Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Zaak- en rolnummer: 1043095
DX EXPL 09-259
Vonnis van: 16 september 2009
F.no.: 640
Vonnis van de
kantonrechter
inzake
[X],
wonende te
[woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
nader te
noemen [X],
gemachtigde: mr. N. Boerman-Bove,
tegen
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: dw. P. Swier.
1.
Procedure
1.1. De volgende processtukken zijn
ingediend:
de dagvaarding van 17 april 2009. met producties;
de conclusie
van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in
reconventie
van Dexia, met producties.
1.2. Bij tussenvonnis van 8 juli 2009
is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 19 augustus 2009.
Verschenen zijn [X] in persoon en zijn echtgenote [Y] (hierna: [Y]), bijgestaan
door mr. N. Boerman-Bove en namens Dexia C.F. Weterings en mr. R.N.J. Vermeer.
Partijen hebben bij deze gelegenheid hun standpunten toegelicht en inlichtingen
verstrekt. Van hetgeen besproken is ter comparitie heeft de griffier aantekening
gehouden.
1.3. Voorafgaand aan deze comparitie
zijn door Dexia per fax van 10 augustus 2009 aanvullende stukken ingediend welke
thans tot de gedingstukken behoren.
1.4. Daarna is vonnis bepaald op
heden.
Gronden van de
beslissing
2.
Feiten
In conventie en in reconventie
2.1. Dexia is de rechtsopvolgster
onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. en Legio Lease B.V. (hiema:
Labouchere of Legio Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar
rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
2.2. [X] heeft de volgende
lease-overeenkomst (hierna: de lease-overeenkomst) ondertekend waarop hij als
lessee stond vermeld, met als wederpartij
Dexia:
Contractnr. Datum
Naam overeenkomst Leasesom
Looptijd
Termijnbedrag
59126341 10-02-2001 Korting
Kado €
49.024,22 120 maanden €226,15
2.3. In totaal heeft [X] op grond van
de lease-overeenkomst € 14.113,05 aan termijnbetalingen aan Dexia betaald en
heeft Dexia € 1.958,59 aan [X] uitgekeerd.
2.4. Na ommekomst van de
lease-overeenkomst zijn de onderliggende aandelen verkocht. Naar aanleiding
daarvan heeft Dexia op 6 oktober 2006 een eindafrekening opgesteld, volgens
welke [X] uit hoofde van de lease-overeenkomst € 13.507,97 aan Dexia is
verschuldigd. [X] heeft voornoemd bedrag niet aan Dexia voldaan.
2.5. [X] heeft van [Y], met wie hij
ten tijde van het aangaan van de leaseovereenkomst was gehuwd, geen
schriftelijke toestemming gekregen voor het aangaan van de
lease-overeenkomst.
2.6. [X] heeft een zogenoemde
"Overeenkomst Dexia Aanbod" ondertekend. Deze overeenkomst bood hem bepaalde
mogelijkheden ter zake de wijze waarop een eventuele restschuld na het einde van
de looptijd van de lease-overeenkomst kon worden voldaan.
2.7. Het Dexia Aanbod (waarin [X] als
"Deelnemer" wordt aangeduid) luidt -voor zover van belang - als
volgt:
"Artikel 1 Algemene
Bepalingen
[ ]
DA-Effectenlease-overeenkomsl: Dexia Aanbod
Effectenlease-overeenkomst: de
effectenlease-overeenkomsi(en) lussen
Deelnemer en Dexia waarvoor hel Dexia Aanbod
geldt [ ]
[
]
NDA-Effectenlease-overeenkomst: Niet Dexia Aanbod
Effectenlease-overeenkomst: de
(eventuele) e/fectenlease-overeenkomsl/en)
lussen Deelnemer en Dexia waarvoor de
verruimde mogelijkheden van hel Dexia
Aanbod niet gelden [ ]
[ ]
Artikel
5 Verklaringen van Deelnemer en
afstand van recht
Artikel 5.1 Verklaringen van
Deelnemer
5.1.1. Deelnemer verklaart dal hij een
eventueel door of namens hem tegen Dexia [ ] gerichte klacht die betrekking
heeft op, of verband houdt met. die ejfectenlease-overeenkomst(en) intrekt
afdoet intrekken.
5.1.2. Deelnemer verklaart dat hij terzake
van de DA-Effeclenlease-overeenkomst(en) en/of de
NDA-Effectenlease-overeenkomst(en) afstand doet van alle door of namens hem ofte
zijnen behoeve door derden jegens Dexia [ J gepretendeerde rechten (met inbegrip
van maar niet beperkt tot enig recht op schadevergoeding of vernietiging) uit
hoofde van of verband houdende met die ejfectenlease-overeenkomst(en) [
].
5.1.3. Deelnemer verklaart dat hij op geen
enkele wijze een beroep zal doen op een eventueel in het kader van
o/samenhangende met een groepsaclie in de zin van artikel 3:305a van het
Burgerlijk Wetboek tegen Dexia en/of enige tussenpersoon te wijzen rechterlijke
uitspraak die betrekking heeft op of verband houdt met effectenlease. [
]
5.1.4. Deelnemer verklaart dal hij
rechthebbende is ten aanzien van de in de artikelen 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3
bedoelde vorderingen en rechten en dat hij ook overigens alle bevoegdheden bezit
die zijn vereist om bovengenoemde verklaringen effectief te kunnen
afleggen.
[ ]".
2.8. [Y] heeft het Dexia Aanbod niet
ondertekend.
2.9. Bij brief van 29 maart 2006
heeft [Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de
lease-overeenkomst.
3. Het geschil in
conventie
3.1. [X] vordert bij vonnis, zover
mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, -voor zover van belang-:
- voor recht
te verklaren dat de lease-overeenkomst reeds buitengerechtelijk is vernietigd op
grond artikel 1:88 lid 1 sub d jo. 1:89 BW met alle daarbij behorende
gevolgen;
- voor recht te verklaren dat
vanwege de vernietiging de door [X] betaalde gelden aan Dexia onverschuldigd
zijn betaald:
- Dexia te veroordelen om
op grond van onverschuldigde betaling aan [X] een bedrag van € 15.378.20 te
voldoen;
voor recht te verklaren dat onbetaald gebleven vervallen termijnen
en/of onbetaald gebleven bedragen van de
eindafrekening door de vernietiging komen te
vervallen;
- het gevorderde bedrag te
vermeerderen met de wettelijke rente dan wel het gevorderde bedrag te
vermeerderen met een rente gelijkgesteld aan de wettelijke rente vanwege
vergoeding van de schade en kosten ingevolge artikel 6:206 BW vanaf het moment
dat de betalingen zijn verricht dan wel zijn aangevangen, althans vanaf de dag
dat Dexia in verzuim verkeert tot aan de dag der betaling, althans vanaf de
datum van deze dagvaarding tot aan de dag der
betaling;
- te verklaren voor recht dat
voornoemde bedragen dienen te worden betaald aan de Stichting Derdengelden
Juridico te Almelo op bankrekeningnummer
61.37.25.956;
- Dexia te bevelen op
straffe van een dwangsom voor iedere dag dat Dexia na 3 dagen na betekening van
het vonnis nalaat aan dit vonnis te voldoen het
BKR
- op te dragen om alle notering te
laten verwijderen dan wel ongedaan te maken;
- Dexia te bevelen op straffe van een dwangsom voor iedere dag dat Dexia
na 3 dagen na betekening van het vonnis nalaat aan dit vonnis te voldoen om de
gevorderde bedragen te betalen aan Stichting Derdengelden
Juridico;
- Dexia te veroordelen in de
kosten van het geding.
3.2. [X] voert daartoe -voor zover
voor de beoordeling van belang- het volgende aan. De lease-overeenkomst moet
worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A: 1576h BW en derhalve
als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A: 1576 BW en behoefde dus
ingevolge artikel 1:88 lid I sub d BW de toestemming van [Y]. Omdat [Y] deze
(schriftelijke) toestemming niet heeft verleend, heeft zij de leaseovereenkomst
rechtsgeldig kunnen vernietigen.
3.3. Dexia betwist de vorderingen van
[X]. Zij voert daartoe -samengevat en voor zover van belang bij de beoordeling-
het volgende aan. Het beroep op artikel 1:88 BW was reeds verjaard op het moment
dat bedoeld beroep bij brief van 29 maart 2006 is gedaan. Het tijdstip van het
aangaan van de overeenkomst heeft te gelden als het tijdstip waarop de
verjaringstermijn van artikel 3:52 lid I sub d voor de vordering op grond van
artikel 1:89 BW is gaan lopen. Binnen Nederlandse gezinsverhoudingen is het
immers gebruikelijk dat beleggingsbeslissingen met medeweten en instemming van
beide partners worden genomen. Uitgaande van de gezinssituatie van [X] en [Y]
zou het onbegrijpelijk zijn dat [X] de overeenkomst zou hebben gesloten zonder
[Y] hierover in te lichten.
4. Het geschil in
reconventie
4.1. In reconventie vordert Dexia [X]
te veroordelen tot betaling van € 13.212,13, zijnde het resterende saldo van de
door Dexia opgestelde eindafrekening, vermeerderd met de rente en kosten,
stellende dat [X] in verzuim is met de nakoming van zijn verplichtingen uit de
lease-overeenkomst.
4.2. [X] voert verweer. Op de
stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader
ingegaan.
5. Beoordeling van de
vorderingen in conventie en in reconventie
Het beroep op artikel 1:88/1:89
BW
5.1. Niet in geschil is dat artikel
1:88 lid 1 onder d BW op de lease-overeenkomst van toepassing is. Nu volgens
artikel 7A: 1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde
toestemming voor de lease-overeenkomst ook schriftelijk te worden gegeven (Hoge
Raad, 28 maart 2008, LJN: BC2837). Aangezien deze schriftelijke toestemming
ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde
vernietigbaarheid.
5.2. De verjaringstermijn voor dit
beroep is op grond van artikel 3:52 lid I sub d BW 3 jaar. De termijn vangt aan
op het moment dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend
wordt met de overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de
juridische kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007,
68 en LJN: AY877I).
5.3. Nu Dexia stelt dat het
vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan
bij Dexia. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de arresten van het
gerechtshof te Amsterdam van 19 mei 2009 (LJN: BI4359 en LJN: BI4354) en
oordeelt in navolging van die arresten als volgt. De enkele stelling van Dexia
dat in de Nederlandse gezinsverhoudingen de ene echtgenoot weet heeft van een
door de andere echtgenoot genomen beslissing tot het aangaan van een effecten
lease-overeenkomst, houdt geen algemene ervaringsregel in de zin van artikel 149
lid 2 Rv in en dient dus niet bij de beoordeling te worden betrokken. Aan deze
stelling zal dan ook worden voorbijgegaan.
Nu Dexia haar stelling met
betrekking tot de verjaring niet nader heeft onderbouwd, zal de kantonrechter
deze stelling als onvoldoende gemotiveerd ter zijde stellen. Daarmee heeft de
stelling van [X], inhoudende dat [Y] in december 2003 van de leaseovereenkomst
op de hoogte is geraakt en deze bij brief van 29 maart 2006 heeft vernietigd,
als vaststaand te gelden. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de
lease-overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd.
5.4. Nu sprake is van een
rechtsgeldige vernietiging dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van
de lease-overeenkomst te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [X] ter
zake van die overeenkomst van Dexia heeft ontvangen, zoals uitbetaalde
dividenden. Op grond van artikel 1:89 lid 5 BW kan [X] alle uit de nietigheid
voortvloeiende rechtshandelingen instellen, die zijn echtgenote ook zou kunnen
instellen. De vordering van [X] dat alle betalingen voortvloeiende uit het
aangaan van de lease-overeenkomst dienen te worden terugbetaald, komt derhalve
voor toewijzing in aanmerking.
Wettelijke rente
5.5. De kantonrechter is van oordeel
dat Dexia uit de inhoud van de vernietigingsbrief moest opmaken dat zij reeds
met die brief aansprakelijk werd gehouden voor de niet nakoming van de uit de
vernietiging voortvloeiende verbintenissen. Naar maatstaven van redelijkheid en
billijkheid mocht [X] er in elk geval na ommekomst van een termijn van vier
weken van uitgaan dat Dexia niet voornemens was deze verbintenissen na te komen.
Van [X] hoefde dan ook niet te worden verwacht dat hij Dexia nogmaals zou
aansporen tot betaling, zodat Dexia vanaf dat moment, zijnde 26 april 2006. in
verzuim is geraakt. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen vanaf 26
april 2006, over het saldo van het totaal van de voor die datum door [X] aan
Dexia gedane betalingen verminderd met het totaal van de voor die datum door [X]
van Dexia ontvangen uitkeringen (waaronder dividenden). Over eventuele na 26
april 2006 verrichte betalingen is wettelijke rente verschuldigd met ingang van
de dag van elke betaling, verminderd met
de over de na 26 april 2006 van
Dexia ontvangen uitkeringen (waaronder dividenden) berekende wettelijke rente
vanaf de dag van ontvangst van die uitkeringen.
BKR registratie
5.6. Nu [X] ingevolge dit vonnis geen
betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking
tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde
dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd en de term ij waarbinnen Dexia aan
haar na te melden verplichting moet voldoen zal worden gesteld op veertien dagen
na betekening van dit vonnis.
5.7. De overige stellingen van
partijen in conventie behoeven geen behandeling meer.
5.8. De overige vorderingen van [X]
worden afgewezen.
5.9. Uit het voorgaande volgt dat de
door Dexia ingestelde reconventionele vordering dient te worden
afgewezen.
In conventie en in
reconventie
5.10. Gelet op de uitkomst van de procedure
in conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten
van het geding in conventie en in reconventie. Gezien de samenhang tussen de
vordering in conventie en in reconventie, zullen de kosten van dit geding in
reconventie worden gesteld op nihil.
6.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie
6.1. verklaart voor recht dat de
lease-overeenkomst buitengerechtelijk is vernietigd;
6.2. veroordeelt Dexia aan [X] te
voldoen:
€ 12.154,46 als hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente
over de tot 26 april 2006 verrichte betalingen vanaf 26
april 2006 verminderd
met de wettelijke rente over de tot dat moment uitgekeerde dividenden;
de
wettelijke rente over elke na 26 april 2006 verrichte betaling vanaf het moment
van betaling, verminderd met de wettelijke rente over de ontvangen dividenden
vanaf het moment van ontvangst, tot aan de dag der algehele
voldoening;
6.3. veroordeelt Dexia in de kosten
van de procedure aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op:
-
voor verschuldigd griffierecht €
208.00
- voor salaris van
gemachtigde €
600.00
totaal:
€ 808.00
een en ander, voor zover verschuldigd,
inclusief btw;
6.4. veroordeelt Dexia om binnen
veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te
Tiel te berichten dat [X] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomst meer
heeft, op straffe van een dwangsom van € 100.00 voor elke dag dat Dexia niet aan
deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000.00;"
6.5. verklaart deze veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
6.6. wijst af het meer of anders
gevorderde;
In reconventie
6.7. wijst de vorderingen
af;
6.8. veroordeelt Dexia in de kosten
van deze procedure, aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op
nihil.
Aldus gewezen door mr. M.E.A. Nijssen.
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 september 2009
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL