Het gebruik maken van deze uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

RECHTBANK ROTTERDAM
 
sector civiel recht
 
Zaak-/rolnummer: 204665 / HA ZA 03-2490
Uitspraak: 24 maart 2004
 

VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
 
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam, rechtsopvolgster onder
algemene titel van Bank Labouchere N.V., gevestigd
te Amsterdam, eveneens h.o.d.n. Legio, en op haar
beurt rechtsopvolgster van Legio Lease B.V., eiseres
in de hoofdzaak, verweerster in het incident, procureur
mr. D.L.A. van Voskuilen,
 
- tegen -
 
[X]
wonende te Spijkenisse, gedaagde in de
hoofdzaak, eiser in het incident,
'procureur mr. J.G.A. van Zuuren.
 
Partijen worden hierna aangeduid als "Dexia" en [X]
 

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in het griffiedossier.
 

1. Het geschil
 
in de hoofdzaak
 
1.1 In de hoofdzaak vordert Dexia dat [X]bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt veroordeeld om aan Dexia tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 5.406,88, vermeerderd met de contractuele rente althans de wettelijke rente over € 3.819,90, vanaf 19 augustus 2003, met veroordeling van [X] in de proceskosten.
 
1.2 Dexia legt aan de vordering ten grondslag dat [X], na beëindiging van de twee door partijen gesloten "WinstVerDriedubbelaar"-overeenkomsten door het verstrijken van de overeengekomen looptijd, de eindafrekening niet heeft voldaan.
 

in het incident
 
1.3 [X] heeft geconcludeerd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de sector kanton van de rechtbank met veroordeling van Dexia in de kosten van dit incident.
 
1.4 Daartoe voert [X] aan dat de door Dexia gestelde vordering, inclusief wettelijke rente, lager is dan € 5.000,- en dat de "WinstVerDriedubbelaar"-overeenkomsten huurkoopovereenkomsten zijn.
 
1.5 Dexia heeft de incidentele vordering gemotiveerd betwist.
 
 
2. De beoordeling
 
2.1 De overeenkomsten die aan de onderhavige vordering ten grondslag liggen, bepalen dat de lessee [X], na betaling van hetgeen hij verschuldigd is, 'automatische en van rechtswege' eigenaar wordt van de aandelen/effecten en zijn derhalve naar voorlopig oordeel van de rechtbank aan te merken als overeenkomsten van huurkoop.
Ingevolge artikel 93 aanhef en sub c Rv. worden zaken betreffende huurkoop, ongeacht het beloop of de waarde van de vordering, behandeld en beslist door de kantonrechter.
Derhalve zal de rechtbank overeenkomstig artikel 71 lid 2 Rv. de zaak in de--stand waarin deze zich bevindt, verwijzen naar de rol van de sector kanton van deze rechtbank.
 
2.2 Dexia zal als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
 

3. De beslissing
 
De rechtbank,
 
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de rol van de sector kanton van deze rechtbank, locatie Brielle, van dinsdag 20 april 2004, te 10.15 uur, Voorstraat 31, Postbus 165, 3230 AD te Brielle.
 

veroordeelt Dexia in de kosten van dit incident, aan de zijde van [X] bepaald op nihil aan verschotten en € 331,26 aan salaris voor de procureur, 

Dit vonnis is gewezen door mr. L. de Loor-Alwin.
 

 
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
1440/1548