Beleggers doen aangifte tegen Dexia wegens fraude
 
De Twentsche Courant Tubantia 12 mei 2006
 
AMSTERDAM - Ruim twintigduizend beleggers in aandelenleaseproducten beschuldigen Dexia Bank Nederland van fraude. De Stichting Platform Aandelenlease (PAL), die de beleggers vertegenwoordigt, heeft bij het Openbaar Ministerie aangifte gedaan. Volgens de stichting heeft Dexia met het ingelegde geld nooit aandelen gekocht. De bank noemt de beschuldiging 'een broodje-aapverhaal'.
Voorzitter Piet Koremans van de stichting zegt al twee jaar met de aangifte bezig te zijn. 'Wij vermoeden al langer dat Dexia nooit aandelen heeft gekocht, maar met optieconstructies heeft gewerkt.'
PAL heeft Dexia diverse malen gevraagd nota's van de aan- en verkoop van aandelen aan cliënten te verstrekken. Dat is volgens de stichting tot op heden niet gebeurd.
Een woordvoerder van Dexia wijst de beschuldiging resoluut van de hand. 'In Nederland is er zoveel toezicht op de financiële markt. Je zult wel gek zijn om zoiets te bedenken. Daarnaast hebben we aan betrokken partijen een dik dossier over de gang van zaken overhandigd. Misschien niet aan de Stichting Platform Aandelenlease. Maar voor ons zijn zij geen gesprekspartner.' Uitgerekend deze week maakte Dexia bekend dat gebruikers van aandelenleaseproducten hun langlopende contracten makkelijker kunnen openbreken. Bij voortijdige beëindiging behouden de beleggers met geleend geld recht op een vergoeding van hun restschuld.
De regeling is overeengekomen met de Stichting Leaseverlies, de Consumentenbond en de Vereniging van Effectenbezitters, en geldt voor ongeveer zeventigduizend klanten van Dexia. De afspraak is een uitbreiding van de Duisenberg-regeling, die vorig jaar onder regie van de wijlen oud-president van de Europese Centrale Bank tot stand kwam. Die gold toen nog niet voor beleggers die hun contract voortijdig beëindigden.
Dexia was in de jaren negentig en begin 2000 de grootste aanbieder van aandelenleaseproducten, waarmee particulieren met geleend geld hun geluk zochten op de beurs. Op het hoogtepunt van de markt hadden 700.000 mensen voor 6,5 miljard euro aan beleggingen met geleend geld. Door de dalende aandelenkoersen kwam het merendeel echter met een restschuld te zitten. Zij begonnen talloze rechtszaken omdat zij meenden niet goed te zijn voorgelicht. De Duisenberg-regeling moest aan de juridische strijd een einde maken, maar een groot aantal gedupeerde beleggers - onder meer verenigd in de stichting PAL - blijft strijden voor een volledige teruggave van het ingelegde geld.
 
© De Twentsche Courant Tubantia