VERDERE
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij tussenvonnis van 21 juli 2005 zijn over bepaalde
onderdelen van de vordering van eisers
eindbeslising genomen en is de zaak
voor het overige verwezen naar de rol dat partijen zich
bij akte zouden
kunnen uitlaten over bepaalde vraagpunten.
Bij akte van 8 september 2005 hebben eisers zich over
die vraagpunten uitgelaten. Dexia heeft
dat niet gedaan. Daarna is weer
vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Overgenomen wordt wat overwogen en
beslist is in het tussenvonnis van 21 juli 2005.
De
kantonrechter blijft daarbij.
2. In dat tussenvonnis is overwogen dat met
betrekking tot de eenmalige stortingen door
eisers
bepaald zal moeten worden welk deel van
de gestorte bedragen betrekking heeft op de
rente
die tot aan het tijdstip van de
vernietiging van de overeenkomsten verschuldigd was en
welk
deel op de nadien volgens de
overeenkomsten verschuldigde rente. Wat betreft de
rentes
welke in termijnen betaald zijn, dient
nagegaan te worden wat nu de juiste bedragen zijn.
3. Voorts werd overwogen dat beide partijen
hebben opgegeven welke bedragen volgens hen
aan rente tot aan de vernietiging van de overeenkomsten aan Dexia betaald zijn.
Daarover
bestaat eenstemmigheid tussen Dexia
en de eisers, wier echtgenoten een eenmalige
storting
deden, te weten de eisers sub 2,3,8
en 11. De overige eisers hebben echter andere
bedragen
opgegeven dan Dexia.
4. Aan partijen is bij het tussenvonnis
verzocht zich met elkaar hierover te verstaan.en bij akte
op
te geven wat de juiste bedragen zijn.
Daartoe werd de .zaak verwezen worden naar de
rolzitting.
5. Nu alleen eisers zich bij akte.over
voormelde vraagpunten hebben uitgelaten, zal
de
kantonrechter zich bij zijn beslissing
dienen te baseren op de gegevens die zij hem bij
deze
akte verstrekt hebben. Op basis van die
gegevens wordt Dexia veroordeeld om aan eisers
terug te betalen wat zij aan haar onverschuldigd hebben betaald.
6. Als de grotendeels in het ongelijk
gestelde partij moet Dexia veroordeeld worden in de
kosten
van de procedure.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. veroordeelt Dexia om aan de echtgenoten
van de eisers terug te betalen wat die echtgenoten
aan Dexia volgens de akte d.d.8 september 2005 van eisers na de vernietiging van
de met de
Bank gesloten effectenlease-overeenkomsten
uit hoofde van die overeenkomsten hebben
betaald, te
vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de data van
de
betalingen tot aan die der
voldoening;
II. wijst af het meer of anders
gevorderde;
III. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan
de zijde van eisers gevallen, tot op
heden begroot
op:
- voor verschuldigd
griffierecht €
190,00
- voor het exploot van
dagvaarding €
83,78
- voor salaris van
gemachtigde €
3.250,00
In
totaal
€ 3.523,78
één en ander, voorzover verschuldigd,
inclusief BTW;
IV. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij
voorraad.
Aldus gewezen door mr. F.M.P.M. Strengers,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare
terechtzitting van 10 november
2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL