Het gebruik maken van deze uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

zaak-/rekestnummer: 110297/HA RK 05-25
datum beschikking: 12 september 2005
793
 
RECHTBANK TE HAARLEM
BESCHIKKING VAN DE MEERVOUDIGE KAMER CIVIELE ZAKEN
 
in de zaak van:
 
[X],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
procureur mr. E. Oversier.
 
-- tegen --
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gerekestreerde,
procureur mr H.K. Garvelin,
advocaat mr. C.T. Wiersma te Amsterdam.
 
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [X] respectievelijk Dexia.
 
1.    De loop van het geding
 
1.1   Ingekomen zijn de volgende stukken:
       - het op 22 november 2004 ter griffie ingekomen verzoekschrift, met producties;
       - het op 5juli 2005 ter griffie ingekomen een verweerschrift, met producties.
 
1.2   De mondelinge behandeling van de zaak heeft plàatsgevonden op 30 augustus 2005.
 
1.3   Mr.Oversier heeft kort voor aanvang van de mondelinge behandeling telefonisch aan de
       griffie laten weten waarschijnlijk niet ter mondelinge behandeling aanwezig te kunnen zijn in
       verband met werkzaamheden elders. Mr.Oversier is niet ter mondelinge behandeling verschenen.
 
1.4   [X] in persoon en mr. Wiersma voornoemd hebben de standpunten van partijen toegelicht.
 
1.5   Partijen hebben de rechtbank verzocht een beschikking te geven, waarvan de datum is bepaald
       op heden.
 
2.     De vaststaande feiten
 
2.1   [X] en Dexia zijn in 2000 een zogeheten effectenlease-overeenkomst aangegaan,
       bekend onder de naam ''Winstverdriedubbelaar''.
 
2.2   De echtgenote van [X] heeft zich tegenover Dexia beroepen op het bepaalde in artikel
       1:88 van Burgerlijk Wetboek (BW). Tussen de echtgenote van [X] en Dexia is terzake
       een procedure aanhangig.
 
2.3   Bij brief d.d. 14 september 2004 heeft [X] Dexia verzocht om hem een overzicht te
       geven van de hierna te noemen gegevens. Dit verzoek is opgesteld conform een door het
       televisieprogramma Tros Radar op 13 september 2004 gepubliceerd modelverzoek.
 
2.4   Dexia heeft het verzoek niet ingewilligd.
 
2.5   Na een poging tot bemiddeling door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), heeft
       het CBP op 3 november 2004 aan [X] bericht - kort gezegd - dat bemiddeling niet langer
       zinvol is en heeft het CBP [X] naar de rechter verwezen.
 
3.     Het verzoek
 
3.1   [X] verzoekt de rechtbank om Dexia te bevelen om aan hem de door hem gevraagde
       persoonsgegevens te verstrekken.
 
3.2   [X] legt hieraan ten grondslag dat Dexia bank afwijzend heeft gereageerd op een door
       hem op de voet van artikel 35 Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) ingediend verzoek
       en dat bemiddeling door het CBP geen resultaat heeft opgeleverd.
 
3.3   Ter zitting heeft [X] gesteld dat hij het verzoek heeft ingediend omdat hij de gegevens
       eventueel wenst te gebruiken wanneer hij Dexia zal dagvaarden in verband met het geschil
       tussen partijen ten aanzien van zijn restschuld uit hoofde Vande effectenlease-overeenkomst.
 
3.4   Het verzoek ziet op de volgende gegevens:
       - een kopie van de overeenkomst;
       - het risicoprofiel;
       - de aankoopbewijzen van de in de effectenlease-overeenkomst genoemde aandelen;
       - de afschriften van dividenduitkeringen;
       - de inventarisatie van de kredietwaardigheid van [X];
       - een schriftelijke uitwerking van gevoerde telefoongesprekken en
       - alle overige documenten die op verzoeker van toepassing zijn.
 
       Voorts wordt verzocht om inlichtingen over het doel van de verwerking(en), de ontvangers
       van de gegevens en over de herkomst van de gegevens.
 
4.     Het verweer
 
4.1   Dexia verzet zich tegen toewijzing van het verzoek. Op hetgeen Dexia heeft aangevoerd zal,
       voorzover van belang, bij de beoordeling van het verzoek worden ingegaan.
 
5.     Beoordeling van het verzoek
 
5.1   Het verzoek is ontvankelijk, nu het is ingediend binnen de in artikel 46 lid 2 WBP genoemde
       termijn.
 
5.2   Het verweer van Dexia, voor zover niet ziend op de individueel verzochte gegevens, komt
       erop neer dat [X] misbruik van bevoegdheid maakt als bedoeld in artikel 3:13 BW, omdat
       [X] het verzoek heeft ingediend met een ander doel dan waarvoor het recht op inzage
       is gegeven en met het enkele doel om Dexia te schaden. Dexia mag het verzoek dan ook
       weigeren, zo stelt zij, krachtens artikel 43 sub e WBP, op grond waarvan artikel 35 WBP
       buiten toepassing gelaten kan worden in het belang van de bescherming van de rechten en
       vrijheden van Dexia. Er is, aldus Dexia, sprake van een zogeheten "fishing expedition",
       waartegen het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in de artikelen 21 en 843a en
       daarnaast het stelsel van het bewijsrecht de wederpartij van de [X] beschermt door aan
       de waarheids- en exhibitieplicht strenge processuele waarborgen te verbinden. Volgens Dexia
       worden deze processuele waarborgen door inwillliging van een verzoek als het onderhavige,
       op onaanvaarbare wijze doorkruist.
 
5.3   Bovenstaand verweer van Dexia wordt verworpen. Hiertoe is het volgende redengevend.
 
5.4   Vooropgesteld wordt dat op grond van het bepaalde in artikel 35 lid 1 WBP iedere betrokkene
       het recht heeft om zich vrijelijk en met redelijke tussenpozen tot de verantwoordelijke in de
       zin van de WBP te wenden, met het verzoek hem mee te delen of hem betreffende persoonsgegevens
       worden verwerkt. De verantwoordelijke dient de betrokkene daarop binnen vier weken
       mee te delen of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. Het belang van de
       betrokkene bij het recht op kennisneming wordt daarbij verondersteld.
 
5.5   Een en ander betekent dat een betrokkene niet hoeft aan te tonen dat hij enig belang heeft bij
       het verzoek tot inzage van persoonsgegevens. Anders dan Dexia betoogt, betekent dat niet dat
       indien betrokkene een specifiek belang heeft dat verder strekt dan het controleren van de hem
       betreffende persoonsgegevens, hij op de voet van artikel 3:13 lid 2 BW misbruik maakt van
       recht, reeds omdat hij het recht van artikel 35 WBP gebruikt voor een ander doel dan waarvoor
       zij is verleend. Hoewel de wetgever, zoals Dexia betoogt, bij het creëren van de bevoegdheid
       van artikel 35 lid 1 WBP -beknopt weergegeven -het doel voor ogen heeft gestaan
       het betrokkenen mogelijk te maken de hen betreffende persoonsgegevens te controleren, geven
       de WBP en de ontstaansgeschiedenis daarvan geen aanleiding te veronderstellen dat de
       WBP die bevoegdheid uitsluitend voor dat doel heeft verleend. Dit betekent dat het feit dat [X]
       zijn bevoegdheid uit hoofde van artikel 35 lid 1 WBP mogelijk zal gebruiken met een
       anderdoel dan de hem betreffendepersoonsgegevenste controleren,niet zonder meer in de .
       weg staat aan verschaffing van inzage in de hem betreffende persoonsgegevens.
 
5.6   Dit zou anders kunnen zijn indien vast zou komen te staan dat [X] zijn verzoek doet met
       geen ander doel dan Dexia te schaden, of indien er sprake is van een onevenredigheid tussen
       het belang bij de uitoefening van de bevoegdheid van [X] en het belang van Dexia dat
       daardoor wordt geschaad.
 
5.7   In dit kader betoogt Dexia dat uit het feit dat [X] zijn verzoek heeft gedaan middels een
       door Tros Radar gepubliceerde standaardbrief, mede in aanmerking genomen de toelichting
       daarbij van Tros Rader, kan worden afgeleid dat [X] slechts het doel heeft om Dexia te
       schaden. Ook dit betoog faalt. [X] heeft in dit verband ter zitting gesteld dat de standaardbrief
       slechts een steun in de rug was, nu een eerder door hem gedaan verzoek een zeer
       summier overzicht van Dexia had opgeleverd. Dit laatste is door Dexia niet weersproken. Het
       komt de rechtbank niet onbegrijpelijk voor dat [X], die ten tijde van het indienen van
       zijn verzoek bij Dexia niet voorzien was van rechtskundige bijstand, de standaardbrief van
       Tros Radar heeft gebruikt om alsnog het door hem gewenste gegevens van Dexia te ontvangen.
       Dat daarbij de bedoeling voorstond om Dexia te schaden, kan op grond van voormelde
       stelling van [X] niet worden geconcludeerd.
 
