Rekestnr. 187719 / HA RK 04-413           nig                          16 februari 2005
 
 
 
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
 

BESCHIKKING
 
van de enkelvoudige kamer voor de behandeling
van burgerlijke zaken in de zaak van:
 
[X - .........],
wonende te (woonplaats), gemeente (gemeente),
verzoekster,
hierna te noemen: [X],
 

-t e g e n-
 

de naamloze vennootschap
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verweerster,
hierna te noemen: Dexia,
procureur: mr. I.M. Jebbink,
advocaat: mr. W.A.K.Rank, te Amsterdam.
 

1. Verloop van de procedure
 
1.1
[X] heeft op 23 november 2004 ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift
ingediend. Het verzoek strekt tot het geven van een bevel als bedoeld in artikel 46 van de
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
 
1.2
Dexia heeft op 29 december 2004 een verweerschrift ingediend.
 
1.3
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 12januari 2005. Daarbij zijn verschenen:
-    voor [X]: haar echtgenoot de heer [X1], voorzien van een schriftelijke
     machtiging;
-    voor Dexia: mr. A.J. Haasjes, kantoorgenoot van mr. Rank, vergezeld door een
     stagiaire.
 
l.4
Tenslotte is de uitspraak bepaald op heden.
 
 
 
2. Vaststaande feiten
 
2.1
[X] heeft met (een rechtsvoorgangster van) Dexia op 31 juli 1997 twee effectenleaseover-
eenkomsten ('Winstverdubbelaar') gesloten, beide met een leasesom van € 36.744,40 en
een looptijd van vijf jaar. [X] heeft met deze overeenkomsten een groot financieel verlies
geleden.
 
2.2
De echtgenoot van [X], de heer [X1], heeft bij brief van 4 februari 2003 een beroep
gedaan op de vemietigingsgrond van artikel 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW), omdat
hij haar geen toestemming had verleend voor het aangaan van die overeenkomsten.
 
2.3
[X] heeft Dexia bij brief van haar raadsman mr. R.R.T.M. Silvertand van 12 mei 2004
onder meer gevraagd om een overzicht van de door Dexia verwerkte persoonsgegevens.
Dexia heeft haar op 18 mei 2004 een overzicht verstrekt.
 
2.4
[X] heeft op 14 september 2004 opnieuw een verzoek gedaan als bedoeld in artikel 35
Wbp. De tekst van dit verzoek is op hoofdlijnen gelijkluidend met de op 13 september 2004
op de website van TROS Radar geplaatste voorbeeldbrief.
 
2.5
Dexia heeft bij brief van 15 oktober 2004 geweigerd aan dit verzoek gehoor te geven, onder
vernwijzing naar de grote aantallen verzoeken die zij ontvangt die met die voorbeeldbrief
gelijkluidend zijn.
 

3. Beoordeling van het verzoek
 
3.1
[X] heeft de rechtbank verzocht Dexia te bevelen haar de persoonsgegevens te verstrekken
die Dexia over haar verwerkt. Dexia heeft zich daartegen verweerd en daarbij een groot
aantal argumenten aangevoerd. Het merendeel van deze argumenten kan thans echter
onbesproken blijven, op grond van het navolgende.
 
3.2
In artikel 35 lid 1 Wbp is het volgende bepaald.
      "De betrokkene heeft het recht zich vrijelijk en met redelijke tussenpozen tot de ver-
      antwoordelijke te wenden met het verzoek hem mede te delen of hem betreffende
      persoonsgegevens worden verwerkt. De verantwoordelijke deelt de betrokkene schrif-
      telijk binnen vier weken mee of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt."
 
3.3
Uit dit artikel kan worden afgeleid dat het een betrokkene vrij staat om een dergelijk
verzoek meer dan eens te doen, zij het met redelijke tussenpozen. Wat een redelijke
tussenpoos is, is naar het oordeel van de rechtbank afhankelijk van de omstandigheden
van het geval. In het onderhavige geval is daarover het volgende gebleken.
 
3.4
Dexia heeft aan [X] in mei 2004 een overzicht van de over haar verwerkte gegevens
verstrekt. [X] heeft in september 2004 een nieuw verzoek gedaan. Een dergelijke
tussenpoos kan als redelijk beschouwd worden, wanneer zich bijvoorbeeld in die periode
een aantal mutaties hebben voorgedaan, of wanneer de betrokkene naar aanleiding van
een vorig overzicht correcties heeft doorgegeven, waardoor hij er belang bij heeft na te
gaan of die çorrect zijn verwerkt. Daarvan is niet gebleken. Ook zijn geen andere omstandigheden
aannemelijk geworden op grond waarvan vier maanden te beschouwen zou zijn
als een redelijke tussenpoos zoals bedoeld in artikel 35 Wbp.
 
3.5
[X] heeft ter terechtzitting aangevoerd dat zij de gegevens wil controleren en zonodig
corrigeren. In dat geval had zij echter naar aanleiding van het overzicht van mei 2004 de
mogelijkheid kunnen benutten die artikel 36 Wbp biedt om Dexia te verzoeken de gegevens
te verbeteren. Voorzover het overzicht daarvoor te summier was, had zij gespecificeerd om
meer gegevens kunnen vragen. Deze motivering verklaart derhalve niet het doen van een
geheel nieuw verzoek in september 2004.
 
3.6
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat [X], die in mei 2004 een
overzicht van de ververkte gegevens ontvangen had, aan artikel 35 Wbp niet het recht kon
ontlenen om in september 2004 reeds een nieuw verzoek te doen. Het verzoek dient op die
grond te worden afgewezen.
 

4. Beslissing
 
De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.J.H.van Meegen en in het openbaar uitgesproken
op 16 februari 2005.