Het gebruik maken van deze uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

rolnummer: 03/2353
datum vonnis: 21 januari 2004
 
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sectorciviel recht -enkelvoudige kamer
 
Vonnis in het verwijzingsincident in de zaak met rolnummer 03/2353

van:
 
de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in de hoofzaak in conventie,
verweerster in de hoofdzaak in reconventie,
verweerster in het incident,
procureur: mr. A.G.A. de Bruin,
 
tegen
 
X,
wonende te (...)
gedaagde in de hoofdzaak in conventie,
eiseres in de hoofdzaak in reconventie,
eiseres in het incident
procureur. mr. N.H.A. van Duuren.
 

Partijen worden hierna aangeduid als "Dexia" en "X".
 
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken.
 

RECHTSOVERWEGINGEN
 
in de hoofdzaak (in conventie) en in het incident:
 
1. Dexia vordert - zakelijk weergegeven - veroordeling van X
tot betaling aan haar van een bedrag van € 15.976,09, vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten en rente.
 
2. Dexia voert daartoe verkort en zakelijk weergegeven aan dat
partijen een effectenlease-overeenkomst (hierna:de overeenkomst) hebben gesloten.Nadat X, ondanks herhaalde aanmaning en ingebrekestelling, niet meer aan haar maandelijkse
betalingsverplichtingen jegens Dexia voldeed, is de overeenkomst
uiteindlijk beëindigd. De aan X in rekening gebrachte eindafrekening ter hoogte van € 16.0040,97 heeft zij evenmin voldaan. Hierop strekt nog in mindering een bedrag van € 64,88 ter zake van verrekening van dividend. De vordering van Dexia beloopt derhalve € 15.976,09.
 
in het incident verder:
 
3. X beeft vóór alle weren verzocht om verwijzing naar de
sector kanton van deze rechtbank. Zij voert daartoe aan dat de
wettelijke regeling van huurkoop op de overeenkomst van toepassing is, zodat de kantonrechter bevoegd is van de vordering van Dexia kennis te nemen.
 
4. Dexia heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
 
5. X heeft haar incidentele vordering op geen enkele wijze
onderbouwd, hetgeen wel op haar weg had gelegen. Mede gelet op het uitvoerig gemotiveerde verweer van Dexia, moet naar het
voorlopige oordeel van de rechtbank worden geoordeeld dat hier
geen sprake is van huurkoop en acht de rechtbank zich bevoegd
van de vordering van Dexia kennis kennis te nemen.
 
6. Gelet op het voorgaande zal de incidentele vordering worden
afgewezen, met veroordeling van X, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het incident.
 
In de hoofzaak:
 
7. De rechtbank acht geen termen aanwezig om een comperatie te bevelen, nu de zaak daarvoor niet geschikt wordt geacht.
 
BESLISSING
 
in bet incident:
 
Wijst het gevorde af.
 
Veroordeelt X in de kosten van het incident, tot op heden aan de
zijde van Dexia begroot op nihil aan verschotten en € 390,- aan
salaris procureur.
 
in de hoofzaak:
 
Bepaalt dat de zaak weer zal worden uitgeroepen naar rolle van de enkelvoudige kamer van deze rechtbank van woensdag 3 maart 2004 te 10.00 uur voor conclusie van repliek aan de zijde van Dexia.
 
Houdt iedere verdere beslissing aan.
 
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S.W. Holtrop en uitgesproken ter
openbare terechtzitting van 21 januari 2004,in tegenwoordigbeid van de griffier
.