5.8   Dat het achterhalen van de verzochte gegevens voor Dexia grote administratieve lasten
       meebrengt, is evenmin een reden voor weigering van het verzoek. Gelet op de toepasselijke
       regelgeving dient Dexia erop bedacht te zijn dat haar cliënten verzoeken als de onderhavige
       kunnen doen, zodat zij haar administratie daarop kan inrichten. Dat inmiddels ongeveer 4.000
       identieke verzoeken zijn ontvangen betreft aldus geen omstandigheid die aan [X] kan
       worden tegengeworpen.
 
5.9   Dexia heeft tenslotte niet aannemelijk gemaakt dat haar processuele belangen onredelijk
       zullen worden geschaad indien de opgevraagde gegevens in een eventueel door [X] aan
       te spannen procedure worden gebruikt. Dexia heeft aangevoerd dat bij gegevensverstrekking
       op grond van artikel 843a Rv een belangenafweging dient te worden gemaakt, die niet geldt
       bij gegevensvertrekking op grond van artikel 35 lid 1 WBP, maar zij heeft desgevraagd niet
       inzichtelijk gemaakt welk van haar belangen bij toepassing van artikel 35 lid 1 WBP in het
       geding is. Het door Dexia in dit verband opgeworpen argument dat zij niet verplicht is om [X]
       te helpen te voldoen aan zijn stel- en bewijsaandraagplicht, faalt. Dexia heeft immers
       niet (gemotiveerd) gesteld, en evenmin is gebleken, dat [X], indien het onderhavige verzoek
       wordt ingewilligd, over meer gegevens zal kunnen beschikken dan wanneer de mogelijkheid
       van artikel 35 lid 1 WBP niet bestond. Derhalve kan niet worden geconcludeerd dat
       sprake is van een onaanvaardbare doorkruising van het bepaalde in de artikelen 21 en 843a Rv
       en van het stelsel van het civiele bewijsrecht.
 
5.10 Nu Dexia geen verdere argumenten heeft aangevoerd op grond waarvan moet worden
       geoordeeld dat sprake is van misbruik van recht, dan wel dat Dexia een beroep toekomt op
       artikel 43 sub e WBP, leidt het voorgaande tot de conclusie dat Dexia, met inachtneming van
       het navolgende, aan [X] een overzicht conform artikel 35 lid 2 WBP dient te verstrekken.
 
5.11 Ten aanzien van de verzochte kopie van de overeenkomst heeft [X] ter zitting gemeld
       dat deze in zijn bezit is. Bij dit deel van het verzoek ontbreekt het [X] dus aan belang,
       terwijl het toezenden van de kopie kosten voor Dexia behelst. Dit deel van het verzoek zal
       derhalve worden afgewezen.
 
5.12 Ter zitting heeft Dexia gesteld dat zij niet weet of ten aanzien van [X] een risicoprofiel
       is opgesteld. Ten aanzien van het risico- of beleggingsprofiel stelt Dexia bovendien dat inzage
       van gegevens hieromtrent niet aan de orde is, nu zij niet verplicht is een dergelijk profiel op te
       stellen. De rechtbank verwerpt dit verweer. Gegevens over [X] met betrekking tot diens
       beleggerservaring, beleggingsdoelstellingen en financiële positie zijn aan te merken als gegevens
       die een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon betreffen. Indien ten aanzien
       van [X] een beleggingsprofiel is opgesteld, hetgeen Dexia zal dienen na te gaan,
       dienen de daarin verwerkte gegevens derhalve in het te verstrekken overzicht te worden vermeld.
       Of Dexia al dan niet verplicht was bedoelde gegevens te registreren is in dit verband
       niet van belang.
 
5.13 De aankoopbewijzen van de in de effectenlease genoemde aandelen betreffen geen persoonsgegevens,
       voor zover de aandelen gebundeld zijn ingekocht ten behoeve van meerdere cliënten
       van Dexia. In dat geval betreft het geen gegevens met betrekking tot een identificeerbare
       of geïdintificeerde persoon en behoeft in het overzicht van deze gegevens geen melding te
       worden gemaakt. Gelet op de stelling van [X], dat hem door Dexia vóór het sluiten van
       de overeenkomst is meegedeeld dat aandelen op zijn naam zouden worden ingekocht, dient
       Dexia, indien dit inderdaad het geval is, in het overzicht wel melding te maken van de aankoopbewijzen
       op naam van [X].
 
5.14 Ten aanzien van de verzochte afschriften van dividenduitkeringen geldt, in aansluiting op het
       voorgaande, dat slechts voorzover Dexia beschikt over dividendbewijzen ten aanzien van uitsluitend
       op naam van [X] ingekochte aandelen, die bewijzen in het te verstrekken overzicht
       dienen te worden vermeld.
 
5.15 Gegevens omtrent de kredietwaardigheid van [X] waarover Dexia beschikt zullen
       eveneens in een te verstrekken overzicht moeten worden opgenomen. Dat die gegevens ook
       bij het Bureau Kredietregistratie kunnen worden opgevraagd doet niet af aan de verplichting
       van Dexia op grond van de WBP om deze gegevens in het overzicht op te nemen.
 
5.16 Ten aanzien van gevoerde telefoongesprekken heeft Dexia aangevoerd dat telefoongesprekken
       die zijn gevoerd vóór augustus 2002 wel zijn opgenomen, maar niet herleidbaar zijn tot
       [X], omdat telefoongesprekken in die tijd willekeurig werden opgenomen. Nu deze
       bandopnamen aldus geen gestructureerd geheel vormen en dus niet kunnen worden aangemerkt
       als bestand als bedoeld in artikel 1 sub c WBP, behoeft Dexia hiervan geen melding te
       maken in het te verstrekken overzicht. Met betrekking tot de gesprekken ná augustus 2002
       heeft Dexia gesteld dat [X] deze ten kantore van Dexia kan komen afluisteren. Hieruit
       volgt dat Dexia de beschikking heeft over bestanden die tot [X] herleidbaar zijn en
       waarop de WBP ingevolge artikel 2 lid 1 toepasselijk is. In het te verstrekken overzicht zal
       daarom melding moeten worden gemaakt van deze bestanden.
 
5.17 Voorzover Dexia voor het overige over documenten beschikt die voldoen aan de definitie van
       artikel 1 sub a WBP, zal hiervan in het te verstrekken overzicht melding moeten worden gemaakt.
 
5.18 Gelet op het bepaalde in artikel 35 lid 2 WBP dient Dexia ook de verzochte inlichtingen te
       verstrekken over het doel van de verwerking(en), de ontvangers van de gegevens en over de
       herkomst van de gegevens, dit laatste voorzover beschikbaar. In dit verband heeft Dexia onweersproken
       aangevoerd dat zij, bij gebreke van een verplichting daartoe, niet van geval tot
       geval vastlegt hoe zij gegevens heeft verkregen, zodat zij hierover geen specifieke informatie
       kan verstrekken. Gelet hierop voert Dexia terecht aan dat zij met het verstrekken van globale
       inlichtingen kan volstaan. Met betrekking tot de ontvangers van de gegevens heeft Dexia
       eveneens terecht gesteld dat zij op grond van de WBP, voordat een betrokkene gebruik heeft
       gemaakt van de bevoegdheid uit artikel 36 WBP, slechts gehouden is om inlichtingen te verstrekken
       over de categorieën van ontvangers. Deze inlichtingen over de categorieën van ontvangers
       zullen moeten worden verstrekt.
 
5.19 Dexia zal, als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in
       de kosten van deze procedure, gevallen aan de zijde van [X].
 
6.     Beslissing
 
       De rechtbank:
 
6.1   Beveelt Dexia om [X] een overzicht te verstrekken met betrekking tot de hem betreffende,
       door Dexia verwerkte persoonsgegevens alsmede om inlichtingen te verstrekken ten
       aanzien van de categorieën van ontvangers, een en ander met inachtneming van het hiervoor
       onder 5.10 tot en met 5.18 overwogene.
 
6.2   Veroordeelt Dexia in de kosten van deze procedure, tot aan deze beslissing aan de zijde van
       [X] begroot op € 241,- aan verschotten en op nihil aan salaris voor de procureur.
 

       Deze beschikking is gegeven door mr. J.I. Rood, lid van deze kamer, en in het openbaar uitgesproken
       ter terechtzitting van 12 september 2005, in tegenwoordigheid van mr. V. van Toledo,
       griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL