Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie
Zaaknummer : 212641
CV EXPL 684/06
Uitspraak : 23 oktober 2007
(mvr)
Vonnis in de zaak
van:
[X]
wonende te [woonplaats]
eisende partij, hierna
ook wel [X] te noemen
gemachtigde: mr. E.H. Hoeksma. advocaat en procureur te
Enschede
tegen
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND N.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
gedaagde
partij, hierna ook wel Dexia te noemen
gemachtigde: N.J.M. Tijhuis,
deurwaarder te Almelo
1. Het verloop
van de procedure:
1.1 Dit verloop blijkt uit:
De
dagvaarding van 2 februari 2006;
De akte van schorsing;
De akte tot
hervatting procedure, waarbij [X] een opt outverklaring in het
geding heeft
gebracht;
De conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in
reconventie;
De conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie
van antwoord in
reconventie en akte vermeerdering van eis;
De conclusie
van dupliek in conventie tevens houdende conclusie van repliek
in
reconventie;
De conclusie van dupliek in reconventie.
2. De
feiten:
2.1 Dexia is de rechtsopvolgster van
de Bank Labouchere N.V.. In september 2001 heeft [X] met de Bank Labouchere een
effectenleaseovereenkomst gesloten, die werd aangeduid als "Capital Effect
Maandbetaling 15 jaar". Ingevolge de overeenkomst ging [X] aandelen Ahold, ING,
Koninklijke Olie en Umlever leasen voor een aankoopbedrag van € 3.940,60. De
overeenkomst had een looptijd van 15 jaar en tijdens die looptijd moest een
rente worden voldaan ad € 4.344,80. De totaal overeengekomen leasesom bedroeg €
8.285,40.
2.2 [X] heeft ingevolge de
effectenleaseovereenkomst 44 termijnen van € 46,03 betaald, in totaal derhalve €
2.025,32. Onder de titel van dividend is aan [X] € 241,87 uitgekeerd. ([X] had
toen de dividenduitkering plaatsvond recht op € 370,29 aan dividend, maar daarop
is door Dexia € 128, 42 onder de titel van verrekening in mindering
gebracht.)
2.3 Dexia heeft [X] laten registreren
bij het BKR, zulks met een A-codermg.
2.4 Bij brief van 16 februari 2005
heeft de gemachtigde van [X] namens hem de aandelenleaseovereenkomst
buitengerechtelijk ontbonden dan wel vernietigd en is Dexia gesommeerd aan [X]
het bedrag van € 1.749,14 terug te betalen. In de brief wordt vermeld dat [X] 38
termijnen van € 46,03 had voldaan.
2.5 Ten tijde van het sluiten van de
effectenleaseovereenkomst had de Bank Labouchere geen vergunning als bedoeld in
artikel 9 van de Wet op het consumentenkrediet, hierna te noemen
WCK-oud.
3. De vorderingen in
conventie:
3.1 Na de vorderingen te hebben
gewijzigd, vordert [X] dat bij vonnis uitvoerbaar bij
voorraad:
a. Voor recht wordt verklaard dat de
effectenleaseovereenkomst van partijen nietig is;
b. Dexia
wordt veroordeeld aan hem te voldoen de somma van € 1,757,94 te vermeerderen met
de wettelijke rente vanaf de dag dat de respectieve termijnbetalingen aan Dexia
zijn voldaan tot aan de dag der betaling, althans vanaf 2 februari 2006 tot aan
de dag der betaling;
c. Dexia te bevelen om binnen drie
dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis het BKR op te dragen dan
wel te verzoeken de registratie met de A-notering op naam van [X] ongedaan te
maken, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom ad € 500,00 per dag
dat Dexia nalaat aan dit bevel te voldoen.
En voorts als
alternatief:
a. Voor recht wordt verklaard dat Dexia jegens
[X] onrechtmatig heeft gehandeld en daarom jegens [X] schadeplichtig
is;
b. Dexia wordt veroordeeld aan [X] te betalen het
bedrag van 6 1.75 7,94 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat
de deelbetalingen zijn gedaan tot aan de dag van de voldoening, althans vanaf de
dag dat Dexia in verzuim is (april 2005) tot aan de dag der betaling, althans
vanaf 2 februari 2006 tot aan de dag der betaling;
c. Voor
recht wordt verklaard dat de restschuld van [X] aan Dexia vervallen is dan wel
deze restschuld vervallen te verklaren.
De vorderingen zijn gebaseerd op de feiten en op
de volgende stellingen:
3.2 De overeenkomst van partijen is
een huurkoopovereenkomst, zodat ingevolge artikel 93 Rv de kantonrechter bevoegd
is van de vordering van [X] kennis te nemen (dagvaarding onder 27). Op die
grondslag is de zaak niet bij de kantonrechter aanhangig gemaakt. Nu de
gevorderde hoofdsom met vervallen rente het bedrag van € 5.000,00 niet te boven
gaat is de kantonrechter bevoegd van de vordering van [X] kennis te
nemen.
(Onder 5 in de conclusie van repliek)
3.3 Op de overeenkomst is de WCK-oud
van toepassing, welke wet door de kantonrechter ambtshalve moet worden
toegepast. Het gegeven dat toen de effectenleaseovereenkomst werd gesloten de
Bank Labouchere geen vergunning ex artikel 9 van de WCK-oud had betekent dat de
overeenkomst van partijen nietig is. Het is [X] bekend dat de rechtbank Almelo
dit standpunt deelt en dat zij een billijkheidscorrectie toepast die erop
neerkomt dat iedere partij de helft van de restschuld, verminderd met de door de
lessee betaalde bedragen, zal dienen te dragen. Dit betekent dat [X] aanspraak
zou kunnen maken op € 1728,52. Dexia weigert dit bedrag aan [X] te
voldoen.
3.4 In het geval de overeenkomst niet
nietig zou zijn wordt voormeld bedrag van € 1.728,52 als schadevergoeding
gevorderd. De Bank Labouchere, althans een voor haar optredende cliëntenremi
ser, heeft zich onrechtmatig gedragen door haar zorgverplichting jegens [X] niet
naar behoren uit te voeren.
3.5 Hoe dan ook, voor de A-codering
bij het BKR bestaat geen grondslag en daarom moet Dexia het nodige ondernemen om
de registratie ongedaan te maken.
4. Het verweer in
conventie:
4.1 Dexia is van mening dat, voor
zover mogelijk bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [X] niet ontvankelijk te
verklaren in zijn vorderingen, althans hem deze te ontzeggen. Het volgende is
onder meer naar voren gebracht:
4.2 De overeenkomst van partijen in
geen overeenkomst van huurkoop. De zaak dient daarom te worden verwezen naar de
sector civiel van de rechtbank. Om redenen van proceseconomie zal Dexia geen
incident tot verwijzing oproepen. Dexia refereert zich in de bevoegdheidskwestie
dan ook aan het oordeel van de kantonrechter.
4.3 [X] heeft niet voldaan aan zijn
substantiëringsplicht van artikel 111 lid 3 Rv,
4.4 De overeenkomst van partijen valt
niet onder het bereik van de WCK-oud en daarom is irrelevant of de Bank
Labouchere al dan niet ten tijde van het sluiten van de overeenkomst een
vergunning had als bedoeld in artikel 9 WCK-oud. [X] heeft pas na 1 januari 2006
een beroep gedaan op de nietigheid van de overeenkomst wegens strijd met artikel
9 WCK-oud. Dit beroep komt hem niet meer toe, nu de overeenkomst per 1 januari
2006 is bekrachtigd als bedoeld in artikel 3: 58 lid 1 BW. Dexia beschikt sinds
die datum over een vergunning als bedoeld in artikel 10 van de Wet financiële
dienstverlening.
4.5 Bij zijn berekening van het
bedrag van € 1.728,52 houdt [X] ten onrechte geen rekening met het door hem
ontvangen dividend.
4.6 De Bank Labouchere heeft aan haar
zorgverplichtingen jegens [X] voldaan. Deze bank heeft zich niet onrechtmatig
jegens hem gedragen. [X] heeft zich door een derde laten adviseren over hetgeen
de effectenleaseovereenkomst inhield. De derde was een onafhankelijke
tussenpersoon en Dexia kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de
gedragingen van dergelijke tussenpersonen.
4.7 Indien Dexia gehouden wordt enig
bedrag aan [X] te betalen kan daarover eerst wettelijke rente worden gevorderd
vanaf de dag dat Dexia in verzuim was geraakt.
4.8 Dexia is jegens het BKR verplicht
melding te maken van de financiële verplichtingen van haar
cliënten.
5. De vordering in
reconventie:
5.1 Dexia vordert dat, bij vonnis
voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad [X] wordt veroordeeld aan haar te
betalen het bedrag van € 534,75 te vermeerderen met de contractuele rente ad
0.96% per maand althans met de wettelijke rente.
De vordering is gebaseerd op
de feiten, op hetgeen in conventie als verweer naar voren is gebracht en op de
volgende stellingen:
5.2 Dexia heeft een vordering op [X]
bestaande uit de restschuld voortvloeiend uit de overeenkomst. Deze restschuld
bedraagt € 534,75 te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 0,96 % per
maand, althans met de wettelijke rente. [X] is in verzuim geraakt dit bedrag aan
Dexia te betalen.
6. Het verweer in
reconventie:
6.1 [X] is van mening dat de
vordering moet worden afgewezen. Hij verwijst daarbij naar hetgeen door hem in
conventie naar voren is gebracht.
7. De beoordeling van
het geschil in conventie en in reconventie:
7.1 De stelling van [X] dat de
overeenkomst van partijen een overeenkomst van huurkoop is, wordt niet door de
kantonrechter onderschreven, ingevolge een huurkoopovereenkomst gaat de eigendom
van de zaak over op de lessee wanneer de laatste betalingstermijn is voldaan.
Bij een effectenleaseovereenkomst als de onderhavige is geen verplichting tot
eigendomsoverdracht opgenomen en daarom kan de overeenkomst niet worden
aangemerkt als een overeenkomst van huurkoop.
7.2 De vraag moet worden beantwoord
of de kantonrechter bevoegd is van de vorderingen van [X] kennis te nemen. Dat
is niet het geval. [X] vordert immers dat voor recht wordt verklaard dat de
effectenleaseovereenkomst nietig is. Het "beloop" van de overeenkomst bedraagt
meer dan € 5.000,00, Weliswaar verlangt Dexia blijkbaar niet een verwijzing naar
de sector civiel, maar mede gelet op hetgeen is bepaald in artikel 71 lid1 Rv
zal de kantonrechter - ambtshalve -- de zaak verwijzen naar de sector civiel van
de rechtbank Almelo ter verdere afdoening.
Beslissing in conventie en in
reconventie:
Verklaart zich onbevoegd van het geschil van
partijen kennis te nemen en verwijst de zaak naar de civiele sector van de
rechtbank Almelo van woensdag 5 december 2007 te 10.00 uur, alwaar partijen
vertegenwoordigd door een procureur dienen te verschijnen.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door
mr. M.H. van Rhijn, kantonrechter, en op 23 oktober 2007 in het openbaar
uitgesproken in tegenwoordigheid van de
griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL