Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Almelo
Zaaknummer : 210034 CV EXPL
147/06
Uitspraak : 23
oktober 2007 (mvr)
Vonnis in de zaak
van:
[X]
en
[Y]
echtelieden,
wonende te [woonplaats]
eisende partij, hierna ook wel [X c.s.] te
noemen
gemachtigde: mr. E.H. Hoeksma, advocaat en procureur te
Enschede
tegen
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND N.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam gedaagde
partij, hierna ook wel Dexia te noemen gemachtigde: N.J.M. Tijhuis, deurwaarder
te Almelo
1. Het verloop van de
procedure:
1.1 Dit verloop blijkt
uit:
- De dagvaarding van 16 december
2005;
- De akte van schorsing;
- De akte tot hervatting procedure, waarbij [X c.s.] een opt outverklaring
in het
geding hebben
gebracht;
- De conclusie van antwoord in conventie
tevens conclusie van eis in reconventie;
- De
conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord
in
reconventie tevens houdende akte
vermeerdering van eis
- De conclusie van dupliek in
conventie tevens houdende conclusie van repliek
in
reconventie alsmede antwoordakte
vermeerdering van eis c.q. grondslag;
- De conclusie
van dupliek in reconventie.
2. De
feiten:
2.1 De eisende partijen zijn op 30 oktober
1970 met elkaar gehuwd.
2.2 Dexia is de rechtsopvolgster van de
Bank Labouchere N.V., die handelde onder de handelsnaam Legio. In januari 2001
heeft de eisende partij [X] met de Bank Labouchere een effectenleaseovereenkomst
gesloten, die werd aangeduid als de WinstVerDriedubbelaar. Ingevolge de
overeenkomst ging [X] aandelen ABN AMRO, Ahold en ING leasen voor een
aankoopbedrag van € 7.670,70. Deze worden voldaan ad € 1.448,64. De totale
leasesom bedroeg derhalve € 9119,34. Na ommekomst van deze driejaar bleek dat
[X] een restschuld had van ongeveer € 4.500,00. [X] heeft daarom de overeenkomst
verlengd voor de disur van nog eens driejaar. De verlenging was mogelijk op
grond van een daartoe strekkende bepaling in de effectenleaseovereenkomst. Na de
verlenging van driejaar bleek de restschuld van [X] € 3.177,25 groot te
zijn.
2.3 [X c.s.] heeft ingevolge de
effectenleaseovereenkomst een aanbetaling verricht van€ 1.448,46 en daarnaast
zijn 22 termijnen van telkens € 46,37 voldaan. In totaal is door hem voldaan het
bedrag van € 2.468,78.
2.4 Op instigatie van Dexia/de bank
Labouchere is [X] bij het BKR geregistreerd, zulks met de codering
A.
2.5 Bij brieven van 24 oktober 2005 heeft
de gemachtigde van [X c.s.] de aandelenleaseovereenkomst buitengerechtelijk
ontbonden dan wel vernietigd.
2.6 Ten tijde van het sluiten van de
effectenleaseovereenkomst had de Bank Labouchere geen vergunning als bedoeld in
artikel 9 van de Wet op het consumentenkrediet, hierna te noemen
WCK-oud.
3. De vorderingen in
conventie:
3.1 Na de vorderingen te hebben
vermeerderd, vordert [X c.s.] dat bij vonnis uitvoerbaar bij
voorraad:
Primair:
a. De
effectenleaseovereenkomst wordt vernietigd, althans voor recht wordt verklaard
dat deze buitengerechtelijk is vernietigd;
b. Dexia wordt
veroordeeld aan de eiseres [Y] te voldoen de somma van € 2.468,78 te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat deelbetalingen aan Dexia
zijn voldaan tot aan de dag der betaling, althans vanaf 16 december 2005 tot aan
de dag der betaling;
Subsidiair:
a. Voor
recht wordt verklaard dat de effectenleaseovereenkomst nietig
is;
b. Dexia wordt veroordeeld aan [X] te voldoen de somma van €
880,15 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat deelbetalingen
aan Dexia zijn voldaan tot aan de dag der betaling, althans vanaf 16 december
2005 tot aan de dag der betaling.
En naast de subsidiaire
vordering als alternatief:
a. Voor recht wordt
verklaard dat Dexia jegens [X] onrechtmatig heeft gehandeld en daarom jegens [X]
schadeplichtig is dan wel voor recht wordt verklaard dat de
WinstVerDriedubbelaar nietig is, althans dat deze wordt
vernietigd;
b. Indien de vordering die betrekking heeft op het
onrechtmatig handelen van Dexia wordt toegewezen, tevens voor recht te verklaren
dat de restschuld van [X] vervallen is verklaard, althans die schuld vervallen
te verklaren.
c. Dexia wordt veroordeeld aan [X] te betalen het
bedrag van € 880,15 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat
Dexia in verzuim is (30 november 2005) tot aan de dag der betaling, althans
vanaf 16 december 2005
En voorts, in alle gevallen, derhalve
primair, subsidiair en
alternatief:
a. Dexia te bevelen om binnen drie
dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis het BKR op te dragen dan
wel te verzoeken de registratie met de A-notering op naam van [X] ongedaan te
maken, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom ad € 500,00 per dag
dat Dexia nalaat aan dit bevel te voldoen.
De vorderingen zijn gebaseerd op
de feiten en op de volgende stellingen:
3.2 De effectenleaseovereenkomst is een
huurkoopovereenkomst en daarom is de sector kanton van de rechtbank Almelo
bevoegd van de vorderingen van [X c.s.] kennis te nemen. Eiseres [Y] heeft voor
het sluiten van de overeenkomst tussen [X] en de Bank Labouchere geen
toestemming verleend en daarom heeft zij de vernietiging van deze overeenkomst
ingeroepen. Dexia is in verzuim geraakt het inmiddels voldane bedrag van €
2.468,78 aan [Y] te restitueren.
3.3 Eiser [X] heeft de overeenkomst
buitengerechtelijk ontbonden omdat Bank Labouchere wanprestatie had gepleegd. De
wanprestatie bestond uit het onvoldoende informeren van [X] over de risico's die
aan het leasen van effecten, met geleend geld, waren verbonden. De vernietiging
van de overeenkomst is door [X] ingeroepen wegens dwaling zijnerzijds c.q wegens
misbuik van omstandigheden door de Bank Labouchere.
3.4 Op de overeenkomst, het wordt in
subsidiair verband naar voren gebracht, is de WCK-oud van toepassing, welke wet
door de kantonrechter ambtshalve moet worden toegepast. Het gegeven dat toen de
effectenleaseovereenkomst werd gesloten de Bank Labouchere geen vergunning ex
artikel 9 van de wet had betekent dat de overeenkomst van partijen nietig is.
Het is [X c.s.] bekend dat de rechtbank Almelo dit standpunt deelt en dat zij
een billijkheidscorrectie toepast die erop neerkomt dat iedere partij de helft
van de restschuld, verminderd met de door de lessee betaalde bedragen, zal
dienen te dragen. Dit betekent dat [X c.s.] aanspraak kunnen maken op €
880,15.
3.5 In het geval de overeenkomst niet
nietig zou zijn wordt voormeld bedrag van € 880,15 als schadevergoeding
gevorderd. De Bank Labouchere beeft zich onrechtmatig gedragen door haar
zorgverplichting jegens [X c.s.] niet naar behoren uit te voeren.
3.6 Hoe dan ook, voor de A-codering bij het
BKR bestaat geen grondslag en daarom moet Dexia het nodige ondernemen om de
registratie ongedaan te maken.
4. Het verweer in
conventie:
4.1 Dexia is van mening dat, voor zover
mogelijk bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [X c.s.] niet ontvankelijk te
verklaren in zijn vorderingen, althans hem deze te ontzeggen. Het volgende is
naar voren gebracht:
4.2 [X c.s.] heeft niet voldaan aan zijn
substantiëringsplicht van artikel 111 lid 3 Rv.
4.3 De effectenleaseovereenkomst is geen
overeenkomst van huurkoop. Het door [Y] gedane beroep op een vemietigingsgrond
door eiseres was zinledig, omdat de mogelijkheid daartoe was verjaard. Nu er
geen sprake is van huurkoop is niet de sector kanton, maar de civiele sector van
de rechtbank Almelo bevoegd van de vorderingen van [X c.s.] kennis te nemen.
Echter, om redenen van proceseconomie acht Dexia het niet opportuun in deze
procedure een verwijzingsincident te openen.
4.4 De Bank Labouchere heeft aan haar
zorgverplichtingen jegens [X] voldaan. Er is geen aanleiding de overeenkomst te
vernietigen. [X] heeft bij het sluiten van de overeenkomst niet gedwaald noch is
er sprake van dat de Bank Labouchere misbruik van omstandigheden heeft gemaakt.
Deze bank heeft zich niet onrechtmatig jegens [X c.s.] gedragen.
4.5 De WinstVerDriedubbelaar valt niet
onder het bereik van de WCK-oud.
4.6 Indien Dexia gehouden wordt enig bedrag
aan [X c.s.] te betalen kan daarover eerst wettelijke rente worden gevorderd
vanaf 30 november 2005. Dexia was niet eerder in verzuim geraakt.
4.7 Dexia is jegens het BKR verplicht
melding te maken van de financiële verplichtingen van haar
cliënten.
5. De vordering in
reconventie:
5.1 Dexia vordert dat, bij vonnis voor
zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de gedaagde in reconventie [X] wordt
veroordeeld aan haar te betalen het bedrag van
€ 3.177,25 te vermeerderen met
de contractuele rente, althans de wettelijke rente.
De vordering is gebaseerd
op de feiten, op hetgeen in conventie als verweer naar voren
is gebracht en
op de volgende stellingen:
5.2 [X] heeft vanaf de 58e termijn
(november 2005) de betalingen aan Dexia gestaakt. Op 11 juli 2006 is naar hem
een eindafrekening gezonden. [X] is in verzuim geraakt de restschuld ad €
3.177,25 aan Dexia te voldoen. Dexia vordert daarom betaling van dit
bedrag.
6. Het verweer in
reconventie:
6.1 [X] is van mening dat de vordering moet
worden afgewezen. Hij verwijst daarbij naar hetgeen door [X c.s.] in conventie
naar voren is gebracht:
7. De beoordeling van het
geschil in conventie en in reconventie:
7.1 De stelling van [X c.s.] dat de
WinstVerDriedubbelaar een huurkoopovereenkomst is wordt niet door de
kantonrechter onderschreven. In de overeenkomst is immers geen verplichting
opgenomen tot eigendomsoverdracht van de aandelen en er is geen sprake van
afbetaling.
7.2 Vervolgens moet de vraag worden
beantwoord of de kantonrechter bevoegd is van de (overige) vorderingen van [X
c.s.] kennis te nemen. Dat is niet het geval. [X c.s.] vordert immers dat de
effcctenleaseovereenkomst wordt vernietigd althans verklaringen voor recht dat
deze overeenkomst is vernietigd of nietig is. Het "beloop" van de overeenkomst
bedraagt meer dan € 5.000,00. Weliswaar verlangt Dexia niet een verwijzing naar
de sector civiel van de rechtbank, maar mede gelet op hetgeen is bepaald in
artikel 71 lid 1 Rv zal de kantonrechter-ambtshalve - de zaak dienen te
verwijzen naar de sector civiel van de rechtbank Almelo ter verdere
afdoening.
Beslissing
Verklaart zich onbevoegd van het geschil van
partijen kennis te nemen en verwijst de zaak naar de civiele sector van de
rechtbank Almelo van woensdag 5 december 2007 te 10.00 uur, alwaar partijen
vertegenwoordigd door een procureur dienen te verschijnen.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door
mr. M.H. van Rhijn, kantonrechter, en op 23 oktober 2007 in het openbaar
uitgesproken in tegenwoordigheid van de
griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL