Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 143192 \ CV EXPL 05-853
Vonnis van de kantonrechter te Venlo d.d.
6 augustus 2008
in de zaak van:
de naamloze vennootschap Dexia Bank
Nederland N.V., gevestigd te Amsterdam,
eiseres in (deels
voorwaardelijke) conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr.
F.R.H, van der Leeuw,
tegen:
[X], wonende te [woonplaats] aan
[adres],
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr.
E. Baghery Ziabari.
Partijen zullen hierna de bank en [X] worden
genoemd.
1. Het verdere
verloop van de procedure
1.1. Dit blijkt uit het
navolgende:
- het vonnis van de kantonrechter van 28
september 2005 en de daarin genoemde
stukken;
- de akte
overlegging producties ten behoeve van de comparitie van partijen
(welke
comparitie geen doorgang heeft gevonden) zijdens [X] van 23 november
2005;
- de akte van schorsing;
- de
antwoordakte schorsingsverzoek;
- de akte van 7 december
2005 zijdens [X];
- de akte voortprocederen, tevens akte
inbreng producties van 17 oktober 2007
zijdens [X];
- de
akte uitlaten voortprocederen, tevens antwoordakte inbreng producties van
14
november 2007 zijdens de bank.
1.2. Ten slotte is vonnis
bepaald.
2. De verdere
beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie
2.1. De kantonrechter blijft bij
hetgeen in het vonnis van 28 september 2005 is overwogen en beslist. Bij dat
vonnis is een comparitie gelast die in verband met de schorsing van de procedure
geen doorgang heeft gevonden. De kantonrechter heeft na hervatting van de
procedure besloten om de zaak verder schriftelijk af te handelen.
2.2. In het vonnis van 28 september
2005 is overwogen dat de bank zich voorafgaand aan het sluiten van de
overeenkomst ervan had moeten overtuigen of [X] voldoende bestedingsruimte ter
beschikking had om aan haar verplichtingen uit de overeenkomst te kunnen
voldoen. Vastgesteld is dat de bank dat niet heeft gedaan waardoor de bank in
strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van haar verwacht mocht worden,
waardoor zij -in de onderhandelingsfase van de overeenkomst - een onrechtmatige
daad jegens [X] heeft begaan. Teneinde vast te stellen of, en zo ja, welke,
gevolgen dit moet hebben in deze procedures, heeft de kantonrechter vervolgens
gevraagd om nadere informatie over de financiële omstandigheden van [X] ten
tijde van het aangaan van de overeenkomst.
2.3. [X] heeft hierover informatie
verstrekt bij de aktes van 23 november 2005 en 17 oktober 2007. De bank heeft
zich vervolgens bij akte van 14 november 2007 over de geboden informatie
uitgelaten.
2.4. De kantonrechter heeft hierover
als volgt overwogen. De vraag naar de financiële situatie van [X] ten tijde van
het aangaan van de overeenkomst is relevant voor de uitkomst van deze
procedures, omdat moet worden vastgesteld of het onder 2.2 genoemde nalaten van
de bank heeft geleid tot schade. Het nalaten om de financiële positie in kaart
te brengen kan hier alleen tot schade hebben geleid als zou moeten worden
geoordeeld, dat daardoor een overeenkomst is totstandgekomen die niet zou zijn
totstandgekomen indien die financiële positie wel in kaart gebracht zou zijn.
Dat laatste zou het geval zijn indien de financiële situatie van [X] ten tijde
van het aangaan van de overeenkomst zodanig zou zijn geweest dat de overeenkomst
niet tot stand zou zijn gekomen of totstandgekomen zou mogen zijn. Indien de
financiële situatie destijds de overeenkomst namelijk wel zou hebben toegelaten
dan zou de onderhavige overeenkomst ook tot stand zijn gekomen. Het nu door [X]
geleden nadeel - dat er als gevolg van de koersdalingen onmiskenbaar is - kan in
dat laatste geval immers niet aan het nalaten van de bank worden toegerekend,
omdat dat nadeel er zonder dat nalaten ook zou zijn geweest.
2.5. De vraag is dus of kan worden
vastgesteld, dat de situatie van [X] ten tijde van het aangaan van de
overeenkomst zodanig was dat de overeenkomst niet tot stand had mogen komen. De
kantonrechter is van oordeel dat die conclusie niet kan worden getrokken op
basis van het voorhanden materiaal.
Nu [X] tweemaal financiële informatie in
het geding heeft gebracht, zal zij niet in de gelegenheid worden gesteld om nog
aanvullende informatie te verstrekken en zal de zaak worden afgedaan op basis
van het nu voorhanden materiaal.
Dat materiaal is echter ontoereikend om de
stelling van [X] te kunnen dragen, dat de overeenkomst niet paste bij haar
financiële situatie ten tijde van het aangaan van de overeenkomst. Meer in het
bijzonder is hierbij het volgende van belang. [X] heeft gesteld wat het
netto-inkomen van haar en haar partner was ten tijde van het aangaan van de
overeenkomst alsmede wat de hoogte was van een spaarrekening en de omvang van de
hypotheek. Daaruit kan de kantonrechter echter niet afleiden wat de
vermogenspositie was. De omvang van de hypotheek zegt daarover weinig als niet
ook de waarde van het huis bekend is. Daar komt bij dat is gesteld noch gebleken
dat de overige informatie volledig is: [X] zegt wel wat het saldo is van een
bepaalde spaarrekening maar heeft daarbij niet gemeld of dit de enige
spaarrekening is. Kortom: van een volledige weergave van zowel de inkomens- als
de vermogenspositie van [X] ten tijde van het aangaan van de overeenkomst is
geen sprake. [X] heeft aldus niet aan haar stelplicht voldaan. De kantonrechter
zal er daarom vanuit gaan dat die financiële situatie niet aan het aangaan van
de overeenkomst in de weg zou hebben gestaan. Dat oordeel wordt overigens ook
bevestigd door hetgeen [X] ter comparitie heeft verklaard, namelijk (1) dat de
betaling van de maandtermijnen geen probleem is geweest en (2) dat de betaling
van de eindafrekening wel een probleem is, wat door haar vooral werd verklaard
door de omstandigheid dat zij en haar partner na het sluiten van de onderhavige
overeenkomst een andere, duurdere woning hebben gekocht.
Uit het
vorenoverwogene volgt, dat het geconstateerde nalaten van de bank voor
de
voorliggende vorderingen niet van belang is omdat ook zonder dat nalaten
de overeenkomst
totstandgekomen zou zijn. Causaal verband tussen die
gedraging en de beweerde schade
ontbreekt.
2.6. Op grond van het vorenstaande
alsmede hetgeen is overwogen in het vonnis van 28 september 2005 is de
kantonrechter van oordeel dat de vordering in conventie dient te worden
toegewezen voor wat betreft het onvoorwaardelijke deel. De vordering in
reconventie moet worden afgewezen. Daardoor wordt de voorwaarde voor het
voorwaardelijke deel van de vordering in conventie niet vervult zodat de
kantonrechter daaraan niet toekomt. [X] dient, als de in het ongelijk gestelde
partij, te worden veroordeeld in de kosten van deze procedures.
3. De
beslissingen in conventie en in reconventie
3.1. Veroordeelt [X] om tegen
behoorlijk bewijs van kwijting aan de bank te betalen een bedrag van EUR
24.903,02 vermeerderd met de contractuele rente van 0,96% per maand over EUR
22.011,00 vanaf 3 februari 2004 tot de dag der algehele voldoening.
3.2. Wijst de vorderingen van [X]
af.
3.3. Veroordeelt [X] in de
proceskosten aan de zijde van de bank gevallen in conventie en tot aan dit
vonnis begroot op EUR 1.250,00 aan salaris voor de gemachtigde (EUR 1.800,00 aan
oorspronkelijk salaris minus het door gedaagde betaalde griffierecht bij de
sector civiel ad EUR 550,00), EUR 190,00 griffierecht bij de sector kanton
en
EUR 262,71 aan explootkosten, derhalve in totaal EUR
1.702,71.
3.4. Veroordeelt [X] in de
proceskosten aan de zijde van de bank gevallen in reconventie en tot aan dit
vonnis begroot op EUR 600,- als salaris voor de gemachtigde.
3.5. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar
bij voorraad voor wat betreft de veroordelingen onder 3.1, 3.3 en
3.4.
3.6. Wijst het meer of anders
gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.
Kluin, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 6 augustus 2008
uitgesproken in tegenwoordigheid van de
griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL