GRONDEN VAN DE
BESLISSING
1. De
feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster van Bank
Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt
(worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
1.2. [X] en [Y] zijn met elkaar
gehuwd.
1.3. [X] is op of omstreeks 5 september 2000 met
Dexia 1 effectenlease-overeenkomst genaamd 'WinstVerDrieDubbelaar' met
contractnummer 74584128 (hierna: de lease-overeenkomst) aangegaan.
1.4. Op grond daarvan heeft [X] aan Dexia
gedurende de periode vanaf de ingangsdatum van de lease-overeenkomst in totaal
een bedrag van 2.284,92 betaald. Can de Kracht heeft een bedrag van 202,87
aan dividend ontvangen.
1.5. [Y] heeft [X] geen schriftelijke toestemming
verleend voor het aangaan van de voornoemde lease-overeenkomst.
1.6. Voor het eerst bij brief van 17 februari 2003
heeft [Y] de (ver)nietig(baar)heid van de lease-overeenkomst ingeroepen in
verband met het ontbreken van haar schriftelijke toestemming, als bedoeld in
artikel 1:88 lid 1 Burgerlijk Wetboek, voor het aangaan daarvan en Dexia
aangesproken tot restitutie binnen 14 dagen van de door [X] betaalde bedragen
uit hoofde van de lease-overeenkomst.
1.7. De lease-overeenkomst is door Dexia op 4
september 2003 beλindigd wegens het einde van de looptijd van de
lease-overeenkomst, waarbij Dexia aan [X] een restschuld berekende van
6.392,45. Op 18 september 2003 heeft [X] de restschuld voldaan.
2. Vorderingen van
[X]
[X] vordert bij vonnis:
1. te verklaren voor recht dat [X]
recht heeft op terugbetaling van al hetgeen hij in het kader van het onderhavige
contract aan Dexia heeft betaald, en wel op grond van vernietiging door zijn
echtgenote ex artikel 1:88 BW, althans op grond van vernietiging wegens strijd
met de Wet op het Consumentenkrediet en/of dwaling en/of misbruik van
omstandigheden, althans op op grond van ontbinding wegens
wanprestatie;
2. voor het geval de nietigheid of de
ontbinding niet wordt uitgesproken: te verklaren voor recht dat Dexia
onrechtmatig jegens [X] gehandeld heeft en/of tekort is geschoten in de
zorgvuldigheid en zorgplicht die zij zowel uit redelijkheid en billijkheid als
uit de wet als uit contract jegens [X] had moeten betrachten en dat zij daarom
geen aanspraak kan maken op betaling door Dexia van de door haar gevorderde
restschuld
en dat zij gehouden is alle door [X] aan haar betaalde bedragen te
restitueren, vermeerderd met de wettelijke rente over die betalingen vanaf de
dag van de betalingen tot aan de dag van algehele terugbetaling door
Dexia;
3. Dexia te veroordelen tot
terugbetaling aan [X] van 8.677,37 te vermeerderen met de wettelijke rente
over dit bedrag, althans de som van alle door [X] betaalde bedragen, te
vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de dag der
betalingen tot aan de dag van terugbetaling door Dexia;
4. Dexia te bevelen om binnen twee
weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis te bewerkstelligen dat de
registratie van [X] bij het BKR te Tiel ongedaan wordt gemaakt, zulks op straffe
van een dwangsom van 500,00 voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke
blijft met een maximum van 20.000,00;
5. Dexia te veroordelen in de
proceskosten van dit geding, te weten het vast bedrag van
125,00, alsmede
30% over de eerste 10.000,00, 20% over het meerdere tot 20.000,00, 10% over
het meerdere tot 30.000,00 en 5% over het meerdere vanaf 30.000,00 over het
voordeel voor Frikken ten opzichte van het bemiddelingsvoorstel Duisenberg,
althans tot betaling van de door de rechtbank in goede justitie vast te stellen
proceskosten.
3. Standpunten
[X]
3.1. [X] stelt dat hij voor het aangaan van de
lease-overeenkomst, die moet worden aangemerkt als huurkoop in de zin van
artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel
7A:1576 BW, de toestemming van echtgenote [Y] behoefde ingevolge artikel 1:88
lid 1 sub d BW. Omdat zij deze (schriftelijke) toestemming niet heeft verleend
heeft de onder 1.6. bedoelde brief geleid tot vernietiging van de
lease-overeenkomst, aldus [X].
3.2. [X] stelt verder dat hij door toedoen van
Dexia heeft gedwaald, althans dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van
haar zorgplicht(en), en/of onrechtmatig heeft gehandeld. Daarnaast heeft [X]
zich er op beroepen dat Dexia gehandeld heeft in strijd met een aantal andere
door hem genoemde wettelijke regelingen en/of met een aantal voor Dexia geldende
normen en criteria en dat de lease-overeenkomst als gevolg daarvan nietig zou
zijn, vernietigd is danwei dat Dexia daardoor onrechtmatig jegens hem heeft
gehandeld.
4. Standpunten
Dexia
4.1. Dexia betwist de vorderingen van [X] voor
zover voor de beoordeling van belang - kort gezegd - aan dat de
lease-overeenkomst niet kan worden aangemerkt als huurkoop.
4.2. Voorts voert Dexia aan dat geen sprake is van
vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat - kort gezegd - artikel
1:88 BW niet van toepassing is nu dit artikel geen betrekking heeft op
vermogensrechten als de onderhavige, er geen sprake is van huurkoop bij gebrek
aan aflevering en omdat partijen niet hebben beoogd om de afnemer de effecten te
doen verkrijgen. Dexia stelt verder dat de huwelijkspartner de in artikel 1:88
BW bedoelde toestemming ook op andere wijze dan schriftelijk kan verlenen en dat
[Y] dit ook gedaan heeft.
4.3. Dexia betwist dat de lease-overeenkomst door
dwaling tot stand is gekomen, dat zij tekort zou zijn geschoten in de nakoming
van haar zorgplichten of dat zij onrechtmatig zou hebben gehandeld. Ook betwist
Dexia dat zij de bepalingen - voor zover van toepassing -van de door [X]
genoemde wetten en regelingen niet in acht zou hebben genomen. Dexia betwist de
schade, althans betwist daarvoor aansprakelijk te zijn.
5. Beoordeling van de
vorderingen
Huurkoop: bevoegdheid en artikel
1:88/l:89.
7.1. Een lease-overeenkomst als de onderhavige
wordt aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
7.2. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op deze
lease-overeenkomst van toepassing. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij
akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomst ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van (vgl.
het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN: BC2837). Aangezien deze
schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen
op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
7.3. Nu sprake is van een rechtsgeldige
vernietiging dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van de
lease-overeenkomst te worden gerestitueerd.
7.4. Uit het voorgaande volgt dat Dexia aan [X]
een bedrag van 8.474,50 (8.677,37 - 202,87) dient te betalen.
Wettelijke rente
7.5. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar
over een bedrag van 8.474,50 vanaf het moment waarop Dexia met de
terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop de door [X] in haar onder
1.6 bedoelde brief genoemde betalingstermijn verstreek, derhalve met ingang van
4 april 2003. Indien het betalingen betreft die nadien hebben plaatsgevonden,
zal de wettelijke rente verschuldigd zijn ingaande de dag van elke
betaling.
BKR registratie
7.6. Nu [X] ingevolge dit vonnis geen
betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking
tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde
dwangsom zal worden gematigd en als na te melden gemaximeerd.
Overige stellingen
7.7. De overige stellingen van partijen behoeven
geen behandeling meer.
7.8. Gelet op het vorenstaande heeft [X] geen
belang meer bij de door hem gevorderde verklaringen voor recht.
7.9. Gelet op de uitslag van de procedure dient
Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Tot slot
7.10. Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen
geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige
rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de leaseovereenkomsten
gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
Beslissing
De kantonrechter:
I. veroordeelt Dexia aan [X] te
voldoen in totaal een bedrag van 8.474,50 aan hoofdsom;
- de wettelijke
rente vanaf 4 april 2003, berekend over de op dat moment betaalde bedragen, tot
aan de dag der voldoening;
- de wettelijke rente over de daarna verrichte
betalingen vanaf de respectievelijke betaaldata tot aan de dag der
voldoening;
II. veroordeelt Dexia om binnen veertien
dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te
berichten dat [X] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomst meer heeft, op
straffe van een dwangsom van 100,-voor elke dag dat Dexia niet aan deze
veroordeling voldoet tot een maximum van
10.000,-;
III. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op:
- voor
verschuldigd griffierecht
196,00
- voor het exploot van
dagvaarding
-
- voor salaris van
gemachtigde
375,00
In
totaal:
571,00
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief
BTW;
IV. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar
bij voorraad;
V. wijst het meer of anders gevorderde
af;
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 april 2008 in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL