Zorgplicht wordt Waterloo
effectenleaseaanbieders
De Telegraaf 15 Maart 2007
De zorgplicht. Dat wordt het Waterloo van
de uitgevers van effectenleaseproducten. Die voorspelling mag je volgens mij
best met een grote mate van zekerheid doen na de uitspraak van het Amsterdamse
Gerechtshof in twee zaken van leasebeleggers tegen Dexia als grootste uitgever
van leaseproducten en de tussenpersonen die die producten hebben
verkocht.
Het gaat om de zorgplicht tegenover klanten als
kredietverschaffer maar ook als deskundige dienstverlener op effectengebied. In
de zogenoemde Duisenberg-regeling, gericht op het snel afwikkelen van
effectenlease contracten, komen die twee zorgterreinen nauwelijks of niet aan de
orde. Het niet nakomen van de zorgplicht zal in de praktijk echter eerder regel
dan uitzondering zijn geweest. Dexia heeft een van de twee zaken voor het Hof
geheel, en de ander gedeeltelijk verloren.
Afgaande op de uitspraken van het
Amsterdamse Hof mag je als leasebelegger op ontbinding van het contract rekenen
wanneer je in redelijke mate kunt aantonen dat je de zorg op beide terreinen wel
degelijk nodig had gehad. Je had bijvoorbeeld bij het afsluiten van het contract
geen verstand van of ervaring in het beleggen in effecten. Dat betekent al gauw
dat je geen of beperkte mogelijkheden had om de strekking van een leasecontract
echt te doorgronden. Of er is helemaal niet gekeken naar de mogelijkheden om een
eventuele restschuld bij afloop van het contract te kunnen afbetalen.
Wie
als leasebelegger zijn eigen situatie herkent, doet er goed aan de
Duisenberg-regeling niet te aanvaarden, ook al is die door hetzelfde Amsterdamse
Hof verbindend verklaard. Gewoon gebruik maken van de zogenoemde 'opt out'
regeling en aansluiten bij de inmiddels al lange rij procesgangers. Voor wat
betreft de geheel verloren zaak gaat Dexia in cassatie bij de Hoge Raad. Het
lijkt mij echter dat men dan bij 'de duvel te biecht' gaat. In eerdere gevallen
bleek immers dat ook de Hoge Raad zeer zwaar aan de zorgplicht tilt. Het
klachteninstituut voor effectenzaken DSI heeft mede op basis van uitspraken van
de Hoge Raad met betrekking tot de zorgplicht ook al ten nadele van Dexia
geoordeeld.
Hoewel het in de door Dexia verloren zaak om een handtekeningen
kwestie gaat, is ook daar de zorgplicht in wezen wel degelijk aan de orde.
Draagkracht toetsen
Wie een
lening wil aangaan, bijvoorbeeld voor de aankoop of verbouwing van een huis, de
aankoop van een auto, enzovoort, zal in staat moeten zijn de verplichtingen,
zoals betalen van rente en aflossing, na te komen. De bank of andere financier
bij wie de lening wordt aangevraagd, zal altijd onderzoeken hoe het met de kans
op het nakomen van die verplichtingen staat. Dat is logisch, zo zou je denken.
Men wil op z'n minst de redelijke zekerheid hebben dat het geld inclusief rente
terugkomt.
Het is niet alleen logisch. In Nederland zijn de banken of andere
financiers eenvoudigweg wettelijk verplicht zo'n onderzoek in te stellen. Dit
ter bescherming van de particuliere geldvragers. De bescherming is erop gericht
zoveel mogelijk te voorkomen dat zij zich onverantwoord veel financiële lasten
op de hals halen. Het onderzoek moet plaatsvinden in het kader van wat de
zorgplicht van financiële instellingen wordt genoemd.
Het onderzoek betreft
onder meer de financiële draagkracht van de kredietvrager. Daarbij kunnen we
denken aan het eigen vermogen van de kredietvrager, maar vooral aan het
redelijkerwijs voor rente en aflossing vrij besteedbare inkomen en de mogelijke
toekomstige ontwikkeling daarvan. Het gaat om inkomen na aftrek van de reeds
bestaande vaste lasten zoals huishuur of hypotheeklasten en het geld dat je
minimaal nodig hebt om te kunnen leven. En ook na aftrek van reeds bestaande
andere financiële verplichtingen. Vandaar dat een bank verplicht is op z'n minst
bij het BKR, Bureau Krediet Registratie, te informeren of en in hoeverre de
kredietvrager reeds leningen met financiële verplichtingen heeft lopen.
De
verplichting tot onderzoek naar de financiële draagkracht van de particuliere
kredietvrager is niet beperkt tot alleen de financiële instellingen. Ook wanneer
je bijvoorbeeld iets wil kopen op afbetaling, bijvoorbeeld een auto of iets
leuks bij een postorderbedrijf, moet de financiële draagkracht op ongeveer
dezelfde manier worden onderzocht. In principe mag je in het kader van de
zorgplicht gewoon geen krediet geven wanneer de kredietvrager uiteindelijk over
te weinig draagkracht blijkt te beschikken. Als je dat wél doet dan breng je
immers de vrager onvermijdelijk in de problemen.
Effectenzorgplicht
De
zorgplicht op het gebied van effecten komt aan de orde wanneer de klant
bijvoorbeeld in opties wil gaan handelen. Meestal wordt om die reden een apart
contract met de klant afgesloten, waarbij de klant kenbaar maakt de risico's te
doorgronden. Daarnaast wordt het in kader van de zorgplicht voor de bank of
commissionair oppassen geblazen, wanneer de klant rood gaat staan op basis van
de waarde van gekochte effecten. Het punt is nu eenmaal dat de waarde van
effecten wordt bepaald door vraag en aanbod op de markt. Is er aanbod maar in
het geheel geen vraag dan daalt de waarde onvermijdelijk tot nul cent en blijft
de klant met een ongedekt en dus af te lossen krediet zitten. Vandaar dat
doorgaans aan bijvoorbeeld opties geen waarde wordt toegekend als dekking voor
een effectenkrediet.
Ook trekken de financiële instellingen de teugels
strakker aan op het punt van krediet op basis van de waarde van aandelen en
obligaties. De praktijk van tegenwoordig is dat men met het oog op de zorgplicht
aan onervaren beleggers liever helemaal geen krediet meer verstrekt op basis van
de waarde van de gekochte aandelen. Dit mede vanwege de kans dat de klant het
risico van het beleggen in aandelen in combinatie met een effectenkrediet
nauwelijks of niet had kunnen inschatten en vervolgens met succes een beroep op
het ontbreken van waarschuwingen en dergelijke kan doen.
Zorgplicht effectenlease
Wanneer we dit hele verhaal loslaten op de effectenlease producten kunnen we
gemakkelijk constateren dat daar zowel de zorgplicht als kredietverschaffer als
de zorgplicht op effectengebied aan de orde is. Verkopers van de producten
moeten dus om te beginnen onderzoeken of de klant voldoende op de hoogte is van
de risico's van het beleggen in aandelen. Dus bijvoorbeeld ook van het risico
dat de waarde in principe tot nul cent kan dalen. En als de klant daarvan niet
op de hoogte is, dan zullen ze hem of haar nadrukkelijk daarop moeten wijzen.
Het zal bijvoorbeeld gewoon keihard in de brochure of de aanbieding moeten
staan.
Het risico van waardedaling en in veel gevallen daarmee het risico
van een restschuld aan het eind van de rit levert vervolgens de zorgplicht als
kredietverschaffer op. De verkopers zullen dan ook op voorhand moeten
onderzoeken of de klant inderdaad wel in staat is om een eventuele restschuld
aan het eind van de rit wel kan opbrengen. Ook wanneer de onderliggende aandelen
uiteindelijk nul cent blijken op te brengen.
'Nul-zorg'
Zelf ben ik nul
brochures of aanbiedingen over leaseproducten tegengekomen waarin de
mogelijkheid van een restschuld luid en duidelijk wordt aangegeven. Ook ben ik
nul leasebeleggers tegengekomen aan wie gevraagd is of en hoeverre men ervaring
had met het beleggen in aandelen en met de risico's daarvan. Of meestal de
draagkracht van potentiële leasebeleggers met het oog op een mogelijke
restschuld op voorhand werd onderzocht, kan ik niet concreet aangeven. Ik waag
het zeer te betwijfelen. Kortom: een pakket nul-zorg. Probeer dat als Dexia of
andere als deskundig geachte financiële instelling voor de Hoge Raad of welke
gerechtelijke instantie dan ook maar eens goed te praten.
Joop Nederstigt is onafhankelijk
beleggingsdeskundige.
© 1996-2007 Uitgeversmaatschappij De Telegraaf
B.V., Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.