‘Ik moet dit een plaatsje geven’
 
Zaterdag 2 april 2005 - Laten we hem Hans noemen. Zo heet hij niet, maar hij wil zijn naam niet in de krant. En zijn woonplaats, ergens in West-Brabant, ook niet. „Want er zijn nogal wat mensen die mij kennen“, houdt hij de boot af.
 
Zoals zoveel gedupeerden die hun neus stootten met aandelenlease wil ‘Hans’ niet te boek staan als ‘zo’n stommeling’. „Mensen wijzen je met de vinger na. Zo van: ‘die wou snel even rijk worden’. Maar ik deed het voor mijn kinderen.“ De vrouw van Hans tekende het contract niet mee. Sterker nog, ze wist er eerst niets van. „Dat heeft de nodige spanningen gegeven in mijn huwelijk.“ Hans kreeg geen verkoper aan de deur. „Ik kreeg informatie opgestuurd en heb het contract teruggezonden. Ik heb niemand gesproken.“ Berouw komt na de zonde, zegt hij nu. „Maar ik kan het niet terugdraaien. Zoals iemand die een keer met een pilsje te veel op achter het stuur zit. Ik moet dit een plaatsje zien te geven“, klinkt het alsof hij niet over een financieel, maar groot persoonlijk verlies praat. De schade van Hans bleef ‘beperkt’ tot 6000 é 7000 euro. „We eten er niet minder om, maar ik wil hier wel vanaf voor ik er een maagzweer aan overhou of het alsnog ten koste gaat van mijn relatie. En dan zit ik nog niet bij de groep die zijn huis moest verkopen.“ Hans wilde al eens procederen, maar trof een advocaat met weinig kennis van zaken. Maar de PAL-bijeenkomst geeft hem moed. „Nu ga ik het aanpakken, ik span een rechtzaak aan. Tot die tijd zing ik het wel uit. Ik heb gelukkig twee handen om te werken.“ Hans kijkt de kat niet meer uit de boom, maar wel angstvallig om zich heen. „Of ik geen bekenden zie. Ik wil dit echt niet aan de grote klok hangen.“
 
Copyright © 2005 BN/DeStem - alle rechten voorbehouden