DSB Bank
 
Als Scheringa ons moet redden...
 
Door: Jan-Hein Strop
Gepubliceerd: gisteren 00:41
Update: gisteren 00:42
 
Is DSB-baas Dirk Scheringa geschikt als ‘crisisminister’?
 
Dirk Scheringa, de baas en eigenaar van DSB Bank, heeft zich opgeworpen als de redder van Nederland. De koning van de volksleningen zegt voor twee jaar beschikbaar te zijn als ‘crisisminister op financieel gebied’. In een interview met de Volkskrant vorige week glimt hij van trots nu hij door de elite is erkend als bankier.
 
Dat juist Scheringa zich tijdens de kredietcrisis als redder opwerpt is toch wel opmerkelijk. Diverse advocaten, blijkt uit een inventarisatie van De Pers, verdienen een goed belegde boterham aan DSB-klanten die zijn opgezadeld met het soort hypotheken waar de kredietcrisis mee begon: veel te hoge leningen aan mensen die ze niet kunnen betalen. Wie DSB over de jaren heeft gevolgd – van kleine kredietverlener tot echte bank met een serieus aandeel op de hypotheekmarkt – weet hoe de voormalig politieagent groot is geworden: met agressieve marketing en contracten met veel kleine lettertjes. Als er iemand heeft bijgedragen aan onverantwoord leengedrag dan is het Scheringa.
 
De officiële, interne missie van DSB en haar vele dochters (Frisia, Postkrediet, Becam, Lenen.nl, etc.) luidt: ‘De beste consumentenbank van Nederland zijn door de klant eenvoudige financiële producten aan te bieden tegen de meest aantrekkelijke tarieven.’ Het zal voor veel (ex-)klanten van DSB als een gotspe in de oren klinken, en dan vooral voor de mensen die dachten bij DSB een ‘aantrekkelijke’ hypotheeklening te hebben afgesloten.
 

Onderzoek DSB-hypotheken
 
Eén voor de prijs van twee
 
Door: Jan Hein Strop
Gepubliceerd: zondag 8 maart 2009 22:31
Update: gisteren 00:29
 
Wie bij DSB Bank een hypotheeklening neemt, krijgt daar vaak allerlei verzekeringenbij. Die praktijk maakt steeds meer slachtoffers. ‘Mensen kunnen hun huis verliezen.’
 
Bij het verlenen van hypotheken, een financieel complex product waar mensen vaak tientallen jaren aan vastzitten, rust er een wettelijke verantwoordelijkheid op banken om de klant goed voor te lichten (‘zorgplicht’). DSB, eigendom van Dirk Scheringa, heeft daar een geheel eigen interpretatie van. Voor de Wognumse bank, die naar eigen zeggen de beste consumentenbank van Nederland wil zijn, zijn hypotheekleningen hét instrument om daaraan gerelateerde woonlasten- en kapitaalverzekeringen te verkopen. Deze vaak onnodige verzekeringen zijn schreeuwend duur voor consumenten, maar aantrekkelijk voor de bank.
 
Uit de dossiers van gedupeerde DSB-klanten in bezit van deze krant blijkt dat de bank er geen bezwaar tegen lijkt te hebben hypotheekgevers (huiseigenaren) op te zadelen met soms wel acht overlijdensrisicoverzekeringen. ‘Zo zit het model in elkaar’, zegt een oud-medewerker van DSB die anoniem wil blijven. ‘Mensen lokken met een actietarief en dan veel verdienen op die verzekeringen, dat is de bedoeling. De marketingjongens zeiden: de mensen trappen er in. Die wisten dat die lage rente alleen maar een lokkertje was.’ Het is maar de vraag of DSB zich daarmee niet schuldig maakt aan verboden koppelverkoop; een praktijk (waarvan ook andere banken verdacht worden) die door Kamerleden onlangs bij de ministers van Financiën en Economische Zaken is aangekaart.
 
Neem het geval van Marga Heesters, die na veel moeite en met hulp van een advocaat inmiddels geen klant meer is van Scheringa. Gelokt door het lage rentetarief, nam ze enkele jaren geleden contact op met DSB. Enigszins schaamtevol erkent ze volledig te zijn overbluft door de verkoper. ‘Hij kalkte getallen op een papier waaruit zou blijken dat we goedkoper af waren en zei dat we nu moesten tekenen. Anders zou de renteaanbieding niet meer geldig zijn. De voorwaarden had hij niet bij zich.’ Heesters wil anderen graag waarschuwen nooit met de schaatssponsor in zee te gaan, omdat ze ondanks beloftes van lage maandlasten uiteindelijk veel duurder uit bleek dan haar voorgeschoteld was. Pas achteraf werd duidelijk dat ze naast de hypotheeklening ook een viertal overlijdensrisicoverzekeringen had gekocht, die ze helemaal niet nodig had. Bij haar vorige hypotheek had Heesters namelijk al een goed dekkende verzekering afgesloten. Anders dan bij veel andere polissen, moest Heesters voor de DSB-polissen niet maandelijks premie betalen, maar – let op, hier zit de crux – alle premies in één keer. Zo’n constructie heet een ‘koopsompolis’. Om de polissen in één keer te kunnen afbetalen moest Heesters tienduizenden euro’s extra lenen van DSB. Voor deze truc werd haar hypotheeklening – en die van talloze andere klanten – verhoogd met het premiebedrag.
 
Voor DSB zijn die verzekeringen tegen koopsom big business: ze zijn in vergelijking met concurrenten niet alleen fors duurder, de opgekrikte hypotheeklening levert ook meer rente op. Voor de klant pakt het minder gunstig uit, ook omdat de extra rente niet aftrekbaar is van de belasting.
 
Opgepompte leningen
 
Dit opkrikken van hypotheekleningen tot ver boven de norm is gevaarlijk. Normaal gesproken verstrekt een bank geen hypotheeklening die boven 125 procent van de zogeheten executiewaarde van een huis (de geschatte waarde van een huis bij gedwongen verkoop) uitkomt: voor de bank is dat te risicovol. Hypotheekgevers die dankzij DSB zo’n opgepompte lening hebben, kunnen daardoor nooit meer overstappen naar een andere bank, omdat er onvoldoende onderpand is.
 
Verboden is het strikt genomen niet, maar de gevolgen kunnen voor de consument schadelijk zijn. Want als een hypotheekgever dan toch zijn DSB-lening wil ‘oversluiten’ bij een andere bank, blijft hij zitten met een restschuld. Een deel van de lening (alles boven de 125 procent executiewaarde) is immers niet financierbaar bij de andere bank. In de nu dalende huizenmarkt is dit probleem natuurlijk ernstiger, aangezien het onderpand – het huis – minder waard wordt.
 
En mochten mensen tóch weg willen bij DSB, dan is er nog een andere hinderpaal. Als enige bank in Nederland hanteert de prijsvechter een boetetarief van 3,5 procent als de klant binnen 120 maanden de hypotheek (eerste in rang) vervroegd aflost en vertrekt (voor een tweede hypotheek geldt zelfs een boete van 5 procent). Zo kan DSB na de eerste rentevaste periode (vaak niet langer dan vijf jaar) nagenoeg ongelimiteerd de rente verhogen, omdat oversluiten van de hypotheek dankzij de boete te duur is.
 
De klant zit gevangen in het web dat Scheringa zorgvuldig heeft gespannen.
 
De advocaat van Heesters, Mr. Ernst Hattink te Cuijck, noemt de verkooptechniek ‘behoorlijk agressief’ en een vorm van ‘provisiejagen’: ‘Bij DSB krijgt niemand een offerte, alleen maar een paar krabbels op papier. Het kan allemaal veel goedkoper, zeggen ze dan.’ Hij beschouwt de koopsompolissen als het grootste kwaad, omdat die door de te hoge hypotheken die er het gevolg van zijn, kunnen leiden tot grote financiële problemen. ‘Mensen kunnen hun huis verliezen’, zegt Hattink die naast Heesters nog acht andere rechtszaken tegen DSB in voorbereiding heeft. De problematiek is in alle gevallen hetzelfde, zegt de advocaat: geen offerte, onnodige verzekeringen met hoge provisiekosten en dure koopsompolissen die in één keer betaald moesten worden.
 
De problemen van de cliënten van Hattink lijken niet op zichzelf te staan. Financieel intermediair FC&S uit Druten probeert mensen met een te dure DSB-hypotheek aan een andere hypotheeklening te helpen. Er hebben zich volgens eigenaar Jelle Hendrickx al zo’n honderd gedupeerden gemeld, die overwegen tot juridische actie over te gaan. ‘Overal zie je hetzelfde patroon’, zegt hij. ‘Mensen komen in een soort financieel doolhof terecht.’
 
Mr. Maarten Meijer, advocaat te Haarlem, heeft drie van deze gedupeerden als cliënt en heeft procedures aanhangig gemaakt. ‘Mensen werden gelokt met actietarieven en blijven met enorme schadeposten zitten’, zegt Meijer, die de nodige ervaring heeft met de bank uit Wognum. De manier waarop DSB hypotheken verkoopt doet hem sterk denken aan de wijze waarop de bank jarenlang effectenleaseproducten (Hollands Welvaren Select) aan de man bracht: nauwelijks waarschuwing voor de risico’s en het vrijwel negeren van de inkomenssituatie van de klant.
 
Sinds 2005 heeft Meijer zestig effectenlease-zaken in behandeling genomen, die in acht gevallen leidden tot de vaststelling dat DSB haar wettelijke zorgplicht had geschonden. Dertig zaken lopen nog, in de meeste overige gevallen is het geschil geschikt. Alleen de eerste twee zaken verloor Meijer, die hoopt dat hij naast schending van de zorgplicht ook hard kan maken dat DSB zich schuldig maakt aan koppelverkoop.
 
Alleen de omzet telt
 
In wat voor bedrijfscultuur is de handelswijze van DSB tot bloei gekomen? Uit gesprekken met oud-medewerkers doemt een beeld op van een bedrijf waar heel scherp op kosten wordt gestuurd, het verloop zeldzaam hoog is en de afdeling juridische zaken vol bemand is. ‘De kern van het interne probleem is de beloningsstructuur. Verkopers kregen een laag basissalaris, dat ze moesten aanvullen met provisie. In een verhouding tot 30/70’, zegt een oud-medewerker van DSB die niet met zijn naam in de krant wil. ‘De kruisverkoop hypotheekleningen van polissen is lucratief voor de verkoper én DSB Bank. Ook was het een sport om de talloze dochterbedrijven tegen elkaar op te zetten, die konden doen wat ze wilden, het enige wat telde was omzet halen.’
 
‘Een andere weeffout in het systeem’, vervolgt de oud-medewerker, ‘is de manier waarop het wettelijk verplichte klantprofiel (een overzicht van financiële situatie van een klant, red.) werd opgesteld. De adviseur is verantwoordelijk voor het compleet aanleveren van het dossier voor beoordeling, maar in het verleden werd dat in de praktijk vaker overgelaten aan een verkoopassistente, zodat adviseurs meer buiten de deur konden zijn.’
 
Zo is onze zelfverklaarde ‘crisisminister’ een serieuze speler geworden op de Nederlandse hypotheekmarkt – dat doel is gehaald. Of DSB er ook in is geslaagd de beste consumentenbank van Nederland te worden, die ‘eenvoudige’ financiële producten aanbiedt tegen de ‘meest aantrekkelijke’ tarieven, daarover zijn de meningen nog verdeeld. De rechtbank Alkmaar heeft aan die missie in ieder geval haar handen vol.
 
De naam Marga Heesters is om privacy-redenen gefingeerd.
 

VVD-bolwerk
 
DSB Bank is een echt VVD-bolwerk. Nu oud-minister Gerrit Zalm is afgezwaaid als CFO van de bank, komt er alweer een voormalig minister van de partij in de top van DSB: vanaf 15 maart is Frank de Grave de hoogste boekhouder in rang. Daar zal de raad van commissarissen, bevolkt door de VVD-prominenten Robin Linschoten en Ed Nijpels, blij mee zijn.
 
De Grave kan namens Scheringa op niveau overleg gaan voeren met Hans Hoogervorst (VVD), de baas van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dat is wel nodig, want de relatie tussen AFM en DSB Bank is zacht gezegd niet geweldig: al jarenlang spelen conflicten die tot aan de rechter zijn uitgevochten. Maar juist De Grave zou bij Hoogervorst de plooien kunnen gladstrijken. Als voormalig minister van Volksgezondheid was het nota bene Hoogervorst zelf die De Grave twee jaar terug installeerde tot voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit, een benoeming die volgens de Nationale Ombudsman de ‘schijn van partijdigheid’ had. De naam Marga Heesters is om privacyredenen gefingeerd.
 
DSB en de kredietcrisis
 
Hoe DSB er financieel voor staat is een lastig te beantwoorden vraag. De niet-beursgenoteerde onderneming publiceert geen kwartaalcijfers, maar alleen een jaarverslag dat nog niet gepubliceerd is. Volgens onlangs vrijgegeven voorlopige jaarcijfers maakte de bank in 2008 een netto jaarwinst van 50 miljoen euro en is het eigen vermogen gegroeid.
 
Feit is dat DSB na het binnenhalen van Gerrit Zalm als CFO veel spaargeld (teller staat op 4,5 miljard euro) heeft aangetrokken, maar het is wel de vraag in hoeverre dat geld op een zinvolle manier is weggezet. Zoals bekend is door het inzakken van de huizenmarkt ook de hypotheekmarkt geraakt. Bovendien heeft DSB ook juridisch niet meer dezelfde vrijheid van handelen als voorheen. Er zijn sinds dit jaar nieuwe, strengere regels in werking getreden, waardoor DSB ook voor het verstrekken van verzekeringen een klantprofiel moet opstellen, een aanscherping waar toezichthouder AFM al tijden voor pleitte. Een vreemde lacune in de wet is eindelijk gerepareerd.
 
Over de financiële koers is volgens ingewijden vorig jaar veel te doen geweest. Een ‘verschil van inzicht’ tussen Scheringa en de toenmalige CFO Jaap van Dijk zou zelfs aanleiding zijn geweest voor het vertrek van de laatste, eind vorig jaar. Van Dijk wilde naar verluidt een financieel conservatiever beleid voeren dan Scheringa, door de reserves verder op te voeren.
 
Dat lijkt niet onverstandig, nu het bijna onvermijdelijk is dat ook DSB last heeft van de crisis. Geld aantrekken op de kapitaalmarkt is niet gemakkelijk – wie leent nog aan een bank? – en de kans is groot dat steeds meer mensen hun schulden niet kunnen voldoen. DSB zal dan gedwongen zijn om op zijn uitstaande leningen af te schrijven.
 

Reactie DSB Bank
 
‘In het artikel staan zoveel onjuistheden dat het voor ons van nul en generlei waarde is om er ook maar één enkel woord aan vuil te maken.’
 
Copyright (C) De Pers