Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK TE ALKMAAR
 
Sector civiel recht
ljs
zaak- en rolnummer; 91356 / HA ZA 06-953
datum: 28 januari 2009
 
Vonnis van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
 
in de zaak van:
 
1.   [X] en
2.   [Y],
wonende te [woonplaats],
eiser bij dagvaarding van 26 oktober 2006,
advocaat mr. M.J. Meijer te Haarlem,
 
tegen:
 
de naamloze vennootschap DSB BANK NV,
gevestigd en kantoor houdende te Wognum,
gedaagde,
advocaat mr. J,C. Kuipéri-Botter,
 
Partijen zullen ook in dit vonnis verder worden genoemd "[X]" respectievelijk "DSB".
 
1.   HET VERDERE VERLOOP VAN HET GEDING
 
1.1  Voor het procesverloop tot 16 juli 2008 verwijst de rechtbank naar haar tussenvonnis van die datum.
 
1.2  [X] heeft daarna een akte genomen en DSB heeft eveneens een akte genomen.
 
1.3  Ten slotte is opnieuw vonnis gevraagd. De inhoud van al deze stukken geldt als hier ingelast.
 
2.    DE VERDERE BEOORDELING VAN HET GESCHIL
 
2.1  ïn voormeld tussenvonnis is overwogen dat de rechtbank het aangaan van de overeenkomsten Hollands Welvaren Select beschouwt als een gevolg van de schending van de zorgplicht van DSB. Dat houdt met inachtneming van de concrete omstandigheden in dat DSB 40% van de nadelige financiële gevolgen aan [X] dient te vergoeden, die voor [X] gemoeid waren met het aangaan en nakomen van deze overeenkomsten.
Onder die nadelige financiële gevolgen verstaat de rechtbank het totaalbedrag van alle volgens de overeenkomsten verschuldigde maandelijkse (rente)termynen gedurende de looptijd van de overeenkomsten, te vermeerderen met het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom van de geldleningen en te verminderen met de eventuele opbrengst van de verkochte aandelen.
 
2.2  De rechtbank heeft daarna de zaak naar de rol verwezen om [X] in de gelegenheid te stellen bij akte de geleden schade te concretiseren.
DSB heeft bij akte op het standpunt van [X] gereageerd. De rechtbank stelt nu het volgende vast.
 
2.3  De aandelen ter zake van HWS-overeenkomst met nummer 0400,02.7526 zijn verkocht. Anders dan DSB stelt is dat niet op 1 september 2005, maar op 1 mei 2005 gebeurd, Dat blijkt uit het overzicht d.d. 7 juni 2005 van administratiekantoor De Perelaer, dat [X] in het geding heeft gebracht. Uit dat overzicht en uit het contract (zoals weergegeven onder 2.b. in het tussenvonnis) blijkt dat [X] per 1 mei 2005 in totaal 62 termijnen van € 58,99 heeft voldaan, dus in totaal €3.657,38.
De oorspronkelijke hoofdsom van fl. 13.000,- (€ 5.899,14) stond nog geheel open.
De opbrengst van de verkoop van de aandelen bedroeg € 2,202,58.
Gelet op wat de rechtbank hierover in het vorige tussenvonnis heeft overwogen,
bedraagt de schade van [X] voor deze overeenkomst in totaal zodoende;
€ 3,657,38 + € 5,899,14 - € 2,202,58 = € 7.353,94.
 
2.4  De aandelen ter zake van HWS-overeenkomst met nummer 0400,08,8770 zijn op 1 september 2005 verkocht. Dat blijkt uit het overzicht d.d. 6 oktober 2005 van administratiekantoor De Perelaer, dat [X] in het geding heeft gebracht. Uit dat overzicht en uit het contract (zoals weergegeven onder 2.b. in het tussenvonnis) blijkt dat [X] per 1 september 2005 in totaal 60 termijnen van € 72,46 heeft voldaan, dus in totaal € 4.347,60.
De hoofdsom van oorspronkelijk fl, 15,967,- (€ 7.245,51) stond nog geheel open. De opbrengst van de verkoop van de aandelen bedroeg € 2.706,60, Gelet op wat de rechtbank hierover in het vorige tussenvonnis heeft overwogen, bedraagt de schade van [X] voor deze overeenkomst in totaal zodoende; €4,347,60 + € 7.245,51 * € 2.706,60 = € 8.886,51.
 
2.5  DSB dient 40% van de schade (van in totaal € 16,240,45) te vergoeden. Dat is € 6,496,18, alsmede de wettelijke rente als vertragingsschade vanaf de dag van dagvaarding.
 
2.6  DSB zal, als grotendeels in het ongelijk gestelde partij, tot betaling van de proceskosten worden veroordeeld.
 
3,   DE BESLISSING
 
De rechtbank:
 
veroordeelt DSB om aan [X] te betalen een bedrag van € 6.496,18 (zes duizend vier honderd zes en negentig euro en achttien cent), met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 26 oktober 2006 tot de dag der algehele voldoening;
 
verwijst DSB in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van [X] begroot op € 332,87 aan verschotten (dagvaarding en griffierecht) en op € 1.536,- aan salaris van de advocaat;
 
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
 
wijst af het meer of anders gevorderde.
 

Dit vonnis is gewezen door rechter mr. L.J. Saarloos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 januari 2009.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL