Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: 862615/ DX EXPL 07-1185
Vonnis van: 19 december 2007
F.no.: 466

Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
[X],
wonende te [woonplaats],
eisende partij in conventie,
verweerder in reconventie,
nader te noemen [X],
gemachtigde: mr. G. van Dijk (Leaseproces),
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
 
gevestigd te Amsterdam, gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie, nader te noemen Dexia,
gemachtigde: dw. P. Swier.
 
DE PROCEDURE
 
Bij tussenvonnis van 26 september 2007, waaraan de kantonrechter zich houdt, zijn partijen in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen te verstrekken.
Partijen hebben vervolgens de volgende akten ingediend:
door [X]: een stuk, met producties aangaande de betaalde termijnen en de opt-out
verklaring;
door Dexia: een stuk, waarbij wordt gereageerd op de financiλle gegevens van [X];
door [X]; een stuk, waarbij [X] akkoord is gegaan met de door Dexia genoemde
financiλle gegevens;
door Dexia: een stuk, waarbij zij de geldigheid van de opt-out verklaring heeft erkend. Daarna is vonnis bepaald op heden.
 

GRONDEN VAN DE BESLISSING
in conventie als in reconventie
 
1.    De feiten
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
1.1.  Dexia is de rechtsopvolgster van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
 
1.2.  [X] en [Y] (hierna: [Y]) zijn vanaf 4 november 1987 tot 11 februari 2004 met elkaar gehuwd geweest.
 
1.3.  [X] is op of omstreeks 29 mei 2000 met Dexia 2 effectenlease-overeenkomsten beiden genaamd 'WinstVerDriedubbelaar' met contractnummers 74411502 en 74411008 (hierna: de lease-overeenkomsten) aangegaan.
 
1.4.  Op grond daarvan heeft [X] aan Dexia gedurende de periode vanaf de ingangsdatum van de lease-overeenkomsten tot en met 26 mei 2003 in totaal een bedrag van € 16.241,50 betaald. [X] heeft geen dividend ontvangen.
 
1.5.  [Y] heeft [X] geen schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de voornoemde lease-overeenkomsten.
 
1.6.  Voor het eerst bij brief van 6 februari 2003 heeft [Y] de (ver)nietig(baar)heid van de lease-overeenkomsten ingeroepen in verband met het ontbreken van haar schriftelijke toestemming, als bedoeld in artikel 1:88 lid 1 Burgerlijk Wetboek, voor het aangaan daarvan en Dexia verzocht binnen 14 dagen de betaalde bedragen terug te storten.
 
1.7.  Op 26 mei 2003 heeft Dexia de eindafrekeningen opgesteld volgens welke [X] in totaal nog verschuldigd was 6 46.151,18.
 
2.    Vorderingen [X] in conventie

[X] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
 
1.
voor recht te verklaren dat [X] recht heeft terugbetaling van al hetgeen hij in het kader van de onderhavige contracten aan Dexia heeft betaald, en wel op grond van vernietiging door zijn toenmalige echtgenote ex artikel 1:88 BW lid 1 sub d jo 1:89 lid 1 BW;
 
2.
voor het geval de nietigheid of ontbinding van de contracten niet wordt uitgesproken: te verklaren voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en/of toerekenbaar tekort is geschoten in de zorgvuldigheid en zorgplicht die zij zowel uit redelijkheid en billijkheid als uit de wet als uit het contract jegens [X] had moeten betrachten en dat zij daarom gehouden is alle door [X] aan haar betaalde bedragen te restitueren, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de betalingen tot aan de dag der voldoening;
 
3.
Dexia te veroordelen tot terugbetaling aan [X] van € 16.448,40 aan inleg en € 250,00 aan restschuld, te vermeerden met de wettelijke rente over dit bedrag, althans de som van alle door [X] aan Dexia betaalde bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de dag van de betalingen tot aan de dag der voldoening;
 
4.
Dexia te bevelen om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis te bewerkstelligen dat de registratie van [X] bij het BKR te Tiel ongedaan wordt gemaakt, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 20.000,00;
 
5.
Dexia te veroordelen in de werkelijke proceskosten, te weten het vaste bedrag van € 895,00 alsmede 15% over de eerste € 10.000,00, 10% over het meerdere tot € 20.000,00 en 5% over het meerdere vanaf € 20.000,00 over het voordeel van [X] ten opzichte van het bemiddelingsvoorstel van Duisenberg, althans tot betaling van de door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag.
 
3.    Vordering Dexia in reconventie
 
3.1.  In reconventie vordert Dexia [X] te veroordelen tot betaling van € 15.520,12, zijnde de restschuld minus 66,67% korting ingevolge de Duisenbergregeling.
 
4.    Standpunten [X]
 
4.1.  [X] stelt dat hij voor het aangaan van de lease-overeenkomsten, die moeten worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A: 1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW, de toestemming van [Y] behoefde ingevolge artikel 1:88 lid I sub d BW. Omdat zij deze (schriftelijke) toestemming niet heeft verleend heeft de onder 1.6 bedoelde brief geleid tot vernietiging van de leaseovereenkomsten.
 
4.2.  [X] legt verder aan zijn vorderingen ten grondslag dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht(en), en/of onrechtmatig heeft gehandeld.
 
4.3.  In reconventie voert [X] voorts aan dat Dexia geen aanspraak kan maken op betaling van de restschuld nu vaststaat dat zij haar zorgplicht jegens hem heeft geschonden.
 
5.    Standpunten Dexia
 
5.1.  Dexia betwist de vorderingen en voert - kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomsten niet kunnen worden aangemerkt als koop op afbetaling en dat [X] dan ook geen beroep toekomt op de artikelen 1:88 en 1:89 BW. Voorts voert Dexia aan dat toestemming ook anders dan schriftelijk kan worden verleend en dat dit in dit geval ook is geschied.
 
5.2.  Dexia betwist dat zij zou zijn tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgplichten of dat zij onrechtmatig zou hebben gehandeld.
 

5.3.  Dexia stelt in reconventie dat [X] zijn verplichtingen uit hoofde van de leaseovereenkomsten dient na te komen. [X] is - conform Duisenbergregeling - nog verschuldigd een bedrag van € 15.520,12. De restschuld bedraagt voor beide leaseovereenkomsten in totaal een bedrag van € 23.200,59.
 
6.    Beoordeling
in conventie als in reconventie
 
6.1.  De kantonrechter verwijst allereerst naar de vonnissen van deze rechtbank van 27 april 2007 (LJN-nummers: BA3914, BA3916 en BA3920) en neemt de daarin opgenomen relevante overwegingen ten aanzien van de rechtsvragen en beoordelingsmaatstaven over, voor zover daarvan hierna niet wordl afgeweken. In het onderhavige geval komt dit neer op het volgende.
 
Huurkoop
 
6.2.  Lease-overeenkomsten als de onderhavige worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve bevoegd.
 
Artikel 1:88 en 1:89 BW
 
6.3.  Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is van toepassing op een lease-overeenkomst als de onderhavige. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007,LJN: AZ9721, rechtsoverweging 2.12.3). Nu deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
 
6.5.  [Y] heeft tijdig terzake deze lease-overeenkomsten bij Dexia een beroep op de vernietigbaarheid gedaan. Geconcludeerd wordt dan ook dat de leaseovereenkomsten rechtsgeldig buitengerechtelijk zijn vernietigd. Dit betekent dat de gevorderde verklaring voor recht in zoverre toewijsbaar is.
 
6.6.  Aangezien de leaseovereenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd, ontstaat in het kader van de ongcdaanmakingsverplichting voor Dexia een verbintenis hetgeen ter zake van de leaseovereenkomsten door [X] aan Dexia is betaald, te restitueren (verminderd met de eventuele door [X] genoten opbrengsten zoals dividenden). Uit hetgeen hiervoor onder de feiten onder 1.4. is opgenomen blijkt het saldo van de aan Dexia betaalde en van Dexia ontvangen € 16.241,50 te bedragen. Dientengevolge dient hiervoor vermelde totaalbedrag door Dexia te worden gerestitueerd. [X] heeft geen voordelen (zoals dividenden) genoten. De eigendom van de geleasede effecten verblijft bij Dexia.
 
6.7.  De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over het in 6.6. bedoelde saldo ter zake van de lease-overeenkornst (€' 16.241,50), vanaf het moment dat Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop de door [Y] bij brief van 6 februari 2003 de vernietiging van de lease-overeenkomsten heeft ingeroepen. In haar brief heeft /ij een termijn van 14 dagen gesteld. Dat betekent dat de wettelijke rente toewijsbaar is vanaf 20 februari 2003 over het op dat moment door [X] betaalde bedrag tot de dag der voldoening. Voor zover het betalingen betreft die nadien hebben plaatsgevonden, is daarover wettelijke rente verschuldigd ingaande de dag van elke betaling.
 
6.8.  Partijen zullen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding. Al hetgeen partijen nog hebben aangevoerd omtrent de eventuele schending van de zorgplicht door Dexia dan wel overige besproken gronden worden niet verder inhoudelijk behandeld, nu overwogen is dat de onderhavige lease-overeenkomsten rechtsgeldig door [Y] buitengerechtelijk is vernietigd.
 
6.9.  Naar aanleiding van de vordering gericht op ongcdaanmaking van de (A-)notering van [X] bij BKR, overweegt de kantonrechter dat deze, nu uit het voorgaande blijkt dat de lease-overeenkomsten niet in stand blijven, toewijsbaar is, met dien verstande dat Dexia wordt veroordeeld BKR binnen acht dagen een bericht te zenden, inhoudende dat de registratie van de lease-overeenkomsten dienen te worden gestaakt c.q. verwijderd of gewijzigd ten gunste van [X]. De gevorderde dwangsom wordt gematigd tot € 100,- per dag, met een maximum van € 10.000,-.
 
Vordering in reconventie
 
6.10. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia ingestelde reconventionele vordering dient te worden afgewezen. De in verband daarmee gestelde gronden, feiten en omstandigheden zijn verdisconteerd in het oordeel in conventie omtrent de verplichtingen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid thans tussen parttijen hebben te gelden.
 
6.11. Gelet op de uitslag van de procedure in conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie en reconventie. De kosten in reconventie zullen evenwel op nihil begroot worden, nu het debat in reconventie (vrijwel) geheel samenvalt met dat in conventie.
 
BESLISSING
 
De kantonrechter:
 
in conventie
 
I.    verklaart voor recht dat de lease-overeenkomsten met nummers 74411502 en 74411008 zijn vernietigd;
 
II.   veroordeelt Dexia aan [X] te voldoen een bedrag van € 16.241,50 aan hoofdsom;
- de wettelijke rente vanaf 20 februari 2003, berekend over de op dat moment betaalde hoofdsom, tot aan de dag der voldoening;
- de wettelijke rente over het bedrag van de daarna verrichte betalingen vanaf de respectievelijke betaaldata van de maandtermijnen tot aan de dag der voldoening;
 
III.  veroordeelt Dexia binnen acht dagen na betekening van dit vonnis aan de stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiei schriftelijk te berichten dat de registratie van de in dit vonnis genoemde lease-overeenkomsten dienen te worden geslaakt c.q. verwijderd of gewijzigd ten gunste van [X], met veroordeling van Dexia tot betaling aan [X] van een dwangsom van € 100,- per dag of gedeelte van een dag
dat Dexia nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan dwangsommen van € 10.000,-;
 
IV.   veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op lieden begroot op:
- voor verschuldigd griffierecht                   €           199,00
- voor het exploot van dagvaarding              €            84,31
- voor salaris van gemachtigde                    €           900,00
In totaal:                                                €         1.183,31
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
 
V.    verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
 
VI.   wijst het meer of anders gevorderde af.
 
in reconventie
 
VI.   wijst de vordering af;
 
VII.  veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X]
gevallen, tot op heden begroot op nihil.
 

Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL