Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK GRONINGEN
 
Sector kanton
 
Locatie Groningen
 
Zaak-\rolnummer: 368784 CV EXPL 08-8779
 
Vonnis d.d. 11 februari 2009
 
inzake
 
de buitenlandse vennootschap Varde Investments (Ireland) Limited,
gevestigd te Dublin 1 (Habourmaster Place) Ierland,
eiseres in conventie, tevens verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna Varde te noemen,
gemachtigde Tijhuis en Partners, gerechtsdeurwaarders te Meppel,
 
tegen
 
[X],
wonende te [woonplaats].
gedaagde in conventie, tevens eiser in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna [X] te noemen,
gemachtigde mr. L.S. Slinkman, advocaat te Hoogezand,
 
en
 
[Y],
eveneens wonende te [woonplaats]
die zich aan de zijde van [X] (haar echtgenoot) heeft gevoegd,
hierna [Y] te noemen,
gemachtigde mr. L.S. Slinkman, advocaat te Hoogezand.
 
PROCESGANG
 
De procesgang blijkt uit het volgende:
 
- dagvaarding
- incidentele conclusie van eis/conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie
- conclusie van antwoord in het incident
- incidenteel vonnis van 24 september 2008
- conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie
- conclusie van dupliek in conventie/repliek in reconventie
- conclusie van dupliek in reconventie
 
Partijen hebben producties in het geding gebracht.
 
Vonnis is (nader) bepaald op heden.
 
OVERWEGINGEN
 
De feiten
 
1.    Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
 
1.1.  Varde is de rechtsopvolgster van Dexia Bank Nederland NV, gevestigd te Amsterdam (hierna Dexia te noemen). Dexia is de rechtsopvolgster van Bank Labouchere NV, tevens handelend onder de naam Legio, en op haar beurt rechtsopvolgster van Legio Lease BV.
 
1.2.  [X] en één van de rechtsvoorgangsters van Dexia hebben op 28 mei 1998 een overeenkomst gesloten met betrekking tot het product Direct Rendement Effect (contractnummer 29001414). Naast [X] heeft ook [Y] het contract ondertekend.
 
1.3.  Op 22 april 2003 heeft [X] het zogenaamde "Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod" ondertekend.
 
1.4.  Het Gerechtshof te Amsterdam heeft op 25 januari 2007 de zogenaamde Duisenberg-regeling algemeen verbindend verklaard. [X] én zijn echtgenote hebben vóór de daarvoor bepaalde datum en op de voorgeschreven wijze een zogenaamde opt-out verklaring afgelegd.
 
De vorderingen
 
2.     Varde vordert de veroordeling van [X] tot betaling van € 41.363,86 vermeerderd met rente. Haar vordering bestaat uit € 34.385,90 aan hoofdsom, € 5.157,86 aan buitengerechtelijke kosten en € 1.820,10 aan rente berekend tot 10 januari 2008.
 
3.     [X] vordert (samengevat) dat Varde wordt veroordeeld om aan hem terug te betalen hetgeen hij aan Varde heeft betaald (vermeerderd met rente) alsmede om de inschrijving bij het Bureau Kredietregistratie op straffe van een dwangsom te (doen laten) verwijderen.
 
Het geschil
 
4.     Partijen verschillen van mening over de verschuldigdheid van het door Varde gevorderde bedrag en over de toewijsbaarheid van de vordering van [X].
 
5.     Waar nodig zal hierna nader op de stellingen van partijen worden ingegaan.
 
De beoordeling in conventie en in reconventie
 
6.     Gelet op de onderlinge samenhang zullen de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk worden behandeld.
 
7.     Bank Labouchere en [X] worden in de hiervoor onder 1.2 genoemde overeenkomst van 28 mei 1998 als contractspartijen vermeld. [Y] heeft de overeenkomst weliswaar mee ondertekend, maar dat betekent niet dat zij contractspartij is geworden. Zij heeft dat stuk namelijk "slechts" als echtgenote ondertekend, daarmee aangevende dat zij haar echtgenoot toestemming geeft voor het aangaan van de overeenkomst.
8.     [X] heeft op 22 april 2003 het "Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod" ondertekend. Daarin staat onder andere vermeld:
    Ja, ik ga in op hel Dexia Aanbod.
    Door ondertekening van dit formulier, dat voor zoveel nodig geldt als een akte, ga ik met Dexia Bank Nederland N. V. de (hereenkomst Dexia Aanbod aan. De volledige tekst van de Overeenkomst Dexia Aanbod als opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod moet, voor zoveel nodig, geacht worden volledig in dit aanmeldingsformulier te zijn ingelast en herhaald. Ik verklaar deze overeenkomst ontvangen, gelezen en begrepen te hebben, en met de bepalingen daarvan in te stemmen.
9.     Door ondertekening van dat aanvraagformulier is naar het oordeel van de kantonrechter een rechtsgeldige overeenkomst tussen Dexia en [X] tot stand gekomen (hierna de aanbodovereenkomst te noemen). Omdat [Y] geen contractspartij is bij de oorspronkelijke overeenkomst (van 28 mei 1998) en in de aanbodovereenkomst slechts de voor [X] nadelige gevolgen uit de oorspronkelijke overeenkomst worden geregeld, hoefde zij ([Y]) de aanbodsovereenkomst namelijk niet mede te ondertekenen. Verder stelt [X] zich ten onechte op het standpunt dat er geen sprake kan zijn van een overeenkomst, omdat hij het formulier te laat zou hebben ingediend. Dexia heeft [X] weliswaar geschreven dat hij alleen van het Dexia Aanbod gebruik kon maken als het aanmeldingsformulier vóór 22 april 2003 door Dexia was ontvangen en het formulier is kennelijk iets later bij Dexia binnengekomen, maar doordat Dexia daar geen punt van heeft gemaakt is de overeenkomst naar het oordeel van de kantonrechter rechtsgeldig tot stand gekomen. In ieder geval kan [X] zich thans niet meer op de te late inzending van dat formulier beroepen.
 
10.   Naar het oordeel van de kantonrechter moet de aanbodovereenkomst als een vaststellingsovereenkomst worden gekwalificeerd. Een dergelijke overeenkomst is tevens bedoeld om onzekerheden of geschillen te voorkomen over hetgeen tussen partijen rechtens geldt. Omdat [X] geen argumenten heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat deze overeenkomst zou moeten worden vernietigd of ontbonden, zijn zowel Dexia als [X] daaraan gebonden.
 
11.   Door de aanbodovereenkomst met Dexia aan te gaan, heeft [X] zijn verweer voor zover dat is gericht tegen de oorspronkelijke overeenkomst, dan ook prijsgegeven. Dat verweer kan hem thans dan ook niet meer baten, zodat daaraan voorbij zal worden gegaan.
 
12.   Varde stelt dat [X] op grond van de aanbodovereenkomst in hoofdsom een bedrag van € 34.385,90 aan haar verschuldigd is. [X] heeft de juistheid daarvan niet, althans niet gemotiveerd weersproken. Dit bedrag zal daarom worden toegewezen, evenals de daarover gevorderde rente.
 
13.   De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen evenwel worden afgewezen. Uitgangspunt is namelijk dat de buitengerechtelijke werkzaamheden meer moeten omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning. Nu hiervan niet is gebleken, dienen deze werkzaamheden te worden aangemerkt als zijnde ter voorbereiding van de processtukken en instructie van de zaak.
 
14.   Gelet op het voorgaande komt de reconventionele vordering niet voor toewijzing in aanmerking.
 
15.   [X] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten, waarbij de kosten in reconventie op nihil zullen worden bepaald, gelet op de nauwe samenhang met de conventie.
 
BESLISSING
 
De kantonrechter:
 
in conventie en in reconventie
 
1.    veroordeelt [X] om tegen kwijting aan Varde te betalen € 36.206,00 vermeerderd met de wettelijke rente over € 34.385,90 vanaf 10 januari 2008 tot de dag der algehele voldoening;
 
2.    wijst af de vordering van [X] en het door Varde meer of anders gevorderde;
 
3.    veroordeelt [X] tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van Varde tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 201,00 aan griffierecht, f. 88,71 aan explootkosten en € 800,00 voor salaris van de gemachtigde;
 
4.    verklaart de veroordelingen sub I. en 3. uitvoerbaar bij voorraad;
 
5.    wijst af het meer of anders gevorderde.
 

Dit vonnis is gewezen door mr. G.R. van Baak-Klijnsma, kantonrechter, en op 11 februari 2009 uitgesproken ter openbare
terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL