Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK ALMELO
Sector Civiel
Zaaknummer: 78915 ha za
06-640
datum vonnis: 21 februari 2007 (ml)
Vonnis van de rechtbank Almelo,
enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
[X],
en
[Y],
beiden wonende te
[woonplaats],
eisers,
verder te noemen [X],
procureur: mr. E.M.
Hoeksma,
tegen
AEGON FINANCIËLE DIENSTEN
B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
verder te noemen
AEGON,
procureur; mr. T.J. van Drooge,
advocaten; mr. B.W.G, van der
Velden en
mr.
H.J. van der Baan.
Het procesverloop
Bij inleidende dagvaarding van 31 mei 2006 heeft
[X] een vordering tegen AEGON aanhangig gemaakt. Na de conclusie van antwoord
zijdens AEGON, conclusie van repliek tevens houdende akte vermeerdering van eis
zijdens [X] en conclusie van dupliek zijdens AEGON hebben partijen vonnis
gevraagd.
De beoordeling van het geschil en de
motivering van de beslissing.
Feiten
1. Op of omstreeks 19 juni
1998 heeft [X] met AEGON een aandelenleaseovereeu-komst, genaamd Vliegwiel
Kapitaal Overeenkomst, gesloten onder contractnummer [nummer].
Voorafgaande
aan het sluiten van de vliegwielovereenkomst beschikte [X] over een van AEGON
afkomstige brochure over deze vliegwielovereenkomst (productie 3 dagvaarding),
die tot stand gekomen is door het inzenden naar AEGON door [X] van een ingevuld
aanvraagformulier, het toezenden door AEGON naar [X] van een reeds door haar
ondertekende vliegwielovereenkomst, die na ondertekening door [X] en [Y] aan
AEGON is geretourneerd (productie 1 en 4 dagvaarding).
2. De totaal overeengekomen leasesom
bedroeg f 99.297,81.
De contante waarde van de renteyerp Lichtingen
(op basis van 11.50% per jaar) bedroeg
f 30.136,31, welk bedrag [X] bij
aanvang heeft voldaan.
De restant-leasesom ad f 69.161,50 diende bij afloop
van de vliegwielovereenkomst
(overeengekomen looptijd van 60 maanden) te
worden betaald en kon verrekend worden met
de verkoopopbrengst van de
aandelen.
Door AEGON is voor een bedrag van f 69.161,50 in aandelen Ahold,
Dordtsche Petroleum,
Elsevier, ING en KPN belegd.
3. Bij brief van 18 september 2003
van AEGON is aan [X] bericht dat de voordien per 18 juni 2003 geëxpireerde
vliegwielovereenkomst na verkoop door AEGON van de aandelen een negatief saldo
van € 11.43 8,89 had opgeleverd, zodat de vliegwielovereenkomst, ook met
inachtname van de tussentijds door [X] ontvangen dividenden ad€ 3,436,88,
navenant nadelig was verlopen.
De vordering van [X]
4. Bij brief
van 16 januari 2004 (productie 10 dagvaarding) heeft [X] de nietigheid van de
vliegwielovereenkomst doen inroepen zulks wegens schending van AEGON's
wettelijke jegens [X] te betrachten zorgplicht, met name nu AEGON geen onderzoek
had verricht naar de (financiële) achtergronden van [X].
Bij brief van 15
maart 2005 voegt [X] daaraan toe een beroep op nietigheid ingevolge strijd met
de Wet Consumenten Krediet en mengt zijn partner [Y] zich in de strijd met een
beroep op nietigheid ex artikel 1: 88/89 BW stellende dat zij aan [X], zijnde
haar (geregistreerde) partner, geen toestemming voor het aangaan van de
vliegwielovereeukomst heeft gegeven hoewel die voor het aangaan van deze als
huurkoop te kwalificeren overeenkomst wel vereist was.
5. Bij dagvaarding vordert [X]
verklaring voor recht dat de vliegwielovereenkomst nietig is en primair
veroordeling van AEGON tot betaling van € 8.755,19, subsidiair een bedrag van €
8.046,57, een en ander vermeerderd met wettelijke rente, verklaring voor recht
dat de restschuld van [X] vervallen is verklaard en kostenveroordeling van
AEGON, een en ander uitvoerbaar bij voorraad.
6. Bij conclusie van repliek breidt
[X] de vordering uit met één tot ontbinding, althans verklaring voor recht, dat
de vliegwielovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden c.q. een verklaring
voor recht dat AEGON onrechtmatig jegens [X] heeft gehandeld, zomede een
vordering van [Y] op grond van het bepaalde in artikel 1:88/89 BW de
vliegwielovereenkomst te vernietigen althans nietig te verklaren, in alle (drie)
gevallen met veroordeling van AEGON tot betaling van een bedrag van € 7.222,73
vermeerderd met wettelijke rente.
7. [X] onderbouwt de gevorderde
ontbinding c.q. de gestelde onrechtmatige daad met-het toerekenbaai'
tekortschieten door AEGON in de nakoming van haar zorgplicht tegenover [X],
blijkende onder meer uit:
- AEGON heeft zich niet. verdiept in de financiële
omstandigheden en behoeften van [X];
- AEGON heeft geen risicoprofiel van [X]
opgesteld met betrekking tot de ervaring van [X], de beleggingsdoelstellingen
van [X], de bereidheid van [X] om risico's te nemen en het vermogen van [X] om
de risico's te dragen;
- AEGON heeft aan [X] geen financiële producten
aangeboden die pasten bij zijn behoeften en mogelijkheden;
- AEGON
heeft nagelaten aan [X] deugdelijke voorlichting over de vliegwielovereenkomst
te geven,
[X] verwijst daarbij (mede) naar bet bepaalde in artikel 24 aanhef
en onder (b) Bte '95 en
artikel 25 NR '99. ,
Voorts doet [X] en beroep op
het onrechtmatig handelen van de door [X]ingeschakelde tussenpersoon E. Driezen
van Assurantiekantoor Driezen en Zonen (neef!) en
diens gegeven adviezen,
waarvoor [X] AEGON mede-aansprakelijk acht.
8. [Y] stelt betreffende de termijn
(van het instellen) van haar vordering dat zij eerst in december 2002, toen haar
partner [X] door AEGON aansprakelijk werd gesteld, op de hoogte is gekomen van
de vliegwielovereenkomst en bij brief van 15 maart 2005 de overeenkomst
buitengerechtelijk heeft vernietigd.
Het verweer van AEGON
9. AEGON
betwist de toepasselijkheid van de WCK als zodanig op de vliegwielovereenkomst
en dienvolgens enige vergunningsplicht van AEGON in de zin van artikel 9 WCK
zomede wijst AEGON erop dat de kredietsom de limiet van artikel 3 WCK
overschrijdt en uit dien hoofde de WCK evenmin toepasselijk is.
10. In het kader van het beroep van [Y] op
het ontbreken van haar toestemming als partner van [X] betwist AEGON dat de
vliegwielovereenkomst als overeenkomst van huurkoop althans koop op afbetaling
in de zin van artikel 1:88 BW is te kwalificeren. Bovendien heeft [Y] ten
bewijze van haar toestemming de vliegwielovereenkomst medeondertekend.
Voor
zover [X] heeft gesteld dat hij die handtekening van zijn partner
[Y]
onbevoegdelijk heeft nagemaakt/geplaatst, betwist AEGON zulks en, zo dat
het geval zou
blijken te zijn, is er volgens AEGON sprake van valsheid in
geschrifte met alle gevolgen van
dien.
Maar verdergaand betwist AEGON dat
[Y] het beroep op nietigheid tijdig (binnen drie
jaar) heeft gedaan, zomede
na dat beroep niet binnen 6 maanden heeft doen dagvaarden
(artikel3:317 jo
3l6BW).
11. AEGON ontkent voorts enige zorgplicht
tegenover [X] te hebben geschonden.
Zij heeft aan [X] duidelijke en
transparante informatie verstrekt over de kenmerken van
de
vliegwielovereenkomst en de daaraan verbonden risico's,
Dat risico was
beperkt tot de som van de rentebetaling en de lening en was bij
aanvang
voorzienbaar.
Het was vervolgens een eigen verantwoordelijkheid
van [X] om na te gaan of het
product aansloot bij hun doelstelling en welk
bedrag zij daarvoor konden en wilden missen.
Blijkens het inschiijfformulier
hebben zij zelf aangegeven dat zij bereid waren een bedrag
van € 13.675,26
aan de vliegwielovereenkomst te besteden, waartoe zij ook in staat
zijn
geweest.
Een verderstrekkende zorgplicht van AEGON (b.v. in het geval
de inkomens- en/of
vermogenspositie zodanig is dat het aangaan van een
vliegwielovereenkomst in absolute zin
dient te worden ontraden) is niet aan
de orde,
12. AEGON betwist aansprakelijk te
zijn voor enig handelen van de door [X] ingeschakelde tussenpersoon
Assurantiekantoor Driezen en Zonen.
Diens neef drijft dit onafhankelijk
assurantiekantoor, dat weliswaar door AEGON van het. nodige informatiemateriaal
(als folder vliegwielovereenkomst) wordt voorzien, maar waarmede AEGON verder
niets uitstaande heeft.
AEGON betwist overigens dat uit de door [X] gestelde
feitelijklieden enig onrechtmatig
handelen van die tussenpersoon zou
blijken.
13. Voor zover enige toewijzing mocht gaan
plaatsvinden, verzoekt AEGON matiging naar maatstaven van redelijkheid en
billijkheid met een uitdrukkelijk beroep op artikel 6:278 BW en eigen schuld van
[X].
14. AEGON wijst erop dat zij ten aanzien
van effectenleasecontracten de Duisenbergregeling toepast, die ten aanzien van
[X] leidt tot kwijtschelding (van een deel) van de restschuld: i.c.
kwijtschelding van € 7.664,06, zodat resteert € 3.774,33.
De beoordeling
WCK
15. Het verweer van AEGON dat op
deze, hiervoor onder (1) en (2) beschreven aandelen-leaseovereenkomst de WCK
niet van toepassing is, snijdt hout.
De hoofdsom van de vliegwielovereenkomst
beliep een bedrag dat de maximale hoogte van het bedrag, wil de WCK van
toepassing zijn (f 50.000,-), te boven ging. Derhalve is de omstandigheid dat
AEGON ten tijde van het aangaan van de vliegwielovereenkomst met [X] geen
WCK-vergunning had, voor deze zaak niet van belang.
Huurkoop
16. Voorts blijft de
rechtbank bij het in ook door [X] althans [Y] aangehaalde vonnis van 26 november
2003 (LJN: AN9138) uitgesproken oordeel, dat (ook de onderhavige)
aandelenleascovereenkamst niet onder een overeenkomst van huurkoop (als species
van koop op afbetaling) valt.
De eerst bij conclusie van repliek aangevoerde
argumenten voor huurkoop en dienvolgens tegen dat oordeel, brengen daarin geen
verandering, waaraan AEGON terecht toevoegt, dat [X] en/of [Y] in de zin van
artikel 93 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nagelaten heeft de zaak als
"aardvordering" bij de Kantonrechter aan te brengen dan wel hangende de
procedure incidenteel verwijzing te vragen.
17. Zulks houdt in dat het (schriftelijke)
toestemmingsvereiste van [Y] als partner Van [X] ex artikel 1:88 Burgerlijk
Wetboek voor het aangaan van deze vliegwielovereenkomst als species van koop op
afbetaling niet is te stellen.
Overigens heeft [Y] blijkens haar bandtekening
onder de vliegwielovereenkomst, haar toestemming tot het aangaan ervan
gegeven.
Voor zover [Y] wil betogen dat die handtekening niet van haar
afkomstig is dan wel onbevoegdelijk namens haar is gezet, kan zij in deze
procedure niet volstaan met het enkele inroepen van nietigheid ex artikel 1:89
BW, maar dient zij, [Y], naast het hiervoor onder (16) overwogene minimaal een
vordering in te stellen strekkende tot vaststelling van de valsheid althans het
onbevoegde lijk plaatsen van die handtekening en is bepaald onvoldoende de
mededeling van [X] als haar partner, dat hij enige handtekening voor haar
geplaatst zou hebben.
Daarbij is ook relevant dat uit de overgelegde
producties (1) en (4) bij dagvaarding van verschillende handtekeningen van [Y]
blijkt, waarvan één van [Y] afkomstig zou kunnen zijn en voorts het doen
plaatsen van een handtekening als zodanig wel degelijk de bevoegdheid daartoe en
toestemming van [Y] ex artikel 1:88 BW kan inhouden.
18. Voor zover dan al een beroep op nietigheid
van de vliegwielovereenkomst door [Y] aan de orde zou (kunnen) komen, valt het
de rechtbank op dat in de weergave van [X] omtrent de totstandkoming van de
vliegwiel overeenkomst in 1998 meermalen in de Wijvorm, dus kennelijk met
inbegrip van diens partner [Y] wordt gesproken. Uitgaande van het beroep op
vernietiging zijdens [Y] middels brief van 15 maart 2005 zou zulks tardief zijn
geschied en een daarvan afwijkend - later - moment door [Y] te bewijzen.
Maar
zelfs indien zij daarin zou slagen, staat het niet-tijdig dagvaarden nadien in
de zin van artikel 3:317 jo 316 BW aan het beroep in de weg.
Zorgplicht
19. De rechtbank is voorts
van oordeel dat AEGON niet verweten kan worden een zorgplicht op haar te
verwijten wijze ten opzichte van [X] niet in acht genomen te hebben.
De als
productie 3 overgelegde van AEGON afkomstige brochure Vliegwiel Kapitaal, die
naar stelling van [X] ten grondslag heelt gelegen aan het sluiten van de
vliegwielovereenkomst is voldoende duidelijk.
Weliswaar wordt in de
rekenvoorbeelden in die folder (nagenoeg) uitsluitend van stijgende beurskoersen
(en daarmede samenhangend rendement) uitgegaan, de enkele (grafische)
voorstelling daarvan is niet als een garantie van stijging in de toekomst te
kwalificeren. Bovendien blijkt voldoende duidelijk uit die folder (op pagina 8
en het slotblad) de mogelijkheid het koersrisico volledig af te dekken met een
put-optie, zomede welke kosten daarmee gemoeid zouden zijn en hoe die
(desgewenst gespreid) voldaan konden worden. Daaraan behoeft naar het oordeel
van de rechtbank door AEGON, ongevraagd door [X], niets te worden
toegevoegd.
20. Het beroep van [X] op het bepaalde m
artikel 24 aanhef en onder (b) Bte '95' en artikel 25 NR '99' baat hem
niet.
In die regelingen, voor zover die al ten aanzien van deze in 1998
gesloten vliegwielovcreenkomst verbindend c.q. van toepassing zijn, vindt de
rechtbank geen (analogisch toe te passen) bepaling die een ander licht zou
moeten werpen op het in de vorige overweging uitgesproken oordeel.
21. Ook de positie en het handelen van neef
E. Driezen van Assurantiekantoor Driezen en Zonen brengt daarin geen
verandering.
Hoewel niet (geheel) duidelijk is of voornoemde folder via die
neef dan wel anderszins in het bezit van [X] is gekomen, is het enkele
bevestigend aanprijzen van het betrokken AEGON - product - verdere
feitelijkheden worden door [X] niet gesteld - geen schending van enige
zorgplicht of anderszins onrechtmatig handelen van die zelfstandige en van AEGON
onafhankelijke tussenpersoon, waarvoor (enige) aansprakelijkheid van AEGON te
beoordelen zou zijn.
Slotsom
22. De door [X] gevorderde (verklaring voor
recht omtrent) nietigverklaring, ontbinding respectievelijk onrechtmatige daad
worden afgewezen.
Voor zover de door [X] onder (IV,) van het petitum
gevorderde vervallenverklaring van zijn restschuld wegens innerlijke
tegenstrijdigheid met de daarvoor onder (I) gevorderde vordering tot betaling
door AEGON aan hem, als subsidiair gevorderd moet worden beschouwd, oordeelt de
rechtbank daartoe geen aanleiding te zien, temeer nu AEGON heeft aangegeven zich
bij afdoening van de vliegwielovereenkomst te baseren op de Duisenbergregeling,
waarmede de rechtbank voldoende aan de op basis van redelijkheid in acht te
nemen normen en belangen van [X] tegemoet gekomen acht.
23. De vorderingen van [X] zullen derhalve allen
worden afgewezen en [X] zal als in het ongelijk gestelde partij, in de
proceskosten worden veroordeeld. De door AEGON gevraagde wettelijke
rente-veroordeling daarover zal de rechtbank niet toewijzen, waar dit vonnis de
periode tot het wijzen ervan beslaat en (eventueel) verzuim van [X] nadien is
gelegen.
De beslissing
De rechtbank:
Rechtdoende:
I. Wijst af de vorderingen van
[X].
II. Veroordeelt [X] in de kosten van de
procedure aan de zijde van AEGON gevallen en tot op deze uitspraak begroot op €
296,— aan verschotten en € 768,- aan salaris voor de procureur.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar
bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door
mr. J.H. van der Veer en op 21 februari 2007 in het openbaar uitgesproken in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL