De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van
10 april 2007, met producties;
- een akte van de zijde van [X], met een productie;
- de conclusie van antwoord, met producties.
Na tussenvonnis van 18 juli 2007 heeft [X] te kennen gegeven er de voorkeur
aan te geven dat de zaak zonder comparitie of nadere conclusiewisseling af te
handelen. Dexia heeft te kennen gegeven er de voorkeur aan te geven dat er een
comparitie wordt gehouden. Bij tussenvonnis van 10 oktober 2007 heeft de
kantonrechter geoordeeld dat de zaak zich niet leent voor een comparitie. Nu [X]
te kennen heeft gegeven geen behoefte te hebben aan verdere conclusiewisseling
is ook daarvan afgezien. Wel is [X] in de gelegenheid gesteld bij akte
aanvullende gegevens in het geding te brengen, van welke mogelijkheid hij geen
gebruik heeft gemaakt.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
Gronden van de
beslissing
1.
Feiten
Als gesteld en onvoldoende
weersproken staat vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder
algemene titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake
is van Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede
begrepen.
1.2. [X] is in het huwelijk getreden met
mevrouw [Y], nader te noemen [Y].
1.3. Op of omstreeks 24 mei 2000 heeft [X]
een lease-overeenkomst ondertekend met de naam WinstVerDriedubbelaar waarop hij
als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere (hierna:
lease-overeenkomst I). Deze overeenkomst is aangegaan onder nummer 74488390 voor
een periode van 36 maanden. De overeenkomst bepaalt onder meer dat [X] in totaal
voor een aankoopsom (hoofdsom) van 19.687,23 aandelen least en dat [X] 36
maandelijkse termijnen van telkens 114,74 verschuldigd was. De totale leasesom
beliep 23.817,87 waarin begrepen 4.130,64 rente. Op 26 mei 2003 heeft
[X] deze lease-overeenkomst verlengd voor een periode van opnieuw 36 maanden. De
totale leasesom beliep na verlenging 23.821,47 waarin begrepen 4.134,24
rente. Gedurende deze verlenging was [X] maandelijks 114,84 verschuldigd. Per
26 juni 2003 is deze overeenkomst op verzoek van [X] door Dexia be๋indigd. Dexia
heeft ter zake een eindafrekening aan [X] gezonden.
1.4. [X] heeft ter zake van
lease-overeenkomst I aan Dexia betaald:
- 37 maandelijkse termijnen tot een
totaalbedrag van 4.245,48;
- een bedrag van 10.551,16 ter zake van de
eindafrekening.
1.5. [X] heeft uit hoofde van
lease-overeenkomst I van Dexia 76,11 aan dividenden ontvangen.
1.6. Op of omstreeks 1 november 2000 heeft
[X] een lease-overeenkomst ondertekend met de naam WinstVer10Dubbelaar waarop
hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere (hierna:
lease-overeenkomst II). Deze overeenkomst is aangegaan onder nummer 76005911
voor een periode van 120 maanden. De overeenkomst bepaalt onder meer dat [X] in
totaal voor een aankoopsom (hoofdsom) van 16.727,40 aandelen least en dat [X]
120 maandelijkse termijnen van telkens 113,44 verschuldigd was. De totale
leasesom beliep 30.341,40 waarin begrepen 13.614,00 rente. Per 26 juni 2003
is deze overeenkomst op verzoek van [X] door Dexia be๋indigd. Dexia heeft ter
zake een eindafrekening aan [X] gezonden.
1.7. [X] heeft ter zake van
lease-overeenkomst II aan Dexia betaald:
- 32 maandelijkse termijnen
tot een totaalbedrag van 3.630,40;
- een bedrag van 10.240,49 ter
zake van de eindafrekening.
1.8. Op of omstreeks 14 november 2000 heeft
[X] een lease-overeenkomst ondertekend met de naam WinstVerDriedubbelaar waarop
hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere (hierna:
lease-overeenkomst III). Deze overeenkomst is aangegaan onder nummer 29401287
voor een periode van 36 maanden. De overeenkomst bepaalt onder meer dat [X] in
totaal voor een aankoopsom (hoofdsom) van 19.593,48 aandelen least en dat [X]
36 maandelijkse termijnen van telkens 114,20 verschuldigd was. De totale
leasesom beliep 23.704 waarin begrepen 4.111,20 rente. Per 26 juni 2003 is
deze overeenkomst op verzoek van [X] door Dexia be๋indigd. Dexia heeft ter zake
een eindafrekening aan [X] gezonden.
1.9. [X] heeft ter zake van
lease-overeenkomst lil aan Dexia betaald:
- 32 maandelijkse termijnen tot een
totaalbedrag van 3.654,40;
- een bedrag van 14.981,22 ter zake van
de eindafrekening.
1.10. [X] heeft uit hoofde van lease-overeenkomst
III van Dexia 3,22 aan dividenden ontvangen.
1.11. Op of omstreeks 17 maart 2001 heeft [X] een
lease-overeenkomst ondertekend met de naam Troefplan waarop hij als lessee stond
vermeld, met als wederpartij l.abouchere (hierna: lease-overeenkomst IV). Deze
overeenkomst is aangegaan onder nummer 27200178 voor een periode van 60 maanden.
De overeenkomst bepaalt onder meer dat [X] in totaal voor een aankoopsom
(hoofdsom) van 11.687,40 aandelen least en dat [X] 60 maandelijkse termijnen
van telkens 112,00 verschuldigd was. De totale leasesom beliep 18.407,40
waarin begrepen 6.720,00 rente. Per 26 juni 2003 is deze overeenkomst op
verzoek van [X] door Dexia be๋indigd. Dexia heeft ter zake een eindafrekening
aan [X] gezonden.
1.12. [X] heeft ter zake van lease-overeenkomst
IV aan Dexia betaald:
- 27 maandelijkse termijnen tot een totaalbedrag van
3.024,00;
- een bedrag van 8.033,80 ter zake van de hierna genoemde
eindafrekening.
1.13. Lease-overeenkomst I, lease-overeenkomst
II, lease-overeenkomst UI en leaseovereenkomst IV zullen hierna gezamenlijk
worden aangeduid als 'de lease-overeenkomsten' .
1.14. [Y] heeft aan [X] geen schriftelijke
toestemming verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomsten.
1.15. Bijbriefvan 10 februari 2003 heeft
[Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de
lease-overeenkomsten, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en
terugbetaling gevorderd binnen een termijn van 14 dagen.
2. Vorderingen
[X]
[X] vordert bij vonnis,
zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat
de lease-overeenkomsten gesloten zijn zonder de door artikel 1:88 lid 1 sub d BW
vereiste toestemming van de echtgenote of geregistreerde partner van [X] en dat
door [Y] terecht een beroep op vernietiging op grond van artikel 1:89 lid 1 BW
is gedaan, zodat de betreffende overeenkomsten nietig zijn en Dexia verplicht is
om alle door hem aan Dexia betaalde bedragen aan hem terug te betalen, alsmede
de schade te vergoeden die hij geleden heeft als gevolg van het afsluiten van
een hypotheek ten behoeve van de betaling van de restschuld, vermeerderd met de
wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag van algehele
terugbetaling.
2. Voor zover de
lease-overeenkomsten niet vernietigd zijn op grond van artikel 1:89 lid 1 BW te
verklaren voor recht dat Dexia de zorgplicht die zij zowel uit de wet, als uit
hoofde van de lease-overenkomsten, als uit hoofde van de redelijkheid en
billijkheid jegens hem had moeten betrachten, heeft geschonden als gevolg
waarvan Dexia jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld, waardoor hij recht heeft
op vergoeding van de gehele door hem gelden schade, waaronder schade als gevolg
van de extra hypothecaire lening, althans als gevolg waarvan Dexia jegens hem
wanprestatie heeft gepleegd, zodat de overeenkomst op die grond terecht door hem
is ontbonden.
3. Dexia te veroordelen tot
betaling aan hem van " 67.006,56 p.m.", te vermeerderen met de wettelijke rente
over dit bedrag, althans de som van alle door hem aan Dexia betaalde bedragen,
alsmede de rentetermijnen en de kosten ten behoeve van de hypothecaire lening,
te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de dag van de
betalingen tot aan de dag van algehele terugbetaling door Dexia;
4. Dexia te bevelen om binnen
twee weken na betekening van dit vonnis te bewerkstelligen dat de registratie
van [X] bij het BKR te Tiel, althans de aan die registratie gekoppelde
achterstandscodering, ongedaan wordt gemaakt, zulks op straffe van een dwangsom
van 500,- voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met een maximum
van 20.000,-; [X] is niet BTW-plichtig, hij lijdt schade gelijk aan het
percentage waarmee de kosten van derden aan BTW worden verhoogd.
5. Dexia te veroordelen tot
betaling van zijn werkelijke proceskosten, te weten het vaste bedrag van 895,-
alsmede 15% over de eerste 10.000,-, 10% over het meerdere tot 20.000,- en
5% over het meerdere vanaf 20.000,- over het voordeel voor hem ten opzichte
van het bemiddelingsvoorstel Duisenberg, althans tot betaling van de door de
rechtbank in goede justitie vast te stellen proceskosten.
3. Standpunten
[X]
3.1. [X] stelt dat de lease-overeenkomsten
moeten worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en
derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW en dat hij dus
de toestemming behoefde van [Y] ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat [Y]
deze (schriftelijke) toestemming niet verleend heeft, heeft [Y] de overeenkomst
rechtsgeldig kunnen vernietigen. [X] legt voorts aan zijn vorderingen
hoofdzakelijk ten grondslag dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van
haar zorgplicht(en).
3.2. Volgens [X] is Dexia aansprakelijk
voor de door hem geleden schade. De schade bestaat volgens [X] uit alle
financi๋le gevolgen van het aangaan van de leaseovereenkomsten, althans uit de
reeds door hem betaalde bedragen, alsmede uit de rentetermijnen en kosten uit
hoofde van de door hem in verband met het voldoen aan zijn
betalingsverplichtingen uit hoofde van de lease-overeenkomsten afgesloten
hypothecaire lening.
3.3. Volgens [X] is Dexia wettelijke rente
verschuldigd over alle betaalde bedragen ingaande de dag van
betaling.
4. Standpunten
Dexia
4.1. Dexia betwist de vorderingen van [X]
en voert - kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomsten niet kunnen worden
aangemerkt als huurkoop.
4.2. Voorts voert Dexia aan dat geen sprake
is van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1.89 BW omdat - kort gezegd -
artikel 1:88 BW niet van toepassing is nu dat artikel geen betrekking heeft op
vermogensrechten als de onderhavige, geen sprake is van huurkoop bij gebrek aan
aflevering en omdat partijen niet hebben beoogd om [X] de effecten te doen
verkrijgen. Voorts betwist Dexia dat [X] en [Y] ten tijde van het aangaan van de
lease-overeenkomsten met elkaar waren gehuwd. Daarnaast stelt Dexia dat de
huwelijkspartner de in artikel 1:88 BW bedoelde toestemming ook op andere wijze
dan schriftelijk kan verlenen en dat [Y] dit ook gedaan heeft.
4.3. Dexia betwist verder dat zij tekort
zou zijn geschoten in de nakoming van haar zorgplicht(en). Volgens Dexia
beschikte [X] bij het aangaan van de leaseovereenkomst over alle relevante
informatie.
4.4. Tenslotte betwist Dexia de schade,
althans betwist zij daarvoor aansprakelijk te zijn.
5. Beoordeling van de
vorderingen
5.1. In het vonnis van deze rechtbank van
27 april 2007, LJN nummer BA3914, zijn in een soortgelijk geschil een aantal
rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit
geding met name van belang zijn:
huurkoop en bevoegdheid (rov 8.1); artikel
1:88/1:89 BW (rov 8.2).
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het vonnis
van 27 april 2007 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt
afgeweken. In het onderhavige geval komt dat neer op het volgende.
Huurkoop: bevoegdheid en artikel
1:88/1:89.
5.2. Lease-overeenkomst als de onderhavige
worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
5.3. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op de
lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij
akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het
gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: A7.9721, rov 2.12.3). Aangezien
deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te
doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid, gelijk zij bij brief van 10 februari
2003 heeft gedaan.
5.4. Nu uit het door [X] overgelegde
uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie, dat dateert van 10 januari
2005, derhalve van na de totstandkoming van de leaseovereenkomsten, wel blijkt
dat [X] met [Y] is gehuwd en niet blijkt dat dit huwelijk door echtscheiding of
anderszins is ge๋indigd, kan als vaststaand ervan worden worden uitgegaan dat
[X] en [Y] ten tijde van het aangaan van de leaseovereenkomsten met elkaar waren
gehuwd. Het verweer van Dexia ter zake wordt verworpen.
5.5. Het beroep op artikel 1:89 BW treft
derhalve doel. Dientengevolge dienen de volgende bedragen te worden
gerestitueerd, ter zake van lease-overeenkomst I dient [X] terug te ontvangen
14.720,53, ter zake van lease-overeenkomst II 13.870,89, ter zake van
lease-overeenkomst III 18.632,40 en ter zake van lease-overeenkomst IV
11.057,80.
Wettelijke rente
5.6. De gevorderde wettelijke rente is
toewijsbaar over de in 5.5 bedoelde saldi van de door Dexia te restitueren
betalingen vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was,
zijnde het moment waarop de door [Y] in haar onder 1.15 bedoelde brief genoemde
betalingstermijn verstreek, derhalve met ingang van 24 februari
2003.
5.7. Wat lease-overeenkomst I betreft had
[X] op 24 februari 2003 33 termijnen betaald, zijnde een bedrag van 3.786,42.
De wettelijke rente over dit bedrag is verschuldigd vanaf 24 februari 2003 tot
de dag der algehele voldoening. De wettelijke rente
over de nadien uit hoofde
van lease-overeenkomst I betaalde bedragen is daarover verschuldigd steeds vanaf
het moment van die betalingen tot de dag der algehele voldoening. Wat
lease-overeenkomst II betreft had [X] op 24 februari 2003 28 termijnen betaald,
zijnde een bedrag van 3.176,32. De wettelijke rente over dit bedrag is
verschuldigd vanaf 24 februari 2003 tot de dag der algehele voldoening. De
wettelijke rente over de nadien uit hoofde van lease-overeenkomst II betaalde
bedragen is daarover verschuldigd steeds vanaf het moment van die betalingen tot
de dag der algehele voldoening.
Wat lease-overeenkomst III betreft had [X] op
24 februari 2003 28 termijnen betaald, zijnde een bedrag van 3.197,60. De
wettelijke rente over dit bedrag is verschuldigd vanaf 24 februari 2003 tot de
dag der algehele voldoening. De wettelijke rente over de nadien uit hoofde van
lease-overeenkomst III betaalde bedragen is daarover verschuldigd steeds vanaf
het moment van die betalingen tot de dag der algehele voldoening.
Wat
lease-overeenkomst IV betreft had [X] op 24 februari 2003 23 termijnen betaald,
zijnde een bedrag van 2.576,00. De wettelijke rente over dit bedrag is
verschuldigd vanaf 24 februari 2003 tot de dag der algehele voldoening. De
wettelijke rente over de nadien uit hoofde van lease-overeenkomst IV betaalde
bedragen is daarover verschuldigd steeds vanaf het moment van die betalingen tot
de dag der algehele voldoening.
Hypothecaire lening
5.8. De door [X] gevorderde vergoeding van
de betalingen uit hoofde van de door hem gesloten hypothecaire lening wordt
afgewezen. De omstandigheid dat deze lening is aangewend ter voldoening van
vorderingen uit de nietig gebleken lease-overeenkomsten maken Dexia niet
aansprakelijk voor deze betalingen. Evenmin kan deze aansprakelijkheid worden
gegrond op de omstandigheid dat Dexia zich op het standpunt stelde (en stelt)
dat geen sprake is van (ver)nietig(baar)heid van de lease-overeenkomsten. Het
innemen van dit naar het oordeel van de kantonrechter onjuiste - standpunt kan
niet worden beschouwd als een onrechtmatige daad tegenover [X].
BKR registratie
5.9. Nu [X] steeds aan al zijn
verplichtingen uit hoofde van de lease-overeenkomsten heeft voldaan staat hij,
naar Dexia terecht heeft opgemerkt, niet (meer) genoteerd bij het Bureau
Kredietregistratie (BKR). liet gevorderde op dit punt zal bij gebrek aan belang
dan ook worden afgewezen.
Proceskosten
5.10. Gelet op de uitslag van de procedure dient
Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Uitvoerbaar bij voor raad
5.11. Er is bij afweging van de belangen van
beide partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis
niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Overig
5.12. De overige stellingen van partijen behoeven
geen behandeling meer.
Beslissing
De kantonrechter:
I. veroordeelt Dexia aan eisers
te voldoen:
ter zake van lease-overeenkomst I
-
14.720,53 als hoofdsom;
de wettelijke rente over 3.786,42 vanaf 24 februari
2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
de wettelijke rente over de na
24 februari 2003 in verband met leaseovereenkomst I verrichte betalingen, steeds
vanaf het moment van betaling tot aan de dag der algehele voldoening;
ter
zake van lease-overeenkomst II
- 13.870,89 als
hoofdsom;
de wettelijke rente over 3.176,32 vanaf 24 februari 2003 tot aan
de dag der algehele voldoening;
de wettelijke rente over de na 24 februari
2003 in verband met leaseovereenkomst II verrichte betalingen, steeds vanaf het
moment van betaling tot aan de dag der algehele voldoening;
ter zake van
lease-overeenkomst III
- 18.632,40 als
hoofdsom;
de wettelijke rente over 3.197,60 vanaf 24 februari 2003 tot aan
de dag der algehele voldoening;
de wettelijke rente over de na 24 februari
2003 in verband met leaseovereenkomst III verrichte betalingen, steeds vanaf het
moment van betaling tot aan de dag der algehele voldoening;
ter zake van
lease-overeenkomst IV
- 11.057,80 als
hoofdsom;
de wettelijke rente over 2.576,00 vanaf 24 februari 2003 tot aan
de dag der algehele voldoening;
de wettelijke rente over de na 24 februari
2003 in verband met leaseovereenkomst IV verrichte betalingen, steeds vanaf het
moment van betaling tot aan de dag der algehele voldoening;
II. veroordeelt Dexia in de kosten
van de procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op:
-
voor verschuldigd
griffierecht
199,00
- voor
hel exploot van
dagvaarding
84,82
-
voor salaris van
gemachtigde
600,00
In
totaal:
883,82
้้n en
ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
III. verklaart deze veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst het meer of anders
gevorderde af;
Aldus gewezen door mr. W.A.J.P. van den Reek,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2007
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL