Vrijdag
6 februari 2004 - AMSTERDAM– Het aandelenleaseconflict heeft gisteren een
opmerkelijke wending gekregen door de uitspraak van het Klachteninstituut van
het DSI.
Niet eerder
kregen gedupeerde leasebeleggers het gelijk zo aan hun zijde. Maar de
honderdduizenden mensen die zeggen dat zij slachtoffer zijn van de eind jaren
negentig gewilde aandelenlease-producten, moeten niet te vroeg juichen. Want
gelijk hebben is iets anders dan gelijk krijgen.
Dexia Bank heeft immers
nog de mogelijkheid in beroep te gaan tegen de uitspraak, net als de klagende
beleggers zelf. Het is ongewis hoe een uitspraak in beroep uitvalt.
Daarnaast is het de vraag wat de volgende resultaten zijn van de
Commissie Geschillen Aandelenlease.
Die commissie, die onder leiding van
oud-Ombudsman Marten Oosting moet bemiddelen in het conflict, gaat de uitspraken
van het DSI bestuderen en opnieuw praten met banken en gedupeerden. Uit die
gespreksronde, die maanden kan gaan duren, moet blijken of kopers en aanbieders
van de aandelenleaseproducten water bij de wijn willen doen en een schikking
willen treffen.
De klachtencommissie van het Dutch Securities Institute
onderzocht naar aanleiding van tweeduizend klachten tien voorbeeldzaken van
gedupeerde beleggers met producten van Legiolease. Daarbij werd gekeken naar de
misleiding in reclamemateriaal en naar de zorgplicht van de verkopers.
Op het punt van de misleiding in het reclamemateriaal kregen klagers
geen gelijk. Hoewel de 'aanhoudend gunstige rendementen' sterk werden benadrukt,
ontbrak het volgens het DSI niet aan een waarschuwing voor de risico's van
beleggen met geleend geld.
Van consumenten mag worden verlangd dat ze de
informatie voor producten nou eenmaal goed lezen, aldus het DSI.
Op het
punt van de zorgplicht stelt het DSI dat de aanbieders onvoldoende
verantwoording hebben genomen. Doordat de producten vaak via tussenpersonen aan
een breed publiek werden aangeboden, heeft Legiolease het zichzelf 'onmogelijk
gemaakt' om te controleren of er geen wanverhouding ontstond tussen de
financiële risico's die iemand op zich nam en zijn inkomenspositie.
Ook
bij het afsluiten van meerdere contracten door een persoon werd volgens het DSI
niet gekeken naar de financiële draagkracht van die persoon. Bij meerdere
contracten lopen de schulden al gemakkelijk op tot zo'n honderdduizend euro.
Als professionele aanbieder van aandelenleaseproducten had Legiolease -
aanvankelijk van Aegon, nu onderdeel van Dexia bank- volgens DSI beter moeten
weten dat de aandelenkoersen ook best eens langdurig naar beneden zouden kunnen
gaan.
Met die wetenschap in het achterhoofd had de aanbieder beleggers
een risicoverzekering moeten aanbieden om eventuele koersverliezen op te vangen.
Dat is echter niet gebeurd.
Volgens de klachtencommissie hoeven
gedupeerde beleggers daarom slechts een klein deel van de schuld te betalen,
namelijk alleen het deel dat ze voor een risico-verzekering hadden moeten
betalen. Dat percentage is zo'n 15 tot 20 procent van de aankoopwaarde van de
aandelen.
Copyright © 2004 BN/DeStem - alle rechten voorbehouden