Beleggers beter af met
Grondwet
Publicatiedatum: 30-5-2005
Ko van Gend
De Europese Grondwet biedt particuliere
beleggers meer bescherming dan onze eigen wetgeving. Dus zij zouden voor het
grondwettelijke Verdrag moeten stemmen.
Voor het verkrijgen van een overwogen standpunt heb
ik het grondwettelijke Verdrag gelezen met een door de overheid van mij
verlangde oplettende omzichtigheid. Ik kom tot de volgende overwegingen. Onder
de gedeelde bevoegdheid van de Europese Unie valt de consumentenbescherming -
artikel I-14 - en geniet het gezin tevens bescherming op juridisch, economisch
en het sociale vlak - II-93. De economische belangen van consumenten worden
expliciet in het deel Consumentenbescherming genoemd.
Ook in de artikelen III-120 en III-121 komt de
consumentenbescherming aan bod. De verwijzing in artikel 122 naar artikel
III-167 kan vooral voor gedupeerden in de aandelenlease-affaire in positieve zin
worden uitgelegd. Hierin wordt onder meer aangegeven dat de Nederlandse Staat
bevoegd is middelen vrij te maken om een ernstige verstoring in de eigen
economie op te heffen. Met het oog op de door de door de EU gewenste
liberalisering van onder andere bankdiensten - artikel III-146 - kan alleen van
beleggerbescherming sprake zijn als Europese richtlijnen in alle opzichten
strikt worden gevolgd.
De Europese Grondwet maakt het wellicht mogelijk de
al in Europese richtlijnen verplicht gestelde bescherming van de particuliere
belegger daadwerkelijk afdoende te effectueren. Vooral zijn banken verplicht bij
de onderhandelingen met hun cliënten op passende wijze alle dienstige informatie
te verschaffen, waaronder expliciet is begrepen het verstrekken van kredieten en
leningen. Helaas zijn deze Europese richtlijnen tot vandaag niet in onze
wetgeving geïncorporeerd. Zij vormen slechts een deel van de door de
toezichthouder opgestelde lagere regelgeving.
Was het vijftig jaar geleden nog bij wet verboden
om met geleend geld te beleggen, zo verkeren we nu in een situatie waarin door
het huidige beleid de kwetsbaarheid van particuliere beleggers onverantwoord is
toegenomen. Wel wordt gaandeweg duidelijk dat de Europese richtlijnen steeds
vaker door rechters ten gunste van de belegger worden uitgelegd. De complexiteit
van de onderhavige wet- en regelgeving is er de oorzaak van dat niet iedere
belegger zich op het noodzakelijke juridische niveau kan laten bijstaan en zijn
ook belangenverenigingen afhankelijk van de kwaliteit van hun juridisch
adviseurs.
Het is onverstandig het grondwettelijk Verdrag te
zien als een complot tegen de burgers. Het is een uitgebalanceerd compromis
tussen de bescherming van maatschappelijk gedefinieerde waarden en een open
markt met vrije concurrentie. Eenduidige regelgeving in een Europees verband
voorkomt niet alleen oneerlijke concurrentie, maar beschermt bovenal burgers.
Instemmen met de Europese Grondwet vergroot de kans
dat de beleggerbescherming in Nederland versneld in overeenstemming wordt
gebracht met de andere lidstaten van de Europese Unie. Het is te hopen dat we de
irrationele aandrang om nee te stemmen kunnen onderdrukken. We moeten ons
realiseren dat de Nederlandse burger op juridisch, economisch en sociaal gebied
beter beschermd is als we voor de Europese Grondwet stemmen.
Ko van Gend is rijksambtenaar.
Kwetsbaarheid belegger
> Vijftig jaar
geleden bij wet verboden met geleend geld te beleggen
> Nu kwetsbaarheid van particuliere beleggers
onverantwoord groot
> Banken zijn verplicht alle dienstige
informatie te verschaffen, vooral bij kredieten en leningen
> Dergelijke Europese regels zijn niet in onze
wetgeving geïncorporeerd
> Mogelijk kan de Grondwet die richtlijnen
effectueren
Copyright (c) 2005 Het Financieele Dagblad