Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer: 1043110 / DX EXPL 09-266
Vonnis
van: 23 september 2009
F.no.: 632
Vonnis van de
kantonrechter
inzake
[X],
wonende te
[woonplaats],
eiser,
nader te noemen [X],
gemachtigde: mr. N.
Boerman-Bove,
tegen
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te
noemen Dexia.
gemachtigde: Swier & Van der Weijden
Gerechtsdeurwaarders.
Procedure
1.1. De volgende processtukken zijn
ingediend:
- de dagvaarding van 17 april 2009,
met producties.
- de conclusie van antwoord,
met producties.
1.2. Bij tussenvonnis van 8 juli 2009
is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2009. Ter
comparitie zijn verschenen [X], bijgestaan door zijn gemachtigde mr. N.
Boerman-Bove, [Y] (hierna: [Y]), echtgenote van [X], en van de zijde van Dexia
C.F. Weterings. bijgestaan door mr. J. van den Berg. Van hetgeen besproken is
ter comparitie heeft de griffier aantekening gehouden. Voorafgaand aan deze
comparitie heeft [X] bij faxberichten van 25 augustus 2009 zijn eis vermeerderd
en aanvullende stukken in het geding gebracht. Dexia heeft per fax van 17
augustus 2009 aanvullende stukken ingediend. Alle stukken behoren thans tot de
gedingstukken.
1.3. Daarna is vonnis bepaald op
heden.
Gronden van de
beslissing
2.
Feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
2.1. Dexia is de rechtsopvolgster
onder algemene titel van Bank Labouchere N.V.. alsmede van Legio Lease B.V.
(hierna: Labouchere of Legio Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar
rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
2.2. [X] heeft de volgende
lease-overeenkomsten ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als
wederpartij Dexia:
Nr. Contractnr. Datum Naam
Leasesom Looptijd Termijn bedrag
1.
73030590 30.05.97
WinstVerdubbelaar
16.687,17 60 mnd 114.03
2.
73030591 30.05.97
WinstVerdubbelaar
16.687,17 60 mnd 114,03
3.
74029278 05.03.98 WinstVerDriedubbelaar
42.979,04 36 mnd 231,06
4.
74058960 27.03.98 WinstVerDriedubbelaar
83.447,10 36 mnd 448,63
De in de procedure betrokken
lease-overeenkomsten zullen hierna als individuele overeenkomst worden aangeduid
met het betreffende nummer uit de linker kolom van bovenstaande tabel en
gezamenlijk als 'de lease-overeenkomsten'
Lease-overeenkomst 1 tot en met 3 staan op naam
van de heer A.J. [X], leaseovereenkomst 4 staat op naam van de heer/mevrouw A.J.
[X] B. v. Beheermij.
2.3. Aan het einde van de looptijd
van lease-overeenkomst 4 is deze op 27 maart 2001 verlengd voor de duur van 36
maanden. De leasesesom bedroeg 90.512,53 en het termijnbedrag
644,90.
2.4. [Y], met wie [X] ten tijde
van het aangaan van de lease-overeenkomsten was gehuwd, heeft aan [X] geen
schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de
lease-overeenkomsten.
2.5. Dexia heeft eindafrekeningen
opgesteld met de volgende resultaten:
Nr. Datum
eindafrekening Resultaat Aan
Dexia voldaan op:
1.
29.05.02
+ 6 2.493,79 Ontvangen
2.
29.05.02
+ 2.493,79 Ontvangen
3.
05.03.01
+ 5.082,01 Ontvangen
4.
19.04.02
- 50,90 Voldaan op
19.04.02
Blijkens het door Dexia overgelegde overzicht was
er bij be๋indiging van lease-overeenkomst 4 een negatief resultaat van
1.802,65, welk bedrag door [X] is voldaan op 19 april 2002.
2.6. Bij brief van 29 september 2008
heeft [Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de lease-overeenkomsten
vernietigd.
3. De
vordering
3.1. [X] vordert, na vermeerdering
van eis, bij vonnis - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor
recht dat de lease-overeenkomsten bij de onder 2.6. bedoelde
brief
buitengerechtelijk zijn vernietigd;
-
te verklaren voor recht dat vanwege de vernietiging alle door [X] betaalde
gelden
aan Dexia onverschuldigd zijn
geschied;
- Dexia te veroordelen om aan [X] op
basis van onverschuldigde betaling conform
artikel 6:203 BW te voldoen een
bedrag van 33.356,40, tegen bewijs van
kwijting;
- te verklaren voor recht dat de
onbetaald gebleven termijnen en/of onbetaald gebleven
bedragen van de
eindafrekening middels de vernietiging komen te
vervallen;
- het bedrag onder sub 3 te
vermeerderen met de wettelijke rente danwei genoemde
bedragen te vermeerderen
met de rente gelijk gesteld aan de wettelijke rente
vanwege vergoeding en de
schade van de kosten ingevolge artikel 6:206 BW. Dit te
rekenen vanaf de dag
van betaling aan Dexia, althans vanaf de dag dat Dexia in
verzuim verkeert
tot aan de dag der betaling, althans vanaf de datum van de
dagvaarding tot
aan de dag der betaling;
- te verklaren voor
recht dat de betaling van voornoemde bedragen dienen te worden
betaald aan de
Stichting Derdengelden Juridico te Almelo op bankrekeningnummer
61.37.25.956
conform het gestelde in de volmachten, opgenomen als productie 1.4.
van de
dagvaarding;
- Dexia te bevelen het BKR op te
dragen om alle noteringen te laten
verwijderen/ongedaan te maken, op straffe
van een dwangsom van 500,00 per dag
voor iedere dag dat Dexia na drie dagen
na betekening van het vonnis nalaat aan dit
vonnis te
voldoen,
- Dexia te bevelen om voormelde
bedragen te betalen aan Stichting Derdengelden
Juridico, op straffe van een
direct opeisbare dwangsom van 500,00 per dag voor
iedere dag dat Dexia na
drie dagen na betekening van het vonnis nalaat aan dit
vonnis te
voldoen;
- Dexia te veroordelen in de kosten
van dit geding.
4. Standpunt
[X]
4.1. [X] stelt, voor zover voor de
beoordeling van belang, dat de leaseovereenkomsten moeten worden aangemerkt als
huurkoop in de zin van artikel 7A: 1576h BW en derhalve als koop op afbetaling
in de zin van artikel 7A: 1576 BW en dus de toestemming behoefden van zijn
echtgenote ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat [Y] deze
(schriftelijke) toestemming niet heeft verleend, heeft zij de
leaseovereenkomsten rechtsgeldig kunnen vernietigen.
5.
Verweer
5.1. Dexia voert gemotiveerd verweer
tegen de vorderingen van [X]. Zij stelt daartoe onder meer dat het door [X]
gedane beroep op de vernietiging van de overeenkomsten door [Y], is
verjaard.
6.
Beoordeling
6.1. Waar nodig zal hierna nader
worden ingegaan op de stellingen van partijen. Geoordeeld wordt als
volgt.
6.2. Artikel 1:88 lid I onder d BW is
op de lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A: 1576i BW
huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het
gerechtshof te Amsterdam van I maart 2007, LJN AZ972I, rov 2.12.3 en het arrest
van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837). Aangezien deze schriftelijke
toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier
bedoelde vernietigbaarheid. De verjaringstermijn voor dit beroep is driejaar en
vangt aan op het moment dat de echtgenoot bekend wordt met het bestaan van de
overeenkomst. Dexia heeft een beroep gedaan op verjaring van het recht van
[Y] de lease-overeenkomsten te vernietigen.
6.5. De partij die zich beroept op de
verjaring van een aan haar wederpartij toekomende bevoegdheid tot vernietiging,
althans een daartoe strekkende vordering, derhalve Dexia, heeft de plicht feiten
te stellen waaruit de gegrondheid van dit beroep kan volgen. Bij een voldoende
gemotiveerde betwisting van die feiten rust bovendien op haar de last deze
feiten te bewijzen.
6.6. Dexia heeft hiertoe gewezen op
het feit dat er in de Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden
dat de echtgenoot er steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen
als de onderhavige doet. De lease-overeenkomsten zijn in 1997 en in 1998
aangegaan, zodat het ervoor moet worden gehouden dat [Y] vanaf dat moment
weet had van de overeenkomsten en het beroep op de vernietiging van de
overeenkomsten derhalve te laat is gedaan.
6.7. De kantonrechter heeft
kennisgenomen van de arresten van het gerechtshof te Amsterdam van 19 mei 2009
(LJN BI4359 en LJN BI4354) en oordeelt in navolging van die arresten als volgt.
De stelling van Dexia dat in de Nederlandse gezinsverhoudingen de ene echtgenoot
weet heeft van een door de andere echtgenoot genomen beslissing tot het aangaan
van een effectenlease-overeenkomst, houdt geen ervaringsregel in de zin van
artikel 149 lid
2 Rv in en dient dus niet bij de beoordeling te worden
betrokken. Aan deze stelling zal dan ook worden voorbijgegaan.
6.8. Voorts heeft Dexia in algemene
termen aangevoerd dat het in de Nederlandse gezinsverhoudingen gebruikelijk is
dat een echtpaar een en/of-rekening heeft die op beider naam staat. Dexia heeft
echter nagelaten concrete feiten of omstandigheden te stellen waaruit kan volgen
dat hiervan ook in de onderhavige situatie sprake is en wat de gevolgen hiervan
zijn voor het verjaringsberoep van [Y]. Bovendien heeft [X] deze stelling
gemotiveerd betwist, stellende dat de betalingen aan Dexia ter zake van de
leaseovereenkomsten zijn verricht van een tweetal zakelijke rekeningen die op
naam van zijn schildersbedrijf en zijn beheermaatschappij stonden.
6.9. Dexia heeft geen andere feiten
of omstandigheden gesteld waaruit eerdere bekendheid van [Y] met de
lease-overeenkomsten kan worden afgeleid. De stelling van Dexia dat de
lease-overeenkomsten 1, 2 en 3 met een positieve uitkering zijn ge๋indigd en het
feit dat er een aantal keren door Dexia is gebeld naar het priv้-nummer van [X]
en {Y] waardoor het aannemelijk zou zijn dat [X] en [Y] over de
onderhavige overeenkomsten hebben gesproken, kunnen niet tot dat oordeel leiden.
Het blijft op dit punt immers bij veronderstellingen van Dexia, zonder dat
daaruit concreet kan worden afgeleid dat [Y] eerder van het bestaan van de
lease-overeenkomsten op de hoogte was.
6.10. Op grond van al het voorgaande ziet
de kantonrechter geen aanleiding Dexia toe te laten tot het leveren van nader
bewijs van haar stellingen. Naar het oordeel van de kantonrechter is hiermee
voldoende komen vast te staan dat [Y] niet eerder dan drie jaar voor het
versturen van de vernietigingsbrief op de hoogte is geraakt van het bestaan van
de lease-overeenkomsten. Er moet dan ook van worden uitgegaan dat [Y] de
leaseovereenkomsten tijdig heeft vernietigd.
6.11. Nu sprake is van een rechtsgeldige
vernietiging, dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van de
lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [X] ter
zake van die overeenkomsten van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde
dividenden en andere uitkeringen. [X] heeft ter comparitie verklaard in te
stemmen met de door Dexia overgelegde cijfers wat betreft betaalde en
ontvangen bedragen zodat daarvan zal worden uitgegaan. Met betrekking tot
die betaalde en ontvangen bedragen wordt venvezen naar hetgeen op de bijlage bij
dit vonnis is vermeld onder "betaald', "totaal ontvangen bedragen' en 'te
ontvangen'.
6.12. De gevorderde wettelijke rente
is toewijsbaar over het in 6.11. bedoelde saldo van de door Dexia te restitueren
betalingen vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was.
Dexia heeft bij brief van 1 oktober 2008 gereageerd op de onder 2.6. genoemde
brief. Uit deze brief van Dexia mocht [Y] afleiden dat Dexia in de nakoming
van de terugbetaling tekort zou schieten. In een dergelijk geval treedt verzuim
in zonder ingebrekestelling. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen
vanaf 1 oktober 2008, over het saldo van het totaal van de voor die datum door
[X] aan Dexia gedane betalingen verminderd met het totaal van de voor die datum
door [X] van Dexia ontvangen bedragen. Over de na 1 oktober 2008 door [X] aan
Dexia gedane betalingen, voor zover verricht, is wettelijke rente verschuldigd
met ingang van de dag van elke betaling, verminderd met de over de na 1 oktober
2008 door [X] van Dexia ontvangen bedragen berekende wettelijke rente vanaf de
dag van ontvangst van die uitkeringen.
6.13. De vordering met betrekking tot de
BKR-registratie zal worden toegewezen met matiging en maximering van de
dwangsom.
6.14. Behoudens de door [X] gevorderde
verklaring voor recht met betrekking tot de buitengerechtelijke
vernietiging van de lease-overeenkomsten, zullen de overige gevorderde
verklaringen voor recht worden afgewezen wegens gebrek aan belang.
6.15. De gevorderde dwangsom met
betrekking tot de door Dexia te verrichten betalingen uit hoofde van de
vernietiging van de overeenkomsten zal eveneens worden afgewezen. De wet bepaalt
immers dat de schadevergoeding wegens vertraging in de voldoening van een
geldsom bestaat uit de wettelijke rente over die geldsom.
6.16. De gevorderde proceskosten
worden toegewezen conform het gebruikelijke liquidatietarief. Voor zover [X]
vergoeding vordert van kosten voor het bij derden opvragen van bescheiden
behoren deze tot de in artikel 241 Rv bedoelde kosten, en derhalve tot de
proceskosten.
6.17. Als de overwegend in het ongelijk
gestelde partij dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het
geding.
6.18. Nadat aan dit vonnis is voldaan
zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige
rechtsverhoudingen. De eigendom van de in het kader van de lease-overeenkomst
gekochte effecten is bij Dexia verbleven. De overige stellingen van partijen
behoeven geen behandeling meer.
Beslissing
De kantonrechter:
I. verklaart voor recht dat
artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomsten van toepassing is en dat de
lease-overeenkomsten derhalve buitengerechtelijk vernietigd
zijn;.
II. veroordeelt Dexia om aan [X] te
voldoen
- ter zake van
lease-overeenkomst I: f 4.218.68 als hoofdsom:
- ter zake van
lease-overeenkomst 2: 4.218,68 als hoofdsom:
- ter zake van
lease-overeenkomst 3: 2.950,18 als hoofdsom;
- ter zake van
lease-overeenkomst 4: 24.900.62 als hoofdsom;
- de wettelijke
rente over alle hoofdsommen, berekend als volgt:
- de wettelijke
rente over de tot 1 oktober 2008 verrichte betalingen vanaf 1 oktober 2008.
verminderd met de wettelijke rente over de tot dat moment uitgekeerde
betalingen, tot aan de dag der algehele
voldoening;
- de wettelijke rente over
elke na 1 oktober 2008 verrichte betaling vanaf het moment van betaling,
verminderd met de wettelijke rente over de ontvangen betalingen vanaf het moment
van ontvangst, tot aan de dag der algehele voldoening;
III.: veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] gevallen en tot op heden begroot
op:
- voor verschuldigd
griffierecht
208,00
- voor salaris van
gemachtigde
1.000,00
totaal:
1.208,00
een en ander, voor zover
verschuldigd, inclusief btw;
IV. veroordeelt Dexia om binnen
veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te
Tiel te berichten dat [X] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomsten meer
heeft, op straffe van een dwangsom van r: 100.00 voor elke dag dat Dexia niet
aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van 10.000,00;
V. verklaart deze veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af het meer of anders
gevorderde.
Aldus gewezen door mr. M.E.A. Nijssen,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 september 2009
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL