Het gebruik maken van deze uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
 
Kenmerk: CV 04-8720
Datum: 10 november 2005
 
251
 
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:
 
1.  [X 1], echtgenoot van  [Y 1]
wonende te [woonplaats]
2.  [X 2], echtgenote van  [Y 2]
wonende te [woonplaats]
3.  [X 3], echtgenote van  [Y 3]
wonende te [woonplaats]
4.  [X 4], echtgenote van  [Y 4]
wonende te [woonplaats]
5.  [X 5], echtgenote van  [Y 5]
wonende te [woonplaats
6.  [X 6], echtgenote van  [Y 6]
wonende te [woonplaats]
7.  [X 7], echtgenote van  [Y 7]
wonende te [woonplaats]
8.  [X 8], echtgenoot van  [Y 8]
wonende te [woonplaats]
9.  [X 9], echtgenoot van  [Y 9]
wonende te [woonplaats]
10.[X10], echtgenoot van [Y10]
wonende te [woonplaats]
11.[X11], echtgenote van [Y11]
wonende te [woonplaats]
12.[X12], echtgenote van [Y12]
wonende te [woonplaats]
 
eisers
 
gemachtigde: mr. M.J. de Groot
 
t e g e n:
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.
gevestigd te Amsterdam
 
gedaagde
nader te noemen Dexia
 
gemachtigde:mr.G.P.Rooth
 

VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
 
Bij tussenvonnis van 21 juli 2005 zijn over bepaalde onderdelen van de vordering van eisers
eindbeslising genomen en is de zaak voor het overige verwezen naar de rol dat partijen zich
bij akte zouden kunnen uitlaten over bepaalde vraagpunten.
 
Bij akte van 8 september 2005 hebben eisers zich over die vraagpunten uitgelaten. Dexia heeft
dat niet gedaan. Daarna is weer vonnis bepaald.
 
GRONDEN VAN DE BESLISSING
 
1.   Overgenomen wordt wat overwogen en beslist is in het tussenvonnis van 21 juli 2005. De
      kantonrechter blijft daarbij.
 
2.   In dat tussenvonnis is overwogen dat met betrekking tot de eenmalige stortingen door eisers
      bepaald zal moeten worden welk deel van de gestorte bedragen betrekking heeft op de rente
      die tot aan het tijdstip van de vernietiging van de overeenkomsten verschuldigd was en welk
      deel op de nadien volgens de overeenkomsten verschuldigde rente. Wat betreft de rentes
      welke in termijnen betaald zijn, dient nagegaan te worden wat nu de juiste bedragen zijn.
 
3.   Voorts werd overwogen dat beide partijen hebben opgegeven welke bedragen volgens hen
      aan rente tot aan de vernietiging van de overeenkomsten aan Dexia betaald zijn. Daarover
      bestaat eenstemmigheid tussen Dexia en de eisers, wier echtgenoten een eenmalige storting
      deden, te weten de eisers sub 2,3,8 en 11. De overige eisers hebben echter andere bedragen
      opgegeven dan Dexia.
 
4.   Aan partijen is bij het tussenvonnis verzocht zich met elkaar hierover te verstaan.en bij akte op
      te geven wat de juiste bedragen zijn. Daartoe werd de .zaak verwezen worden naar de
      rolzitting.
 
5.   Nu alleen eisers zich bij akte.over voormelde vraagpunten hebben uitgelaten, zal de
      kantonrechter zich bij zijn beslissing dienen te baseren op de gegevens die zij hem bij deze
      akte verstrekt hebben. Op basis van die gegevens wordt Dexia veroordeeld om aan eisers
      terug te betalen wat zij aan haar onverschuldigd hebben betaald.
 
6.   Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij moet Dexia veroordeeld worden in de kosten
      van de procedure.
 
BESLISSING
 
De kantonrechter:
 
I.   veroordeelt Dexia om aan de echtgenoten van de eisers terug te betalen wat die echtgenoten
     aan Dexia volgens de akte d.d.8 september 2005 van eisers na de vernietiging van de met de
     Bank gesloten effectenlease-overeenkomsten uit hoofde van die overeenkomsten hebben
     betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de data van de
     betalingen tot aan die der voldoening;
 
II.  wijst af het meer of anders gevorderde;
 
III. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van eisers gevallen, tot op
     heden begroot op:
       - voor verschuldigd griffierecht         €   190,00
       - voor het exploot van dagvaarding   €     83,78
       - voor salaris van gemachtigde         € 3.250,00
 
       In totaal                                       € 3.523,78
     één en ander, voorzover verschuldigd, inclusief BTW;
 
IV. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
 
Aldus gewezen door mr. F.M.P.M. Strengers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare
terechtzitting van 10 november 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL