Vonnis van de
kantonrechter
i n z a k e
[X],
wonende te
[woonplaats],
eiseres,
nader te noemen [X],
gemachtigde: mr. M.J.
Meijer,
t e g e n
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND
N.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te
noemen Dexia,
gemachtigde: dw. P. Swier.
De procedure
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de
dagvaarding van 17 februari 2006, met producties.
Daarna heeft Dexia bij akte schorsing van de procedure
aangezegd krachtens de Wet collectieve afwikkeling massaschade (WCAM). Bij
rolmededeling van 7 maart 2006 is vastgesteld dat de procedure is
geschorst.
Na de zogenoemde WCAM-beschikking van 25 januari 2007
van het gerechtshof te Amsterdam heeft [X] een afschrift overgelegd van de
opt-out verklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW),
waarin zij verklaart niet aan de verbindendverklaring gebonden te willen zijn.
Naar aanleiding daarvan is beslist dat de onderhavige procedure wordt
hervat.
Vervolgens is ingediend:
- de
conclusie van antwoord van Dexia, met producties.
Bij tussenvonnis van 20 juni 2007 is bepaald dat de
procedure schriftelijk wordt voortgezet. Daarna zijn
ingediend:
- de conclusie van repliek van [X], met
producties,
- de conclusie van dupliek van
Dexia.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
Gronden van de
beslissing
Indeling van het vonnis
Het vonnis heeft de volgende
onderdelen:
1.
Feiten
2. Vorderingen
[X]
3. Standpunt
[X]
4. Standpunt
Dexia
5. Beoordeling van de vorderingen
1.
Feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene
titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van
Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede
begrepen.
1.2. [X] was bij het aangaan van de hieronder
bedoelde overeenkomsten gehuwd met [Y] (hierna: [Y]).
1.3. [Y] heeft meerdere lease-overeenkomsten
ondertekend waarop hij als lessee staat vermeld, met als wederpartij
Labouchere.
1.4. Op of omstreeks 29 november 2000 is [Y] de
overeenkomst WinstVerDriedubbelaar aangegaan onder nummer 29482473. Deze
overeenkomst kent een looptijd van 36 maanden en bepaalt onder meer dat [Y] in
totaal voor een aankoopsom (hoofdsom) van 38.876,91 aandelen leaset en bij
vooruitbetaling een bedrag van 7.341,48 aan maandtermijnen verschuldigd is
alsmede een eenmalig bedrag van 45,38 op of omstreeks 35 maanden na
aankoopdatum. De totale leasesom beloopt 46.218,39 waarin begrepen
7.341,48 rente.
1.5. Op of omstreeks 28 december 2000 is [Y] de
overeenkomst Beleggen met Bonus aangegaan onder nummer 90185158. Deze
overeenkomst kent een looptijd van 36 maanden en bepaalt onder meer dat [Y] in
totaal voor een aankoopsom (hoofdsom) van 5.491,04 aandelen leaset en bij
vooruitbetaling een bedrag van 1.894,32 aan maandtermijnen verschuldigd is
alsmede een eenmalig bedrag van 45,38 op of omstreeks 35 maanden na de
aankoopdatum. De totale leasesom beloopt 7.385,36 waarin begrepen 1.894,32
rente.
1.6. Op of omstreeks 16 maart 2001 is [Y] de
overeenkomst WinstVerDriedubbelaar
aangegaan onder nummer [nummer]. Deze
overeenkomst kent een looptijd van 36 maanden en bepaalt
en bepaalt onder
meer dat [Y] in totaal voor een aankoopsom (hoofdsom) van 18.961,56 aandelen
leaset en bij vooruitbetaling een bedrag van 3.572,28 verschuldigd is aan
maandtermijnen alsmede een eenmalig bedrag van 45,38 op of omstreeks 35
maanden na de aankoopdatum. De totale leasesom beloopt 22.488,84 waarin
begrepen 3.572,28 rente.
1.7. Op of omstreeks 16 maart 2001 is [Y] de
overeenkomst WinstVerDriedubbelaar aangegaan onder nummer 75041919. Deze
overeenkomst kent een looptijd van 36 maanden en bepaalt onder meer dat [Y] in
totaal voor een aankoopsom (hoofdsom) van 19.644,12 aandelen leaset en 36
maandtermijnen van 114,49 verschuldigd is alsmede een eenmalig bedrag van
45,38 op of omstreeks 35 maanden na de aankoopdatum. De totale leasesom beloopt
23.765,76 waarin begrepen 4.121,64 rente.
1.8. De onder 1.4. t/m 1.7. genoemde
overeenkomsten worden hierna aangeduid met de lease-overeenkomsten. Uit hoofde
van de lease-overeenkomsten heeft [Y] in totaal een bedrag van 16.929,72
betaald ( 7.341,48 + 1.894,32 + 3.572,28 + 4.121,64 (36 x
114,49)).
1.9. Aan het einde van de looptijd van de
lease-overeenkomsten heeft Dexia eindafrekeningen opgesteld. Uit hoofde hiervan
heeft [Y] in totaal 43.973,41 ( 26.920,84 + 6 2.801,94 + 6.934,71 +
7.315,92) aan Dexia betaald.
1.10. In totaal is door [Y] in het kader van de
lease-overeenkomsten 60.903,13 aan Dexia betaald (zijnde de optelling van de
hiervoor onder 1.8. en 1.9. genoemde bedragen).
1.11. [X] heeft aan [Y] geen schriftelijke toestemming
verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomsten.
1.12. Bij brief van 7 februari 2003 heeft [X] de
nietigheid ingeroepen van de leaseovereenkomsten, althans vernietiging in rechte
aangekondigd, en terugbetaling gevorderd op een termijn van 14
dagen.
2. Vorderingen
[X]
2.1. [X] vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk
uitvoerbaar bij voorraad:
"1.
voor recht te verklaren dat (a) de hiervoor
genoemde effectenlease-overeenkomsten te kwalificeren is als overeenkomst van
koop op afbetaling in de zin van artikel 1:88 lid 1 sub d BW en de op deze
effectenleaseovereenkomst van toepassing is het bepaalde in de artikelen 1:88 en
1:89 BW en (b) voor recht te verklaren dat de in het geding zijnde
effectenleaseovereenkomst zonder dat beide echtgenoten deze hebben ondertekend
dan wel hebben toegestemd in de totstandkoming van de effectenleaseovereenkomst,
vernietigd is althans vernietigbaar is op grond van het bepaalde in artikel 1:89
BW, in concreto voor recht te verklaren dat (c) de huurkoopovereenkomst met
nummer 90185158, 75041919, 75041920 en 29482473 (zie prod 2) rechtsgeldig door
eiseres is vernietigd en dat dit impliceert dat Dexia geen enkele toewijsbare
vordering jegens de effectenleasecontractant en eiseres kan instellen uit hoofde
van de (vernietigde) effectenlease-overeenkomst;
2.
Dexia te veroordelen tot betaling, tegen een
behoorlijk bewijs van kwijting, aan eiseres van het tot en met heden
onverschuldigd door haar aan Dexia betaalde bedrag, te vermeerderen met de
wettelijke rente per datum afboeking, tot de dag der algehele voldoening
hiervan;
3.
Dexia te gebieden om binnen 7 dagen na
betekening van dit vonnis aan de Stichting Buro Kredietregistratie schriftelijk
te melden dat geen betalingsachterstanden bestaan op basis van genoemde
overeenkomst, op straffe van verbeurte van een dwangsom van 500,00per dag of
gedeelte daarvan dat Dexia zou nalaten aan deze veroordeling te voldoen, met een
maximum van 10.000,00.
4.
Dexia te veroordelen te betalen een bedrag van
250,00 te vermeerderen met brw (eiseres als natuurlijk persoon geen btw kan
verrekenen), zijnde de door de eiseres gemaakte buitengerechtelijke kosten ter
behartiging van onderhavige procedure, met daarnaast veroordeling van Dexia in
de kosten van deze procedure, die van de ingeschakelde (rol)gemachtigde
daaronder begrepen."
3. Standpunt
[X]
3.1. [X] stelt dat de lease-overeenkomsten moeten worden
aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop
op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW en dus de toestemming behoefden
van [X] ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat [X] deze (schriftelijke)
toestemming niet verleend heeft, heeft zij de lease-overeenkomsten rechtsgeldig
kunnen vernietigen.
4. Standpunt
Dexia
4.1. Dexia betwist de vorderingen van [X] en voert
- kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomsten niet kunnen worden aangemerkt
als huurkoop.
4.2. Voorts voert Dexia aan dat geen sprake is van
vernietigbaarheid als bedoeld in art.
1:89 BW omdat - kort gezegd - art. 1:88
BW geen betrekking heeft op vermogensrechten als de onderhavige, geen sprake is
van huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat partijen niet hebben beoogd om
[Y] de effecten te doen verkrijgen. Dexia stelt verder dat de huwelijkspartner
haar in art. 1:88 BW bedoelde toestemming ook op andere wijze dan schriftelijk
kan verlenen en biedt aan te bewijzen dat die toestemming op andere wijze is
verleend. Volgens Dexia is onwaarschijnlijk dat [X] niet op de hoogte was van de
lease-overeenkomsten. De bekendheid van [X] blijkt eens te meer uit het feit dat
de verschuldigde bedragen zijn betaald van een en/of rekening van [X] en [Y].
Dat laatste geldt bovendien ook voor de andere lease-overeenkomsten die [Y]
heeft gesloten, doch waarvan niet de vernietigbaarheid is ingeroepen. Volgens
Dexia zijn van de genoemde en/of rekening niet alleen de verschuldigde bedragen
betaald, maar is daar ook de winst uit de lease-overeenkomsten op
uitgekeerd.
4.3. Dexia voert verder aan dat ingeval zij
wettelijke rente verschuldigd is, dit pas het geval kan zijn vanaf het moment
dat zij in verzuim verkeerde.
4.4. Dexia wijst er voorts op dat geen
achterstandsnoteringen bij het BKR staan vermeld, omdat [Y] de eindafrekeningen
heeft voldaan. Voorts voert zij aan dat zij zelf niet in staat is om een
registratie bij het BKR ongedaan te maken.
4.5. Tot slot betwist Dexia de gevorderde
buitengerechtelijke kosten, de veroordeling in de proceskosten en de gevorderde
uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
5. Beoordeling van de
vorderingen
5.1. In het vonnis van deze rechtbank van 27 april
2007, LJN nummer BA 3914, zijn in een soortgelijk geschil een aantal
rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit
geding met name van belang zijn:
- huurkoop en bevoegdheid (rov 8.1);
- artikel 1:88/l
:89 BW (rov 8.2).
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het vonnis
van 27 april 2007 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt
afgeweken. In het onderhavige geval komt dat neer op het volgende.
Huurkoop; bevoegdheiden artikel
1:88/1:89
5.2. Lease-overeenkomsten als de onderhavige
worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
5.3. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op de
lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij
akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het
gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov 2.12.3). Aangezien
deze schriftelijke toestemming telkenmale ontbreekt, had [X] de bevoegdheid een
beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid, zodat dit beroep
slaagt.
5.4. Dientengevolge dienen alle betalingen van [Y]
aan Dexia ter zake van de leaseovereenkomsten te worden gerestitueerd,
verminderd met hetgeen [Y] eventueel ter zake van die overeenkomsten van Dexia
ontvangen heeft. De kantonrechter is er daarbij vanuit gegaan dat waar in de
dagvaarding, en met name de eis, sprake is van 'effectenlease-overeenkomst',
feitelijk de meervoudsvorm bedoeld is, nu de leaseovereenkomsten met de
corresponderende nummers in de eis worden vermeld.
Wettelijke rente
5.5. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar
over het in 5.4. bedoelde saldo van de door Dexia te restitueren betalingen
vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het
moment waarop de door [X] in haar onder 1.12 bedoelde brief genoemde
betalingstermijn verstreek, derhalve met ingang van 22 februari 2003 voor wat
betreft de betalingen die daarvoor zijn gedaan. Voor betalingen vanaf 22
februari 2003 wordt de wettelijke rente toegekend vanaf het moment van
betaling.
Buitengerechtelijke kosten
5.6. De gevorderde buitengerechtelijke kosten
worden afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat werkzaamheden zijn
verricht anders dan ter voorbereiding van processtukken en instructie van de
zaak.
BKR registratie
5.7. De vordering met betrekking tot de BKR
registratie wordt afgewezen, nu de leaseovereenkomsten zijn beλindigd en [Y]
geen betalingsverplichtingen meer heeft en dus geen belang meer heeft bij de
vordering bestaat.
Proceskosten
5.8. Gelet op de uitslag van de procedure dient
Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.9. Er is bij afweging van de belangen van beide
partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis niet
uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Overig
5.10. De eigendom van de in het kader van de
lease-overeenkomsten gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
Beslissing
De kantonrechter:
I. verklaart voor recht dat artikel
1:88 BW op de lease-overeenkomsten van toepassing is en dat de
lease-overeenkomsten derhalve buitengerechtelijk vernietigd zijn;
II. veroordeelt Dexia aan [X] te
voldoen:
60.266J.3 aan hoofdsom;
de wettelijke rente over de vσσr 22
februari 2003 betaalde bedragen: vanaf 22
februari 2003 tot aan de dag der
voldoening;
de wettelijke rente over vanaf 22 februari 2003 betaalde
bedragen: vanaf het moment
van betaling tot aan de dag der
voldoening;
III. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op:
- voor verschuldigd
griffierecht
105,00
- voor
het exploot van
dagvaarding
84,87
-
voor salaris van
gemachtigde
1.200,00
In
totaal:
1.389,87
een en ander, voor
zover verschuldigd, inclusief BTW;
IV. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar
bij voorraad;
V. wijst het meer of anders gevorderde
af.
Aldus gewezen door mr. M.S.F. Voskens, kantonrechter, en
uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 oktober 2007 in tegenwoordigheid
van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL