Den Haag, 10 april 2006
Fortis Bank Nederland
N.V. trekt hoger beroep in.
De Commissie van Beroep van het
Klachteninstituut DSI, berichtte onze
client onlangs dat Fortis Bank
op 28 maart het beroep inzake de uitspraak
van 27 oktober 2005, heeft
ingetrokken.
De uitspraak van 27 oktober was opzienbarend omdat eiser
de volledige
schade kreeg toegewezen, terwijl er sprake was van een
garantieproduct.
De klacht betrof het aandelenleaseproduct
Beursversneller van Fortis. Een
garantieproduct dat vergelijkbaar is
met het Sprintplan van Aegon.
De Klachtencommissie van het DSI veroordeelde
Fortis om de gevorderde
schade volledig te vergoeden. Naast een
tegemoetkoming in de kosten voor
juridische bijstand en de betaling
van de wettelijke rente kan eiser
tevens alle betaalde rente,
aflossing en betaalde premie voor het
garantie-element, tegemoet zien
en wordt zodoende voor 100% schadeloos
gesteld.
De Commissie kwam tot de conclusie dat Fortis
het leaseproduct op wervende
wijze onder aandacht van cliënten bracht
en zich daardoor is gaan gedragen
als een effecteninstelling. In die
hoedanigheid heeft Fortis verzuimd om
een aantal voorschriften na te
leven die zijn vastgelegd in de Nadere
Regeling toezicht
effectenverkeer 1999.
De Commissie was tevens van oordeel
dat
- Fortis "door het Publiek, en zeker door haar eigen
rekeninghouders, (nog
altijd) werd gezien als een spaarbank, zodat de
door haar aangeboden
producten en diensten spoedig associaties zouden
opwekken met
spaarvormen."
- De Beursversneller een
samengestelde overeenkomst is, die zo complex is
dat niet mag worden
aangenomen dat de gemiddelde consument op eigen kracht
zal doorgronden
welke risico's er spelen en welke netto rendementen
verwacht mogen
worden.
- "De brochure bevat geen nadrukkelijke waarschuwing, in
duidelijke
bewoordingen, voor de niet te verwaarlozen kans dat het
netto rendement
lager zal zijn dan de rente op een spaartegoed of
-depot en dat het
deelnamebedrag zelfs verloren zal gaan.
Overigens verwijst de uitspraak ook naar de
brochure van de
Vermogensversneller, Koersversneller en Groeivermogen.
Ook daar heeft
Fortis - naar het oordeel van het DSI - onvoldoende
informatie verschaft
over de mogelijke restschuld.
Bijzonder is de uitspraak van de Commissie
over de specifieke rol van de
persoonlijke toelichting van Fortis:
"Verweerder diende er bij zijn tot
klager persoonlijk gerichte
aanprijzingen van het effectenleaseproduct
rekening te houden dat
klager die aanprijzingen zou opvatten als een op
zijn persoon
toegesneden advies en daaraan een zodanig gezag zou toekennen
dat hij
het gedrukte voorlichtingsmateriaal niet zou gebruiken om na te
gaan
of hem juiste en volledige informatie was verstrekt."
Dit betekent niets anders dat bij een
uitgebreide mondelinge toelichting
van professionele adviseur waarvan
verwacht mag worden dat hij vakkundig
en oprecht is, de consument niet
aangesproken kan worden op het feit dat
hij de brochure niet (goed)
zou hebben gelezen.