen jaar juist zijn deuren voor individuele lease-klachten, omdat het
overspoeld dreigde te raken.
Eindelijk
inmenging politiek
Vanuit
de politiek kregen beleggers voorheen weinig steun. In antwoord op eerdere
kamervragen wees de minister van Financiën op hun eigen verantwoordelijkheid.
Veel beleggers laten het er niet bij zitten en zijn naar de rechter gestapt. De
belangenclubs dreigen aanbieders, waaronder Dexia bank, met miljoenenclaims.
Eerdere pogingen om tot een vergelijk te komen mislukten, waarop de financiële
instellingen afspraken zijn gaan maken met individuele
beleggers.
Taken
van de commissie
De
commissie van zou ten eerste, eventueel samen met de Ombudsman, nog eens
neutrale en onafhankelijke voorlichting kunnen organiseren over onder andere de
afbetalingsregelingen die de gedupeerden nu aangeboden krijgen en de aanpak van
de schuldsanering. Immers, de verkopers van de contracten hebben per definitie
een geloofwaardigheidsprobleem.
Verder
zou de commissie nog eens goed moeten kijken naar de verdeling van opbrengsten,
kosten en risico's. Wie heeft er geld verdiend en wie liep alle risico's? Vast
staat dat Dexia, Aegon en Fortis jaarlijks vele miljoenen euro's aan provisie en
rente-inkomsten hebben binnengehaald, zonder zelf veel risico te lopen. Het zou
juist zijn als zij een deel van dit geld zouden besteden aan het compenseren van
de financiële schade, in ieder geval bij de meest schrijnende gevallen, waarbij
de huidige 'hardheidclausule' niet ver genoeg lijkt te
gaan.
De
beste oplossing zou echter zijn dat, door druk van het ministerie en de
commissie van wijzen, Dexia Bank en de Stichting Leaseverlies de eerder
afgebroken onderhandelingen weer zouden hervatten en tot een voor iedereen
aanvaardbare schikking komen. Dit voorkomt jarenlange procedures en verdere
juridisering. Dit legt wel een bijzondere verantwoordelijkheid bij de
stichtingen die de leasebeleggers vertegenwoordigen. Zij lijken vele gedupeerden
achter zich te hebben en daarmee een sterke prikkel en de financiële middelen om
eindeloos te gaan procederen. Het lijkt voor alle partijen wenselijker om een
redelijke schikking te treffen dan jarenlange juridische procedures aan te
gaan.
Lessen
voor Den Haag
Lessen
voor Den Haag en de toezichthouders zijn verder dat reclame- en
informatievoorschriften heroverwogen moeten worden, en daar waar nodig
aangescherpt. De evaluatie van de financiële bijsluiter zou naar voren moeten
worden gehaald, omdat deze door lang niet iedereen als verhelderend wordt
ervaren. Iedere vorm van misleiding zou uitgesloten moeten worden. Voorkomen is
tenslotte nog altijd beter dan genezen.