Stichting Platform Aandelen Lease,
Nieuwegein, 6 juni 2009
Hoge Raad wijst meer toe als
de Duisenberg regeling
Op 5 juni 2009 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan
in 3 aandelenlease zaken, representatief voor alle aandelenlease
zaken.
Al vanaf 2002 lopen er rechtszaken tegen de
aanbieders van aandelenlease constructies zoals aangeboden door Aegon, Dexia,
Fortis, Levob, DSB, Ohra en andere aanbieders.
Honderdduizenden mensen zijn
het slachtoffer geworden van deze aanbieders en zijn al hun geld kwijt en zijn
meestal opgezadeld met een restschuld.
Om een einde te maken aan de lange reeks van
rechtszaken, vaak met van elkaar afwijkende uitspraken door de diverse
rechtbanken, is de Hoge Raad door diverse (juridische) belangenbehartigers
zoals de stichting Platform Aandelen Lease (PAL), de stichting Consument&
Geldzaken, Leaseproces en advocatenkantoor Dommerholt verzocht om uitspraken te
doen over de diverse rechtsvragen omtrent het aanbieden van aandelenlease
contracten.
Het vertrouwen van de consument in onze rechtspraak slonk met de
dag en aan de al jaren durende juridische strijd scheen geen einde te kennen.
Alleen de Hoge Raad kon met een aantal duidelijke uitspraken een snel einde
maken aan het aandelenlease schandaal.
Helaas heeft ook de Hoge Raad zijn
verantwoordelijkheid niet genomen en is blijven steken op algemene punten en
verwijst naar de gewone rechtbank om uitwerking te geven aan de open einde
uitspraken die de Hoge Raad heeft gedaan.
Wel is duidelijk gemaakt door de
Hoge Raad dat de uitspraak door het gerechtshof Arnhem dient te worden
teruggedraaid en opnieuw dient te worden beoordeeld.
In de uitspraak door het
gerechtshof Arnhem wordt de gedupeerde veroordeeld tot betaling van 20 % van de
restschuld, beter dus als de Duisenberg regeling.
De gedupeerde is de inleg
kwijt, maar Dexia wordt door het gerechtshof Arnhem slechts veroordeeld tot
vergoeding van 80 % van de restschuld.
Dit is al beter als de omstreden
Duisenberg regeling, waarin slechts 1/3 van de gedupeerden in aanmerking komt
voor een beperkte vergoeding van 2/3 van de restschuld en het gros van de
gedupeerden met minder of helemaal niets genoegen moet nemen
De Hoge Raad
vernietigt het vonnis van het gerechtshof Arnhem is van mening dat deze zaak
opnieuw beoordeeld dient worden, waarbij ook de inleg van de gedupeerde
betrokken dient te worden.
In een verklaring na afloop van de uitspraken door
de Hoge Raad liet Dexia duidelijk merken blij te zijn met deze uitspraak die zij
vergeleek met de Duisenberg regeling.
De Hoge Raad heeft echter duidelijk
laten merken dat dit niet zo was.
De Stichting Platform Aandelen Lease
betreurt de uitspraken gedaan door Dexia en heeft vertrouwen in een correcte
uitkomst door het gerechtshof Amsterdam zoals aangegeven door de Hoge Raad in de
uitspraak in de zaak van Dexia, waarbij ook de inleg betroken
wordt.
Dit neemt niet weg dat de uitspraken door de Hoge
Raad teleurstellend waren en zeker niet een oplossing bieden om snel een einde
te maken aan de aandelenlease affaire
De Hoge Raad erkent dat de banken hun
zorgplicht hebben verzaakt, maar weigert hieraan een vaste conclusie te trekken
omtrent de schadeverdeling tussen bank en gedupeerde.
De Hoge Raad beschermt de banken door te stellen
dat gedupeerden die de inleg financieel konden dragen deze schade niet kunnen
verhalen op de banken, ondanks het schenden van de bijzondere zorgplicht door
deze banken.
Dit is volgens de stichting PAL de vergelijking met een dief die
niet vervolgd wordt wegens inbraak bij rijken, omdat zij dit verlies toch wel
kunnen dragen, maar wel vervolgd worden bij inbraak bij arme mensen.
Deze
uitspraak door de Hoge Raad is kenmerkend voor onze rechtspraak die al langer
onder vuur ligt wegens dubieuze uitspraken. Maar daar zijn de honderdduizenden
gedupeerden niet mee geholpen.
Voor deze mensen blijft (verder) procederen
over en dus geen snelle afhandeling van hun geschil met hun bank.
De
stichting Platform Aandelen Lease hoopt echter dat de betrokken banken deze
uitspraak zullen gebruiken om gedupeerden een passend schikkingsvoorstel aan te
bieden.
Gebeurt dit niet dan voorziet PAL een nog jarenlang durende
rechtsgang, waarbij de steeds mondiger wordende consument zal doorvechten tot
het einde.
Dankzij deze uitspraken door de Hoge Raad zou de aandelenlease
affaire mogelijk nog jarenlang een grote belasting opleveren voor onze
rechtspraak.
Een kort overzicht van de
uitspraken:
Uitspraak Hoge Raad. Schade effectenlease-overeenkomsten
deels vergoed
Den Haag, 5 juni 2009 - De kern van de beslissing in
de drie zaken is dat op de aanbieder van een effectenleaseproduct een bijzondere
zorgplicht rust om bij het aangaan van de overeenkomst indringend te waarschuwen
voor de financiële risico’s, vooral het restschuldrisico.
Deze brengt mee
dat de afnemer in duidelijke en niet mis te verstane bewoordingen moet worden
geïnformeerd over het aan de overeenkomst verbonden restschuldrisico bij
tussentijdse beëindiging.
Ook moet de aanbieder onderzoek doen naar de
financiële draagkracht van de afnemer.
De Hoge Raad bevestigt de beslissing van de
gerechtshoven dat Dexia, Levob en Aegon in deze gevallen zijn tekortgeschoten in
die bijzondere zorgplicht.
Als de financiële positie van de afnemer destijds
niet voldoende was om naar redelijke verwachting aan de betalingsverplichtingen
uit de overeenkomst te voldoen, had de aanbieder moeten adviseren de
overeenkomst niet aan te gaan.
Schending van deze zorgplichten brengt mee dat de
aanbieder van het effectenleaseproduct de schade moet vergoeden.
De schade
die vergoed moet worden zal in het algemeen bestaan uit de restschuld èn de
reeds betaalde rente en aflossing. Maar de aanbieder zal in beginsel niet alle
schade hoeven te vergoeden. Ook de afnemer wist of moest weten dat met geleend
geld werd belegd en dat over de geldlening rente moest worden betaald en dat het
geleende geld moest worden terugbetaald, ongeacht de waarde van de effecten bij
verkoop. Daarom zal de afnemer een deel van de schade zelf moeten dragen.
Van
de restschuld zal steeds een deel voor rekening van de afnemer kunnen worden
gelaten. Als de draagkracht van de afnemer destijds toereikend was om aan zijn
betalingsverplichtingen uit de overeenkomst te voldoen, zullen de rente en
aflossing in beginsel geheel voor rekening van de afnemer blijven. Als bij
onderzoek door de aanbieder zou zijn gebleken dat de afnemer redelijkerwijs niet
aan zijn betalingsverplichtingen zou hebben kunnen voldoen, zal een deel van de
rente en aflossing voor zijn rekening komen.
Het beroep op dwaling, misleidende reclame en het
ontbreken van de Wck worden afgewezen.
Alleen het schenden van de zorgplicht
blijft in deze 3 zaken overeind.
Voor de Dexia zaak heeft de Hoge Raad
geoordeeld dat de uitspraak door het gerechtshof Arnhem wordt vernietigd en deze
zaak is verwezen naar het gerechtshof Amsterdam om opnieuw beoordeeld te
worden.
Voor de Levob zaak betekent dit dat de uitspraken van het gerechtshof
Amsterdam en de rechtbank Utrecht blijven staan. De gedupeerde krijgt 60 % van
de schade vergoed.
Voor de Sprintplan zaak betekent dit dat er per
individuele situatie wordt gekeken of de schade (inleg) voor rekening van Aegon
kan komen en zo ja, welk percentage Aegon dient te vergoeden.