128145/HA ZA 04-39 RECHTBANK
BREDA
12 mei 2004 Sector Handelsrecht
Enkelvoudige Kamer
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND
N.V., rechtsopvolgsteronder algemene
titel van BANK LABOUCHERE N.V., eveneens
h.o.d.n.
LEGIO en op haar beurt rechtsopvolgster van LEGIO
LEASE B.V.,
te Amsterdam,
eiseres in conventie bij dagvaarding van
24 november
2003,
verweerster in reconventie,
verweerster in het
incident,
procureur: mr. N.Th. ter Haar Romeny,
tegen:
X,
wonende te Tilburg,
gedaagde in
conventie,
eiser in reconventie,
eiser in het incident,
procureur: mr.
J.L.A.M. van Os.
1. Het verloop van het
geding.
Dit blijkt uit de navolgende stukken:
- de
dagvaardingmet 6 producties;
- de conclusievan antwoord in conventie,tevens
conclusie van eis in reconventie, tevens incidenteleconclusie houdende
exceptie van onbevoegdheid;
- de conclusievan antwoord in het
incident.
Partijen worden aangeduid als Dexia en
X.
2. Het geschil in het
incident.
X vordert bij incidentele conclusie dat de
rechtbank Breda, sector Handelsrecht, zich bij vonnis onbevoegd verklaart om van
de vordering van Dexia kennis te nemen en dat de zaak wordt verwezen naar de
sector Kanton, locatie Tilburg.
Dexia refereert zich aan het oordeel van de
rechtbank.
3. De beoordeling van het
incident.
3.1 In conventie vordertDexia om bij vonnis,
uitvoerbaar bij voorraad, X te veroordelen om aan Dexia tegen behoorlijk bewijs
van kwijting te betalen een bedrag van € 22.163,44, vermeerderd met de
contractuele rente ad 0,96 % per maand, althans de wettelijke rente, over €
20.419,20 vanaf 25 september 2003 tot de dag der algehele voldoening, met
veroordeling van X in de kosten van het geding.
3.2 Dexia baseert haar vordering op toerekenbare
tekortkoming in de nakoming van de overeenkomstvan effectenlease
(WinstVerDriedubbelaar). Zij stelt dat X niet aan zijn betalingsverplichting
heeft voldaan.
3.3 In reconventie vordert X, kort gezegd, om bij
vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
voor recht te verklaren dat
Dexia aansprakelijk is voor een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van
haar verplichtingen jegens X en/of onrechtmatig jegens X heeft gehandeld en
Dexia te veroordelen tot vergoeding van de door X geleden en nog te lijden
schade nader op te maken bij staat, althans Dexia te veroordelen
tot vergoeding van de in de reconventionele vordering gespecificeerde
schade;
subsidiair:
te verklaren voor recht dat beide overeenkomsten
nietig, althans vernietigbaar zijn en de overeenkomsten alsdan te
vernietigen;
primair en subsidiair:
Dexia te veroordelen in de kosten van
de procedure.
3.4 Nu de incidentele conclusie is genomen vóór
alle weren en op de dag voor het voordragen van verweer bepaald, kan X in zovere
in de vordering worden ontvangen.
3.5 Op grond van de niet of onvoldoende
weersproken stellingen en overgelegde producties wordt uitgegaan van de
navolgende feiten:
- In juni 2000 hebbenpartijen twee overeenkomsten
gesloten;
- De artikelen 2, 3 en 5 van de overeenkomsten luiden - voor zover
hier van belang - als volgt:
"2. Deze lease-overeenkomst wordt aangegaan
voor een ononderbroken periode van 36 maanden, te rekenen vanaf de eerste
aanlkoopdag van de waarden.
3. De lease-som bedraagt:
a. een rentetermijn
van f 7.027,37 respectievelijk f 7.965,09;
b. een bedrag van f 100,-
respectievelijk! 100,- op of omstreeks de 35e maand;
c. aan het einde van de
lease-overeenkomst het restant van f 37.114,38 respectievelijk f 42.076,30. Dit restant wordt in principe
verrekend met de verkoopopbrengst van de waarden.
5. Zodra lessee al datgene
aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en
de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of
zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden
geworden."
- Art. 2 van de BijzondereVoorwaarden Effecten
Lease bepaalt:
"Legio-Lease en lessee komen overeen dat het
eigendom van de waarden op lessee overgaat door vervulling van de opschortende
voorwaarde dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst
heeft voldaan.
Teneinde te bewerkstelligen dat lessee alsdan van rechtswege
eigenaar van de waarden wordt, worden de in de overeenkomst genoemde waarden
voorwaardelijk overgedragen aan lessee en wel onder de opschortende voorwaarde
dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft
voldaan. Deze voorwaardelijke overdracht geschiedt doordat genoemde waarden
onverwijld na verkrijging ervan door Legio-Lease artikel17 van de Wge, ter
uitvoering van de in de eerste zin van dit artikel omschreven verbintenis tot
voorwaardelijke overdracht: Legio-Lease behoudt het eigendom van de waarden
totdat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft
voldaan en blijft als zodanig bevoegd over de waarden te beschikken zonder dat
dit ten nadele van lessee werkt. Lessee kan niet over de waarden beschiklcen,
.behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van Legio-Lease.
Legio-Lease draagt het risico van verloren gaan van deze waarden totdat deze
eigendom van lessee zijn geworden."
3.6 X legt aan zijn incidentele vordering ten
grondslag dat de sector Handelsrecht niet bevoegd is om van de vordering van
Dexia kennis te nemen, aangezien deze betrekking heeft op een overeenkomst van
huurkoop. Ingevolge art. 93 sub c Rv behoort een dergelijk geschil tot de
bevoegdheid van de sector Kanton.
3.7 Dexia weerspreekt de door X genoemde
argumenten niet gemotiveerd. Naar het voorlopig oordeel van de rechtbank zijn de
overeenkomsten van effectlease te kwalificeren als overeenkomst van huurkoop als
bedoeld in art. 7A:1576h BW jo art. 7A:1576 BW.
Immers, de koopprijs wordt
blijkens art. 3 van de overeenkomsten in tenminste twee termijnen voldaan en
partijen zijn, zo volgt uit art. 5 van de overeenkomsten en art. 2 van de
Bijzondere Voorwaarden, een eigendomsvoorbehoud overeengekomen. Dit betekent dat
de sector Kanton op grond van art. 93 sub c Rv bevoegd is om van de vordering in
conventie kennis te nemen. In reconventie is de sector Kanton bevoegd op grond
van de artt. 94 lid 3 jo 94 lid 2 jo 93 sub c Rv. De rechtbank, sector
Handelsrecht, zal de zaak in conventie en in reconventie dan ook verwijzennaar
de sector Kanton, locatie Tilburg. Partijen kunnen bij de kantonrechter in
persoon procederen of zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een
gemachtigde.
3.8 Dexia dient als de in het ongelijk gestelde
partij te worden verwezen in de kosten van het incident.
4. De beslissing.
De rechtbank
in het incident:
wijst de vordering toe;
veroordeelt verweerster in de kosten van het
incident aan de zijde van eiser gevallen tot op heden begroot op € 390,-- aan
salaris procureur;
bepaalt, nu eiser met een voorwaardelijke
toevoeging procedeert en in het geval deze definitief zal worden verleend, dat
die kostenbetaling dient te geschieden door voldoening van € 390,-- aan de
griffier van deze rechtbank, door middel van overschrijving op bankrekeningnummer
192325779,Rabobank NederlandN.V. ten name van DS 535 Arrondissement
Breda;
bepaalt, dat in het geval de toevoeging mocht
worden geweigerd betaling van dit bedrag dient plaats te vinden rechtstreeks aan
eiser;
in conventie en in
reconventie:
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich
thans bevindt naar de rolzitting van woensdag 23 juni 2004 van de sector Kanton,
locatie Tilburg, om 10.00uur, alwaar partijen in persoon kunnen procederen
of zich kunnen laten bijstaan of vertegenwoordigen door een
gemachtigde.