Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

 

Sector Kanton — Locatie Amsterdam

Kenmerk:  637725 CV EXPL DX 06-2807

Datum: 11 juli 2007

 

451

 

[Tussen]Vonnis in de zaak van:

 

1.   [X]

en

2.   [Y]

beiden wonende te [woonplaats]

eisers in conventie

verweerders in voorwaardelijke reconventie

gemachtigde mr. P.A. Aan de Kerk

 

tegen

 

de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.

gevestigd te Amsterdam gedaagde in conventie

eiseres in voorwaardelijke reconventie

gemachtigde dw. P. Swier.

 

Eisers in conventie/ gedaagden in voorwaardelijke reconventie zullen hierna gezamenlijk als [X c.s.] dan wel — indien ieder afzonderlijk wordt bedoeld — als [X] en [Y] worden aangeduid. Gedaagde in conventie/ eiseres in voorwaardelijke reconventie zal hierna Dexia genoemd worden.

 

1. De procedure

 

1.1. De volgende processtukken zijn ingediend:

- het tussenvonnis van 5 januari 2005, met de daarin genoemde gedingstukken

- de conclusie van repliek in conventie, tevens akte houdende wijziging van eis, tevens - conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie

- de rolmededeling van 18 mei 2005

- de akte uitlating aan de zijde van [X c.s.]

- de antwoordakte uitlating rolbeschikking tevens akte vermindering van eis in voorwaardelijke reconventie

- de rolmededeling van 18 juli 2005

 -de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in voorwaardelijke reconventie

- de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie

- de akte van schorsing krachtens de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade (WCAM)

- de rolmededeling van 21 februari 2007

 

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

 

2.          De feiten

2.1. [X c.s.] zijn sedert [xx xxx 1967 gehuwd. [X] is geboren op [xx xxx 1947] en [Y] is geboren op [xx xxx 1946]. [X] is sedert 1968 arbeidsongeschikt en ontvangt sedertdien een WAO-uitkering. [Y] heeft geen eigen inkomen.

2.2. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van de Bank Labouchère NV, h.o.d.n. Legio Lease.

2.3. Op tijdstippen in de periode van het najaar van 1996 tot en met eind 1999 heeft [X] een vijftal effectenlease-overeenkomsten met Bank Labouchère NV/Legio Lease gesloten. Het gaat om de na te noemen overeenkomsten:

  • ‘WinstVerdubbelaar’, 8 november 1996, nr. 720xxxxx;
  • 'Beleggen met korting', 11 december 1997, nr. 900xxxxx;
  • 'WinstVerDriedubbelaar', 14 juli 1999, nr. 742xxxxx;
  • 'Korting Kado', 14 september 1999, nr. 591xxxxx;
  • 'WinstVerDriedubbelaar1, 20 oktober 1999, nr. 743xxxxx.

2.4 Bij brief van 16 augustus 2002 deelt [Y] - onder meer - het volgende aan Dexia mede:

 

(...) Hierbij laat ik u weten dat alle contracten die mijn man (...) bij u heeft afgesloten, ZONDER mijn goedkeuring zijn afgesloten en geen ervan door mij is meeondertekend. (...)

Derhalve dring ik er bij u op aan, in ieder geval de bovengemelde nog lopende contracten, t. w. Korting Kado nr. 591xxxxx en Winstverdriedubbelaar nr. 743xxxxx, onmiddellijk te ontbinden en sowieso alle opgelopen schade van zeker de verliesgewnde contracten, waaronder ook de Winstverdriedubbelaar nr. 742xxxxx, te vergoeden. (...)'

2.5 In een aan Dexia gerichte brief, d.d. 27 februari 2003, deelt [Y] – onder meer- mede:

 

In de afgelopen jaren zijn tussen mijn echtgenoot en uw bank (c.q. uw rechtsvoorgangers) een aantal effectenleasecontracten tot stand gekomen. Het gaat hierbij — voorzover ik kan nagaan - om de volgende contracten

- WinstVerdubbelaar 720xxxxx, met medeweten/goedkeuring doch zonder mijn handtekening

- Beleggen met korting 900xxxxx, met medeweten/goedkeuring doch zonder mijn handtekening

-Winst VerDriedubbelaar 742xxxxx, zonder medeweten/goedkeuring en zonder mijn handtekening

- Korting Kado 591xxxxx, zonder medeweten/goedkeuring en zonder mijn handtekening

- WinstVerDriedubbelaar 743xxxxx, zonder medeweten/goedkeuring en zonder mijn handtekening

- Verlenging Winstverdriedubbelaar 743xxxxx, zonder medeweten/goedkeuring en zonder mijn handtekening

 

De in 1999 door mijn echtgenoot getekende contracten (vetgedrukte) en verlengingscontract in 2002 zijn zonder mijn toestemming gesloten, hoewel zij op grond van artikel 1:88 BW mijn toestemming behoefden. (Zie ook mijn ontbinding cq "vemietiging-inroeping" aangetekend aan Legio dd 16 aug 2002)

Nu mijn toestemming ontbreekt beroep ik mij op de vemietigingsgrond als opgenomen in artikel 1.89 BW

 

Het geschil

 

in conventie

 

3.1. [X c.s.] vorderen — na wijziging van eis - dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

primair:

1) voor recht zal verklaren dat de overeenkomsten ‘WinstVerDriedubbelaar’, nr. 742xxxxx; ‘Korting Kado', nr. 591xxxxx; ‘WinstVerDriedubbelaar’, nr. 743xxxxx; op grond van artikel 1:89 BW door [Y] bij aangetekend schrijven van 21 april 2004 zijn vernietigd;

subsidiair:

2) voor recht zal verklaren dat de door [X] bij Dexia afgesloten overeenkomsten bij aangetekende brief van 21 april 2004 zijn vernietigd wegens dwaling;

meer subsidiair:

3) voor recht zal verklaren dat de overeenkomsten bij onderhavige dagvaarding zijn vernietigd wegens misbruik van omstandigheden;

meest subsidiair:

4) voor recht zal verklaren dat de overeenkomsten nietig zijn wegens strijd met de Wet op het consumentenkrediet (hierna: WCK) en het ontbreken van de vereiste vergunning van de AFM;

en voorts:

5) op grond van sub 1, sub 2, sub 3, sub 4, dan wel op grond van onrechtmatig handelen, dan wel op grond van toerekenbaar tekortschieten van Dexia jegens [X] terzake van misleidende reclame of schending van de zorgplicht, Dexia zal veroordelen tot vergoeding van de door [X] geleden schade nader op te maken bij staat, onder meer betreffende de door hem betaalde inleg c.q. termijnen, verhoogd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf datum dagvaarding, tot aan de datum der algehele voldoening;

6) Dexia zal veroordelen tot ongedaanmaking van de registratie bij de BKR te Tiel;

7) Dexia zal veroordelen tot betaling aan [X] van de eigen bijdrage van € 89,00;

8) Dexia zal veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding.

 

3.2. Dexia voert verweer.

in voorwaardelijke reconventie

 

3.3. Onder de voorwaarde dat de vorderingen in conventie worden toegewezen, vordert Dexia dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad [X c.s.] zal veroordelen tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil tussen de aankoopwaarde van de in artikel 1 van de overeenkomsten genoemde effecten minus de waarde van bedoelde effecten op de datum van verkoop althans minus de waarde van bedoelde effecten op de datum van gehele of gedeeltelijke vernietiging of ontbinding van de overeenkomsten, met veroordeling van [X c.s.] in de kosten van het geding.

 

3.4. [X c.s.] voeren verweer tegen de vordering in voorwaardelijke reconventie.

 

De stellingen van partijen

 

4.1 [X c.s.] leggen aan hun vordering de volgende stellingen ten grondslag. De effectenlease-overeenkomsten zijn te kwalificeren als overeenkomsten van huurkoop c.q. van koop op afbetaling, zodat op de overeenkomsten van toepassing is het bepaalde in de artikelen 1:88 en 1:89 BW. De door [X] afgesloten overeenkomsten behoefden op grond van artikel 1:88 BW de toestemming van de echtgenote. Deze toestemming heeft zij niet verleend, zodat [Y] de overeenkomsten rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd.

 

4.2 Subsidiair hebben [X c.s.] aangevoerd dat [X] heeft gedwaald bij het aangaan van effectenlease-overeenkomsten. Indien hij had geweten dat hij zijn inleg kon kwijtraken c.q. dat hij een restschuld diende te voldoen, had hij nimmer de overeenkomsten gesloten. Dexia is de op haar rustende zorgplicht niet nagekomen en heeft de regels op grond van de artikelen 28 lid 1 en 33 van de NR geschonden. Voorts is sprake van misleidende reclame en van misbruik van omstandigheden.

 

4.3 [X c.s.] hebben de gronden van hun vordering bij conclusie van repliek in conventie aangevuld en hebben daartoe gesteld dat de overeenkomsten nietig zijn wegens strijd met de WCK en het ontbreken van de benodigde AFM-vergunning.

 

4.4 Dexia betwist de vordering en stelt daartoe allereerst dat het beroep op artikel 1:88 en 1:89 BW is verjaard. Zij betwist dat sprake is van huurkoop. Met betrekking tot de door [X c.s.] gestelde dwaling voert Dexia aan uit de tekst van de effectenlease-overeenkomsten en de bijbehorende brochures voldoende duidelijk blijkt dat het gaat om beleggen met geleend geld. [X] is door Legio Lease/Bank Labouchère NV gewaarschuwd voor de risico's die daarmee samenhangen.

 

4.5 Voorts voert Dexia aan dat de zorgvuldigheidseisen die gelden bij het aanbieden of verrichten van effectendienstverlening niet van toepassing zijn op het onderhavige product. Een effecteninstelling is niet verplicht tot het inwinnen van informatie, wanneer de door die effecteninstelling aangeboden effectendiensten geen nadere invulling behoeven. Het ging hier om een relatie die nog minder intensief was dan een 'execution-only' relatie. Om die reden rust op Dexia een veel minder zware zorgplicht. Voorts betreft de onderzoeksplicht op grond van de NR de uitvoering van de overeenkomst en niet de modaliteiten van die overeenkomst. Daarbij komt dat Dexia, met het oog op haar positie als kredietverlener, voorafgaand het afsluiten de overeenkomsten [X] heeft getoetst bij het BKR, zodat zij niet in strijd heeft gehandeld met het "know your customer" beginsel. Dexia voert voorts aan dat een verplichting om eventueel geen overeenkomst aan te gaan naar aanleiding van de uitkomst van onderzoek naar persoonlijke omstandigheden van een cliënte in strijd is met het contractenrecht en geen basis vindt in de wet.

 

4.6 In voorwaardelijke reconventie doet Dexia een beroep op artikel 6:278 BW, nu volgens haar [X c.s.] uitsluitend op opportunistische gronden een beroep heeft gedaan op vernietiging van de overeenkomst.

 

De beoordeling in conventie en in voorwaardelijke reconventie

 

5.1 Onder verwijzing naar de uitspraak van deze rechtbank en sector van 27 april 2007 (LJN BA3914) in het bijzonder naar de overwegingen 8.1. en 8.2., welke overwegingen de kantonrechter overneemt en tot de hare maakt, wordt overwogen dat artikel 1:88 BW op de onderhavige effecten lease-overeenkomsten van toepassing is en dat [Y] daarvoor schriftelijk toestemming had dienen te verlenen.

 

5.2 Dexia betoogt dat het beroep dat door [X] eerst bij conclusie van repliek in conventie is gedaan op de brieven van 16 augustus 2002 en 27 februari 2003, moet worden gepasseerd, nu deze brieven in een (te) laat stadium in het geding zijn gebracht. De kantonrechter deelt dit standpunt niet, nu Dexia nog voldoende gelegenheid heeft gekregen om op de inhoud van deze producties te reageren.

 

5.3 In voornoemde brieven van [Y] - waarvan Dexia overigens niet betwist deze ontvangen te hebben -, doet [Y] een beroep op het niet rechtsgeldig zijn van de zonder haar toestemming tot stand gekomen contracten tussen haar echtgenoot en Dexia, dan wel de vernietiging van deze contracten.

 

5.5. Dexia beroept zich op verjaring van deze vordering. In dit verband voert zij aan dat de verjaringstermijn van drie jaar aanvangt op het moment van het aangaan van de overeenkomst, althans het moment waarop de niet-handelend echtgenoot redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van het bestaan van de overeenkomst. Dexia betoogt dienaangaande dat, nu het gebruikelijk is dat in een normale gezinssituatie dergelijke (grote) transacties worden (voor)besproken, [Y] vanaf het tijdstip van het sluiten van de overeenkomsten daarvan op de hoogte was of had kunnen zijn. Bovendien had [Y] uit de bankafschriften kunnen opmaken dat er sprake was van dergelijke transacties. Op grond van het voorgaande stelt Dexia dat de brieven van 16 augustus 2002 en 27 februari 2003 niet zijn verstuurd binnen driejaar nadat [Y] redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van het bestaan van de overeenkomsten, zodat de vordering is verjaard.

 

5.6 [X c.s.] voeren aan dat [Y] pas op de hoogte kwam van het feit dat haar echtgenoot de bewuste overeenkomsten was aangegaan op het moment dat haar echtgenoot er financieel niet meer uitkwam en haar in vertrouwen heeft genomen. Dit vond plaats op een moment kort voor het versturen van de brief van 16 augustus 2002.

 

5.7 Vorenstaande is aanleiding voor de kantonrechter een verschijning van partijen te gelasten.

 

5.8 Aan partijen wordt daarom opgedragen de aan dit vonnis gehechte bijlage in te vullen en over te leggen.

 

5.9 Voorts dienen partijen zoveel mogelijk schriftelijke stukken over te leggen waaruit de juistheid van de opgegeven gegevens blijkt, indien deze reeds als productie zijn overgelegd kan worden volstaan met een verwijzing daarnaar. Indien feiten of omstandigheden onduidelijk blijven terwijl deze zouden zijn gebleken uit stukken die een partij redelijkerwijs had kunnen overleggen kan dat in het nadeel van die partij werken.

 

5.10 De kantonrechter oordeelt, voor zover nodig en voorshands, dat de omvang van de schade reeds in deze procedure kan worden vastgesteld. Verwijzing naar de schadestaatprocedure zal dan ook niet plaatsvinden en [X] dient zo nodig zijn vordering aan te passen.

 

5.11 De hiervóór bedoelde gegevens en schriftelijke stukken, eventueel aangevuld met andere door een partij ter gelegenheid van de comparitie over te leggen stukken, dienen uiterlijk twee weken voor de datum van de comparitie ter griffie te zijn ingediend - waarbij uit veiligheidsoverwegingen geen gebruik kan worden gemaakt van het hierna te noemen e-mailadres - onder gelijktijdige verzending van een afschrift daarvan aan (de gemachtigde van) de wederpartij. Stukken die te laat worden ingediend kunnen buiten beschouwing worden gelaten zonder de mogelijkheid deze later alsnog over te leggen.

 

5.12 De comparitie van partijen is bedoeld om nadere inlichtingen te verkrijgen. Daarbij zullen met name aan de orde komen de vraag wanneer [Y] bekend is geworden met het bestaan van de effectenlease-overeenkomsten en voort de onder 5.8 bedoelde (ingevulde) bijlage en de onder 5.9. bedoelde schriftelijke stukken. Tevens zal worden onderzocht of een schikking mogelijk is.

 

5.13 Op de rolzitting over 14 dagen na heden zal een datum voor de comparitie worden bepaald, nadat partijen in de gelegenheid zijn geweest om tot uiterlijk twee werkdagen voor die zitting hun verhinderdata (in een periode van 2 tot 8 weken daaropvolgend) schriftelijk op te geven per e-mail (Administratie.effectenleaseteam.amsterdam@rechtspraak.nl), per fax (020-541 1020) of per post. Partijen dienen daarbij zittingsdatum en rolnummer te vermelden.

 

De datum voor de comparitie zal aan de hand van de opgegeven verhinderdata worden bepaald. Na vaststelling van de zittingsdatum zal - behoudens in geval van calamiteiten-geen uitstel meer worden verleend.

 

5.14. ledere verdere beslissing wordt aangehouden.

 

BESLISSING

 

De kantonrechter:

 

I.   bepaalt dat de zaak weer zal dienen ter rolzitting van woensdag 8 augustus 2007 te 10.00 uur voor dagbepaling verschijning van partijen;

 

II.  wijst er op dat de verhinderdata kunnen worden opgegeven zoals hiervoor vermeld;

 

III. houdt iedere verdere beslissing aan.

 

Aldus gewezen door mr. A. van Dijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juli 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.

 

 

 

Bijlage

 

Door [X c.s.]. dienen de volgende gegevens (ten tijde van de totstandkoming van de lease-overeenkomst(en)) te worden overgelegd:

 

Persoonlijke omstandigheden

 

b. Leeftijd van [X]:

Leeftijd van echtgeno(o)t(e) [Y]:

 

c. Beroep (eventueel voormalig beroep) van [X]:

Beroep (eventueel voormalig beroep) van echtgeno(o)t(e) [X] :

 

d. (Voor)opleiding van [X]:

(Voor)opleiding van [Y]:

 

Inkomen en vermogen:

 

e. Netto inkomen van [X c.s.] per maand, onderbouwd door een bewijsstuk waaruit dit

voldoende blijkt (zoals een jaaropgave, een belastingaangifte met aanslag van het

betreffende jaar, of een loonspecificatie):

 

f. Vermogen van [X c.s.] (exclusief waarde eigen woning en hypotheekschulden) en de

samenstelling daarvan, onderbouwd door een belastingaangifte/aanslag van het

betreffende jaar:

 

g. Het bedrag waarvoor [X c.s.] (eventueel) in de twee voorafgaande jaren in effecten

hebben belegd:

 

h. Opgave van de overige financiële (waaronder fiscale) voor- en nadelen als gevolg van de lease-overeenkomsten

 

Door Dexia en [X c.s.] dienen de volgende gegevens te worden overgelegd:

 

i.  Een specificatie van de daadwerkelijk betaalde lease-termijnen (inclusief totaalbedrag), al dan niet uit een vooraf gestort depot of als vooruitbetaling van toekomstige termijnen.

 

j.  Een specificatie (betaaldata en bedragen, inclusief totaalbedrag) van eventueel door Dexia betaalde en door [X] ontvangen dividenden danwei andere voordelen uit de bij de lease-overeenkomst(en) betrokken effecten.

 

Door Dexia dienen de volgende gegevens te worden overgelegd:

 

k. Een opgave van de waarde van de effecten op het moment dat de lease-overeenkomst(en) - al dan niet door expiratie van de overeengekomen termijn - is/zijn beëindigd, dan wel na vijfjaar indien de overeenkomst(en) niet binnen die termijn is/zijn beëindigd.

 

l. Ingeval er sprake is van aflossing gedurende de looptijd: een opgave van de restant-hoofdsom op het moment van beëindiging dan wel na vijfjaar indien de overeenkomst(en) niet binnen die termijn is/zijn beëindigd.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL