Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: DX EXPL 06-496
Vonnis van: 23 april 2008
F.no.: 466
 
Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
[X],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
nader te noemen [X],
gemachtigde: mr. G. van Dijk (Lease-proces),
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: Dw. Swier & van der Weijden.
 
DE PROCEDURE
 
Bij tussenvonnis van 30 januari 2008 zijn partijen in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen te verstrekken en is partijen de mogelijkheid voorgehouden om op korte termijn vonnis te wijzen, indien zij afzien van een comparitie na antwoord of het nemen van een conclusie van repliek.
 
Partijen hebben vervolgens ingediend:
-   een akte na tussenvonnis aan de zijde van Dexia;
-   een akte na tussenvonnis aan de zijde van [X];
-   een antwoordakte aan de zijde van Dexia.
 
Partijen hebben ingestemd, dan wel geen bezwaar gemaakt tegen het voornemen van de kantonrechter om na conclusie van antwoord, met eis in reconventie, na aktewisseling vonnis te wijzen.
 
Daarna is vonnis bepaald op heden.
 
GRONDEN VAN DE BESLISSING
in conventie en in reconventie
 
1.   De feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
 
1.2. [X] en [Y] zijn met elkaar gehuwd.
 
1.3. [X] is op of omstreeks 8 maart 2000 met Dexia 1 effectenlease-overeenkomst genaamd ' WinstVerDrieDubbelaar' met contractnummer 74402307 (hierna: de leaseovereenkomst) aangegaan.
 
1.4. Op grond daarvan heeft [X] aan Dexia gedurende de periode vanaf de ingangsdatum van de lease-overeenkomst in totaal een bedrag van € 2.360,05 betaald. [X] heeft geen dividend ontvangen.
 
1.5. [Y] heeft [X] geen schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de voornoemde lease-overeenkomst.
 
1.6. Voor het eerst bij brief van 26 februari 2003 heeft [Y] de (ver)nietig(baar)heid van de lease-overeenkomst ingeroepen in verband met het ontbreken van haar schriftelijke toestemming, als bedoeld in artikel 1:88 lid 1 Burgerlijk Wetboek, voor het aangaan daarvan en Dexia aangesproken tot restitutie binnen 14 dagen van de door [X] betaalde bedragen uit hoofde van de lease-overeenkomst.
 
1.7. De lease-overeenkomst is door Dexia op 7 maart 2003 beλindigd wegens het niet door [X] voldoen van de maandelijkse termijnen, waarbij Dexia aan [X] een restschuld berekende van € 7.230,23.
 
2.   Vorderingen in conventie van [X]
 
[X] vordert bij vonnis:
 
1.   te verklaren voor recht dat [X] recht heeft op terugbetaling van al hetgeen hij in het kader van het onderhavige contract aan Dexia heeft betaald, en wel op grond van vernietiging door zijn echtgenote ex artikel 1:88 BW, althans op grond van vernietiging wegens strijd met de Wet op het Consumentenkrediet en/of dwaling en/of misbruik van omstandigheden, althans op op grond van ontbinding wegens wanprestatie;
 
2.   voor het geval de nietigheid of de ontbinding niet wordt uitgesproken: te verklaren voor recht dat Dexia onrechtmatig jegens [X] gehandeld heeft en/of tekort is geschoten in de zorgvuldigheid en zorgplicht die zij zowel uit redelijkheid en billijkheid als uit de wet als uit contract jegens [X] had moeten betrachten en dat zij daarom geen aanspraak kan maken op betaling door Dexia van de door haar gevorderde restschuld en dat zij gehouden is alle
door [X] aan haar betaalde bedragen te restitueren, vermeerderd met de wettelijke rente over die betalingen vanaf de dag van de betalingen tot aan de dag van algehele terugbetaling door Dexia;
 
3.   Dexia te veroordelen tot terugbetaling aan [X] van € 2.427,48 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, althans de som van alle door [X] betaalde bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de dag der betalingen tot aan de dag van terugbetaling door Dexia;
 
4.   Dexia te bevelen om binnen twee weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis te bewerkstelligen dat de registratie van [X] bij het BKR te Tiel ongedaan wordt gemaakt, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 20.000,00;
 
5.   Dexia te veroordelen in de proceskosten van dit geding, te weten het vast bedrag van € 125,00, alsmede 30% over de eerste € 10.000,00, 20% over het meerdere tot € 20.000,00, 10% over het meerdere tot € 30.000,00 en 5% over het meerdere vanaf € 30.000,00 over het voordeel voor [X] ten opzichte van het bemiddelingsvoorstel Duisenberg, althans tot betaling van de door de rechtbank in goede justitie vast te stellen proceskosten.
 
3.   Standpunten [X]
 
3.1. [X] stelt dat hij voor het aangaan van de lease-overeenkomst, die moet worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A: 1576 BW, de toestemming van echtgenote [Y] behoefde ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat zij deze (schriftelijke) toestemming niet heeft verleend heeft de onder 1.6. bedoelde brief geleid tot vernietiging van de lease-overeenkomst, aldus [X].
 
3.2. [X] stelt verder dat hij door toedoen van Dexia heeft gedwaald, althans dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht(en), en/of onrechtmatig heeft gehandeld. Daarnaast heeft [X] zich er op beroepen dat Dexia gehandeld heeft in strijd met een aantal andere door hem genoemde wettelijke regelingen en/of met een aantal voor Dexia geldende normen en criteria en dat de lease-overeenkomst als gevolg daarvan nietig zou zijn, vernietigd is danwei dat Dexia daardoor onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld.
 
4.   Standpunten Dexia
 
4.1. Dexia betwist de vorderingen van [X] voor zover voor de beoordeling van belang - kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomst niet kan worden aangemerkt als huurkoop.
 
4.2. Voorts voert Dexia aan dat geen sprake is van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat - kort gezegd - artikel 1:88 BW niet van toepassing is nu dit artikel geen betrekking heeft op vermogensrechten als de onderhavige, er geen sprake is van huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat partijen niet hebben beoogd om de afnemer de effecten te doen verkrijgen. Dexia stelt verder dat de huwelijkspartner de in artikel l :88 BW bedoelde toestemming ook op andere wijze dan schriftelijk kan verlenen en dat [Y] dit ook gedaan heeft.
 
4.3. Dexia betwist dat de lease-overeenkomst door dwaling tot stand is gekomen, dat zij
tekort zou zijn geschoten in de nakoming van haar zorgplichten of dat zij onrechtmatig zou hebben gehandeld. Ook betwist Dexia dat zij de bepalingen - voor zover van toepassing -van de door [X] genoemde wetten en regelingen niet in acht zou hebben genomen. Dexia betwist de schade, althans betwist daarvoor aansprakelijk te zijn.
 
5.   Vorderingen Dexia in reconventie
 
Dexia vordert veroordeling van [X] tot betaling van een bedrag van € 7.077,48 , zijnde de restschuld voortvloeiend uit de lease-overeenkomst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve eindafrekening plus 14 dagen, althans de datum van deze conclusie, tot aan de dag der algehele voldoening.
 
6.   Verweer in reconventie
 
Onder verwijzing naar zijn stellingen in conventie bestrijdt [X] enig bedrag aan Dexia verschuldigd te zijn.
 
7.   Beoordeling van de vorderingen in conventie en reconventie
Huurkoop; bevoegdheid en artikel 1:88/1:89.
 
7.1. Een Lease-overeenkomst als de onderhavige wordt aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve bevoegd.
 
7.2. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op deze lease-overeenkomst van toepassing. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de lease-overeenkomst ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van (vgl. het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN: BC2837). Aangezien deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
 
7.3. Nu sprake is van een rechtsgeldige vernietiging dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomst te worden gerestitueerd.
 
7.4. Uit het voorgaande volgt dat Dexia aan [X] een bedrag van € 2.360,05 dient te betalen.
 
Wettelijke rente
 
7.5. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over een bedrag van € 2.360,05 vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop de door [Y] in haar onder 1.6 bedoelde brief genoemde betalingstermijn verstreek, derhalve met ingang van 13 april 2003. Indien het betalingen betreft die nadien hebben plaatsgevonden, zal de wettelijke rente verschuldigd zijn ingaande de dag van elke betaling.
BKR registratie
 
7.6. Nu [X] ingevolge dit vonnis geen betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien
verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd en als na te melden gemaximeerd.
Overige stellingen in conventie
 
7.7. De overige stellingen van partijen in conventie behoeven geen behandeling meer.
 
7.8. Gelet op het vorenstaande heeft [X] geen belang meer bij de door hem gevorderde verklaringen voor recht.
Vordering in reconventie
 
7.9. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia ingestelde reconventionele vordering dient te worden afgewezen.
 
Proceskosten
 
7.10.Gelet op de uitslag van de procedure in conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie en in reconventie. De kosten in reconventie zullen evenwel op nihil begroot worden, nu het debat in reconventie (vrijwel) geheel samenvalt met dat in conventie.
 
Tot slot
 
7.11.Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de leaseovereenkomsten gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
 
Beslissing
 
De kantonrechter:
 
in conventie
 
I.   veroordeelt Dexia aan [X] te voldoen in totaal een bedrag van
€ 2.360,05 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 13 april 2003 tot aan de dag der voldoening;
 
II.  veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [X] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomst meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,- voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,-;
 
III. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op:
 
 
- voor verschuldigd griffierecht        € 196,00
- voor het exploot van dagvaarding            -
- voor salaris van gemachtigde        € 300,00
In totaal:                                     € 496,00
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
 
IV.  wijst het meer of anders gevorderde af;
 
in reconventie
 
V.   wijst de vordering af;
 
VI.  veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op nihil.
 
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M, de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 april 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL