VERLOOP VAN DE 
PROCEDURE
 
De volgende processtukken zijn ingediend:
 
   - de dagvaarding van 12 oktober 2004 
inhoudende de vordering van [X]
   - het antwoord houdende de 
incidentele vordering van Dexia strekkende tot niet-
     
ontvankelijkheid
   - het antwoord van [X] op de incidentele 
vordering
 
Daarna is vonnis in het incident bepaald op 6 december 
2005
 
Vervolgens zijn nog de volgende processtukken 
ingediend:
 
   - de akte waarmee [X] heeft verzocht de 
zaak bij vervroeging op de rol te brengen 
   - de akte waarmee 
Dexia zich heeft verzet tegen dat verzoek
 
Bij rolbeschikking van 19 juli 2005 is de zaak voor 
vonnis in het incident naar de rol verwezen.
 
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
 
GRONDEN VAN DE 
BESLISSING
 
In de hoofdzaak en in het 
incident
 
1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat 
vast:
 
   1.1. [X] is sedert een moment voorafgaande 
aan 28 september 2000 gehuwd met
   [Y] die hierna als [Y] zal 
worden aangeduid;
 
   1.2. Bank Labouchere is een 
rechtsvoorgangster van Dexia en zal daarom hierna eveneens
   als 
Dexia worden aangeduid;
 
   1.3. [X] Is respectievelijk op 28 september 
2000, 14 november 2000, 19 januari 2001 en
   18 maart 2001 vier 
verschillende effectenleasetransacties - hierna de Overeenkomsten 
-
   aangegaan met Dexia - de eerste drie onder de naam 
Winstverdriedubbelaar de
   vierde onder de naam Troefplan - zonder 
dat [Y] daarvoor toestemming had
   verleend;
 
   1.4. [Y] heeft te eniger tijd de 
Overeenkomsten buitengerechtelijk vernietigd;
 
   1.5. Dexia heeft [X] blijkens een formulier 
van 22 mei 2003 een aanbod gedaan, dat door
   [X] op 11 juni 2003 
is aanvaard, waarmee een regeling werd getroffen ten aanzien
   van 
de restschuld uit de Overeenkomsten en waarbij werd bepaald dat hij afstand 
deed
   van alle door of namens hem of te zijne behoeve door 
derden jegens Dexia ..
   gepretendeerde rechten (met inbegripvan 
schadevergoeding en vernietigingvan de
   Overeenkomsten. .. dat 
hij geen gerechtelijke of buitengerechtelijke procedures tegen
   
Dexia zou aanvangen en dat hij afstand deed van het recht de Overeenkomsten 
te
   ontbinden of te vernietigen);
 
   1.6. [Y] heeft door medeondertekening van 
het formulier op 11 juni 2003 ingestemd met
   die aanvaarding 
blijkens de tekst:
   Ik.. ga door (mede-)ondertekening van dit 
formulier de Overeenkomst Dexla Aanbod met
   Dexia Nederland N.V. 
aan) zulks voor zover deze overeenkomst blijkens de bepalingen
   
daarvan op mij.. van toepassing is in mijn.. hoedanigheid van echtgenote.. en 
verklaar
   deze overeenkomst ontvangen, gelezen en begrepen te 
hebben, met de bepalingen
   daarvan in te stemmen en Deelnemer 
voor zoveel nodig toestemming te verlenen voor
   het aangaan van 
de Overeenkomst Dexia Aanbod.
 
In de hoofdzaak
 
2. [X] vordert in de hoofdzaak verklaring voor recht dat 
de Overeenkomsten te kwalificeren
zijn als overeenkomsten van koop op 
afbetaling en dat die overeenkomsten bij gebreke van
toestemming van [Y] 
rechtsgeldig zijn vernietigd althans nietig zijn en voorts
terugbetaling van 
al datgene dat zij onverschuldigd aan Dexia heeft betaald.
 
In het incident
 
3. Dexia heeft ten aanzien van de ontvankelijkheid van 
[Y] in de vordering opgeworpen dat
[Y] zich rechtsgeldig heeft verbonden om 
terzake geen gerechtelijke of buitengerechtelijke
procedures tegen Dexia aan 
te vangen en om ten deze geen aanspraak te
maken op vernietiging van de 
Overeenkomsten of op schadevergoeding en dat zij mitsdien
niet in haar 
vordering kan worden ontvangen.
 
4. [Y] heeft ten aanzien van de ontvankelijkheid nog 
gesteld dat haar werkelijke wil bij het
instemmen met, respectievelijk het 
aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod niet gericht
was op het aangaan van 
een verbintenis tot het niet-entameren van gerechtelijke of 
buiten-
gerechtelijke procedures tegen Dexia of tot het ten deze geen 
aanspraak te maken op
vernietiging van de Overeenkomsten of op 
schadevergoeding. Zij stelt ter adstructie van dat
standpunt dat zij 
toentertijd geen weet had van de mogelijkheid tot het aangaan van 
de
onderhavige procedure en dat Dexia de beleggers had voorgespiegeld dat ten 
deze geen
sprake was van koop op afbetaling. Zij beroept zich terzake ook op 
dwaling omdat zij niet had
begrepen dat zij aldus haar recht prijs gaf tot 
het aangaan van de onderhavige procedure en
dat Dexia haar uitdrukkelijk op 
die consequentie had dienen te wijzen.
 
In de hoofdzaak en in het 
incident
 
5. De kantonrechter stelt voorop dat de als incidentele 
vordering aangeduide vordering niet als
zodanig is aan te merken. Gevorderd 
wordt immers de beslissing van een materieel punt,
zijnde de vraag of na de 
totstandkoming van de regeling op 11 juni 2003 nog ruimte is voor 
de
vordering van [Y].
 
6. Nu beide partijen op ondubbelzinnige wijze hebben 
verlangd dat de kantonrechter terzake een
beslissing zal geven, zal terzake 
terstond een eindvonnis worden gewezen, zowel in het
incident als in de 
hoofdzaak.
 
7. [Y] is niet ontvankelijk in haar vorderingen, omdat 
Dexia in redelijkheid heeft mogen
aannemen dat [Y] door het aangaan van de 
Overeenkomst Dexia Aanbod een regeling
wenste te treffen om alle 
eventualiteiten betreffende de juridische kansen in een procedure.
terzake 
van de uit de Overeenkomsten voorvloeiende verplichtingen van [Y] uit te 
sluiten
om aldus tot een beperking van risico's te geraken. Aan die door haar 
gewekte
schijn is [Y] gebonden.
 
8. [X] wordt gelet op de afloop van deze zaak in de 
kosten van de procedure veroordeeld.
 
BESLISSING
 
Dè kantonrechter:
 
In de hoofdzaak en in het 
incident
 
I.  verklaart [Y] niet ontvankelijk in haar 
vordering in de hoofdzaak
 
II. veroordeelt [X] in de kosten van het incident aan de 
zijde van Dexiagevallen tot op
heden begroot op € 250,00 aan salaris van de 
gemachtigde van Dexia
 
Aldus gewezen door mr. H.M.de Jong Schouwenburg, 
kantonrechter, en uitgesproken ter
openbare terechtzittng van 20 september 
2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL