HOGE RAAD LEGT KIEM

VOOR KLASSENJUSTITIE

 

In blad De Financiële Consument van de Vereniging Consument & Geldzaken

Februari 2010

Door: Cees Roelofs

 

 

Vertrouwen, het is het sleutelbegrip geworden in de financiële crisis. Ook de politiek wil het vertrouwen van de burger herstellen. Maar hoe oordeelt de Hoge Raad in de rechtszaak tegen Dexia over de aandelenleaseproducten? De consumenten hadden beter moeten opletten en waren niet wantrouwend genoeg …

 

In Trouw van 8 januari verscheen een uitstekend stuk over vertrouwen door emeritus-hoogleraar sociologie Gerrit Kuiper. De onderkop luidde: “Een samenleving waarin onderling vertrouwen wordt ondermijnd, vereist controle van de controleurs”.

En verder: “De ervaring van elke dag leert ons hoe belangrijk het is dat de ene mens de andere kan vertrouwen. Als er geen vertrouwen is, wordt de samenhang in de samenleving bedreigd, dan wordt het samenleven moeilijk en soms onmogelijk gemaakt… Om het samenleven makkelijker en aantrekkelijker te maken dient het behoud van waarden en normen geconcretiseerd te worden door vertrouwen een grotere plaats in het maatschappelijk en politiek verkeer te geven”, aldus Kuiper.

 

45 PROCENT

Onze minister-president roept al jaren dat een herstel van normen en waarden nodig is. Zonder resultaat echter want het vertrouwen van de burger in de overheid neemt alleen maar af. Dat ligt niet zozeer aan de burger maar vooral aan de overheid die, mijns inziens, op het meest vitale punt tekortschiet, te weten op het gebied van wetgeving en rechtspraak. Onlangs las ik dat nog slechts 45 procent van de burgers vertrouwen heeft in onze rechtspraak en het verbaast mij dat dit percentage niet nog lager ligt.

 

MILJARDEN SCHADE

Neem nu eens als voorbeeld wat er zich in de afgelopen vijftien jaar in ons land heeft voorgedaan in de financiële sector. Allereerst was er het aandelenleasedrama waarbij leasebanken aan circa een half miljoen mensen op een misleidende wijze beleggingsproducten verkochten. De risico's werden volledig gedragen door de afnemers terwijl de banken zich maximaal hadden ingedekt. De gedupeerden leden een totaal verlies van circa zes miljard, het spiegelbeeld van de woekerwinsten voor de leasebanken. Tegelijkertijd speelde de kwestie van de woekerpolissen. Eveneens een gevolg van voorgespiegelde onrealistische winsten en verzwijgen van de risico’s. Harde cijfers ontbreken, maar gedacht moet worden aan bedragen van vele miljarden schade voor de gedupeerden.

 

BANKEN EN PALMINVEST

Bij de val van DSB bleek dat niet alleen de bank van Dirk Scheringa, maar ook vele andere banken en verzekeraars polissen verkochten met provisies tot 80 procent.

Zelfs de, als betrouwbaar bekendstaande, Rabobank, blijkt hypotheken te hebben verkocht waarbij essentiële informatie is achtergehouden.

Dan is er de Icesafe-affaire waarin mensen bedrogen zijn door verzwegen risico's. Een schadebedrag dat richting de anderhalf miljard gaat.

Ten slotte de verschillende oplichtingzaken zoals Palminvest, beleggingen in teakplantages,

Golden Sun, Easy Life, Royal Dubai en iets als Caribean Investment.

Het wachten is op het volgende schandaal. Ik werd vrijwel onmiddellijk op mijn wenken bediend.


  De Ombudsman en de Vereniging Eigen Huis meldden dat er op grote schaal woonlastenverzekeringen zijn verkocht. In de kleine lettertjes, in voor velen moeilijk begrijpbare taal, staan zo veel uitsluitingen dat zij spreken van een waardeloze verzekering.

 

AANDELENLEASE EN WOEKERPOLIS

Maar de omvangrijkste affaires tot nu toe zijn die van de aandelenlease en de woekerpolissen. Gerespecteerde en vertrouwde aanbieders hebben miljoenen gedupeerd en het bedrag van de schade is naar schatting meer dan dertig miljard. Om een indruk te geven van de immense omvang van de schade voor de burgers: als men dertig miljard zou moeten uittellen in munten van één euro zou men een reeks krijgen van achttien maal de omtrek van de aarde. Dat is de schade voor de gedupeerden en de onterechte winst voor de banken, verzekeraars en andere financiële dienstverleners.

Het toezicht door de minister van Financiën, de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten schoot ernstig tekort. Deels door onachtzaamheid maar ook door onvoldoende bevoegdheden om effectief te kunnen optreden. Zo gering als het vertrouwen van de overheid is in de integriteit en bekwaamheid van de burgers die aan de rand van of buiten de commerciële sector werken (controle op de controleurs), zo groot is het vertrouwen van diezelfde overheid als het gaat om bedrijven in de marktsector (convenanten en andere vormen van zelfregulering) in het bijzonder de financiële sector.

 

UITSPRAAK VERBIJSTEREND

Wat zegt onze rechtspraak hier nu van?

In al de hiervoor genoemde gevallen hebben de aanbieders onjuiste en/of onvoldoende informatie verstrekt. Zou deze wel juist en volledig zijn geweest dan had niemand deze slechte en veelal risicovolle producten, gekocht. Niemand sluit een aandelenleasecontract als hij weet dat hij op het moment van tekenen van het contract onmiddellijk een omvangrijk vermogensverlies lijdt. Niemand sluit een polis af als hij weet dat een groot deel van zijn geld opgaat aan kosten of provisies waardoor het voorgespiegelde rendement een illusie is. Niemand zet zijn geld op een bank die op wankelen staat.

Zowel bij de aandelenlease als bij de woekerpolissen gaat het om immense aantallen gedupeerden. De juridische strijd om de woekerpolissen zal nog wel even duren, maar het geschil met de grootste aanbieder van aandelenleasecontracten Dexia is zo goed als uitgevochten. Tegen andere leasebanken lopen er nog rechtszaken.

De jarenlange juridische strijd tussen Dexia en de gedupeerden is tot aan de Hoge Raad uitgevochten. Deze geeft daarom een goed beeld van de wijze waarop onze rechtspraak omgaat met financiële dienstverleners die hun afnemers met onjuiste, suggestieve en onvolledige informatie verleiden hun producten te kopen. Het resultaat is verbijsterend.

 

NIET SLIM GENOEG

Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van misleiding dient als maatstaf de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument bij kennismaking met de verstrekte informatie.

De Hoge Raad voegt daar uitdrukkelijk aan toe: “Voor een andere maatstaf, die uitgaat van een minder gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument, is geen plaats.” Als maatstaf wordt dus de gemiddelde consument genomen en dat betekent dat ongeveer de helft van de consumenten slim genoeg geacht wordt om door de mooie praatjes heen te kijken. De andere helft is niet slim genoeg maar dat is dan jammer. Hadden ze maar slimmer moeten zijn.

 

 ABSURD

Deze uitspraak van de Hoge Raad is om drie redenen absurd:

 

1. Een maatstaf is om te meten maar dat gebeurt niet. Zonder enige argumentatie stelt hij dat de bedoelde gemiddelde consument geacht mag worden uit de verstrekte informatie de risico’s te begrijpen.

Maar verderop in het vonnis stelt de Hoge Raad wel dat Dexia haar wettelijke plicht verzaakte om de afnemers in ondubbelzinnige, niet mis te verstane bewoordingen te waarschuwen voor de risico’s verbonden aan deze complexe en risicovolle beleggingsproducten.

Als men wil vaststellen wat de gemiddelde consument begrijpt van deze risico’s zou men dat via een steekproef kunnen achterhalen. Dat is niet door de rechtspraak gebeurd maar des te meer door de praktijk. Als de overgrote meerderheid van gedupeerden - dat is een steekproef van circa 400.000 - de risico’s niet heeft begrepen is dat het absolute bewijs dat de uitspraak van de Hoge Raad, dat de gemiddelde consument de risico's wel kon begrijpen, een uit de lucht gegrepen bewering zonder enige relatie met de werkelijkheid.

 

2. Op grond van simpele logica betekent deze uitspraak van de Hoge Raad dat deze 400.000 mensen allemaal behoren tot de categorie minder dan gemiddeld geïnformeerd en minder dan gemiddeld omzichtig en oplettend; de categorie niet voldoende geïnformeerd, niet intelligent genoeg, niet slim genoeg en bovenal: te goed van vertrouwen/niet wantrouwend genoeg.

Het is daarenboven een raadsel hoe verklaard moet worden dat onder de gedupeerden toch nogal wat mensen waren met een hbo- en universitaire opleiding, waaronder economen, docenten, accountants en minstens ook één rechter.

 

3. Het hanteren van de maatstaf van de gemiddelde consument verdeelt de 16 miljoen Nederlanders in circa 8 miljoen bovengemiddeld en 8 miljoen benedengemiddeld.

De bovengemiddelden worden geacht slim genoeg te zijn om door onvolledige, onrealistische en suggestieve informatie heen te kijken. De benedengemiddelden zijn daar niet toe in staat maar dat is hun eigen schuld. Hadden ze maar slimmer moeten zijn.

Maar juist minder slimme en minder ontwikkelde mensen hebben behoefte aan rechtsbescherming tegen lieden (RedKees: BureauRatten; woord niet zelf uitgevonden) die van hun gebrek aan inzicht en hun onkunde misbruik maken.

Domheid is evenmin verwijtbaar als blindheid. Als iemand misbruik maakt van de blindheid van zijn medemens spreekt iedereen daar schande van. Bij domheid mag dat van de Hoge Raad wel. Domme mensen hebben geen schuld aan hun domheid. Ze hebben daarom meer recht op rechtsbescherming. Dat is een kwestie van beschaving.

Met deze uitspraak heeft de Hoge Raad de kiem gelegd voor een nieuwe vorm van klassenjustitie. Nederland verwordt zo tot een paradijs voor bedriegers en oplichters.

 

VERTROUWEN GESTRAFT?

Het pleidooi van Kuipers om het vertrouwen een grotere plaats te geven in het maatschappelijke en politieke verkeer staat in schril contrast met de uitspraak van ons hoogste rechtscollege. Onze rechtspraak stuurt aan op een samenleving waarin vertrouwen wordt gestraft en waarin wantrouwen als een maatschappelijke deugd wordt gezien.

 

Cees Roelofs is auteur van het boek Schijnwerper op het bedrog van Legio Lease en de rol van onze rechtspraak. Dit boek is te bestellen via ons.


DE HELFT VAN DE CONSUMENTEN SLIM GENOEG GEACHT WORDT OM DOOR DE MOOIE PRAATJES HEEN TE KIJKEN

 

DOMME MENSEN HEBBEN GEEN SCHULD AAN HUN DOMHEID.

ZE HEBBEN DAAROM MEER RECHT OP RECHTSBESCHERMING

 

o O o